Deze morgen gaan we weeral ontbijten naar Allegria aan de mall.
Dan zetten we koers richting Camps Bay. Bij het buitenrijden van ‘t stad liggen er drie grote kunstgalerijen op een boogscheut van elkaar. De moeite dus voor een stop.
Zelfs de binnenkomer is artistiek.
In ART-Gallery hebben we een lang gesprek met de baas. Hier geeft hij wat uitleg bij een kunstwerk “apple”. De grondplaat is gemaakt van tientallen stukjes golfplaat die gerecupereerd werden uit daken van de townships. Interessante kerel. De tweede galerij is in de voormiddag gesloten. Dan maar rechtover de straat naar S:art.
De uitbater is babysit van dienst.
Hier is de uitbater babysit van dienst. We ontdekken enkele prachtige werken van een Kongolees kunstenaar. Geschilderd op een soort dierenhuid. De verf werd niet aangebracht met een penseel; ze werd ingedrukt met een notenschelp. Mooi gemaakt, maar ook zeer duur.
Geschilderd op dierenhuid, en de verf werd geïmpregneerd met een notenschelp.
Onderweg maken we nog een tweetal stops langs de kust. De Atlantische oceaan is hier toch wel op zijn mooist.
Zon, zee, strand, stadje en bergen.
We kunnen best een stukje te voet om toch maar het mooiste uitzicht te vinden.
We naderen Camps Bay… het verkeer wordt alsmaar intenser.
Deze kerel trekt er zich niets van aan.
Intussen hebben we Camps Bay bereikt, één van de mooiste stranden van Zuid-Afrika. Ook wel de residentiële wijk van Kaapstad genoemd.
Camps Bay; de residentiële wijk van Kaapstad.
De laatste jaren is het kuststadje zeer populair geworden. De prijzen voor huizen en gronden zijn hier wellicht de duurste van Zuid-Afrika. De stranden met brede boulevards en restaurants die op de oceaan uitkijken, zorgen voor een levendige sfeer.
Een stukje strand van Camps Bay.
Boven de wijk torent Signal Hill met de Tafelberg uit terwijl naar oostelijke richting de rotspartij Twaalf Apostelen zich uitstrekken.
Enkele van de “twaalf apostelen”.
We kuieren een uurtje rond en gaan dan een verfrissing nemen in Bar “La Belle”. Verse jus d’orange; heerlijk.
Strandstoelen mooi gerangschikt.
Mooi gerangschikt zonder strandstoelen.
De burgemeester van Camps Bay en zijn echtgenote.
Het draait intussen al over de middag en we besluiten nog enkele kilometer verderop te rijden. In Clifton Bay hebben we met de Bastards nog goede herinneringen aan strandrestaurant “Bungalow”. Alhoewel volzet weet ik de madame aan de receptie te imponeren, en binnen de kortste keren laat zee en paar tafels herschikken, zodat wij er toch nog bij kunnen. Merci Madame.
“The Bungalow” met in de achtergrond Signal Hill.
Onze kelner Steve is een congolees die reeds tien jaar in Kaapstad woont. Hij werkt sinds vijf maand hier in deze tent, maar is nog steeds niet definitief aangeworven. Hij serveert ons lekkere king klip en voor Hilde een steak tartaar.
Tegen 16 u arriveren we terug in onze “Snooze” en krijgen we een paar uurtjes de tijd om te snoozen; boekje lezen, mailtjes checken, tukje doen.
Boekje lezen. Nu al bezig met de voorbereiding van onze volgende mannen-cooking in april.
In de vooravond houden we terug onze meeting. Napraten over de voorbije dag, foto’s uitwisselen en plannen voor de dag van morgen.
Klaar om naar “Cheyne’s” te gaan.
Vanavond hebben we gereserveerd in een héél speciaal restaurant; “Cheyne’s” is de naam. Ze catalogeren zich onder “Contempory Pacific rim cuisine”. Wat dat mag betekenen? Het pand is wat oud, de kunst aan de muur lelijk, Maar de rest maakt alles goed.
Onze gitzwarte garcon Blessing komt de gerechtjes voorstellen, maar niemand begrijpt er een snars van. We kiezen dus maar lukraak iets uit de kaart. Eend, verpakt in een crocket. (hoe hebben ze die erin gekregen?) Scampis in een koffietas… allemaal héél raar.
Ondefinieerbaar… maar héél lekker.
Eenmaal in de mond vallen alle vooroordelen weg. Heerlijke smaken van zeer originele exotische gerechten. In Europa kreeg dit restaurant gegarandeerd een ster.
In het voorgeborchte van het toilet ontdek ik dat er naast Cheyne’s ook een club is. Maar Liliane is er niet bij en dus weigeren de twee andere Basterd dames ostentatief om een bezoek te brengen aan die club.
Als we rond 22 u de keet verlaten heeft het nogal wat voeten in de aarde om op het rechte pad te komen. Iedereen roept wat anders naar onze chauffeur Luc. Pas op voor de auto achter u. Oei… links staat een boom. Nee, nee, niet naar links… rechts afdraaien. Een kakafonie van jewelste. Als Luc uiteindelijk dan toch op de weg geraakt neemt hij de verkeerde richting. Maar Maria, het meisje van onze TomTom lost ook dat probleem weeral op. We arriveren heelhuids en veilig bij Snooze. Slaapwel iedereen.