Reeds om 8 uur is de hemel helblauw gekleurd. Er lopen zelfs al wandelaars over het strand. Hopelijk was die vieze regendag van gisteren maar een eenmalig feit.
Vanmorgen ontbijten bij Flava, ook niet ver van onze woonst.
Daarna een wandelingske in het kleine center van Wilderness.
En dan vlug terug naar “Haus am Strand”, want Hilde heeft nog het een en het ander goed te maken van gisteren.
We willen het deze middag licht verteerbaar houden. Van vorige jaren kennen we nog een keet (en dat is dan letterlijk een keet) waar twee jonge dames zich specialiseerden in het serveren van oesters. “Oysters R Us”. Voor wat die “R Us” staat mag Joost weten.
Als wij er aankomen zijn de dames al druk in de weer met het openen van de oestertjes.
Maar als ze Hilde zien komen kan er al direct een tabasco glimlach af.
Ikzelf mag geen oesters, maar daar hebben de dames alternatieven voor. De toast met kippenleverpastei mag er best zijn. Voor Hilde worden zes reuze oesters aangevoerd, met een assortiment van vijf verschillende sausjes, van citroen, en van hoe kan het anders… TABASCO.
Bij die vijf sausjes hoort natuurlijk ook een en ander van uitleg.
Hilde heeft ook nog een verrassing gekregen; een tweeling oester. Na het eten van de ene zijde komt één van de dames de andere kant openen.
In het toilet van “Oysters R Us” moeten we toch wel even glimlachen bij een tekst over het spaarzaam omgaan met water.
In de namiddag willen we wel even naar George. Deze stad ligt slechts twaalf kilometer hiervandaan. Bij het binnenrijden ontmoeten we een groepje studenten die reeds huiswaarts keren. We stoppen om te informeren of ze soms van de Outeniqua Hoërschool zijn. Outeniqua is een bergpas hier in George en hoërschool is hogere school. Inderdaad, ze zijn van Outeniqua. Het is met deze school dat het Hemelvaartinstituut van Waregem jaarlijks een uitwisselingsproject organiseert. In oktober komen een tiental studenten van George voor twee weken naar Waregem, en in februari bezoeken tien studenten van Waregem de school in George.
In het groepje zit er eentje bij waarvan zijn vader een grote vedette is bij de nationale rugbyploeg van Zuid-Afrika, de Springbocks. We hebben een lang gesprek met die leuke groep studenten. We willen nog binnenwippen in de school, maar dat zit er niet meer in, want om 14u30 zitten de lessen er op. Zij starten ’s morgens al om 7u30, zodoende…
In het centrum van de stad vinden we precies onze draai niet, en we besluiten dan maar om naar de grote mall te gaan in het binnenrijden van George. Het was trouwens daar dat we verleden jaar alle twee ons haar lieten knippen. We lopen het warenhuis in, de boetiekjes uit en de winkeltjes weer in.
Alles wordt heel verzorgd gepresenteerd.
Bij deze juwelier zijn ze welgeteld één maand na datum nog de Valentijns hartjes aan het weghalen.
Passeren we daar toch datzelfde coiffuresalon van verleden jaar zeker. Hilde vindt dat het hoogtijd is om een beetje bij te knippen.
En mijne grijze kop kan ook niet wachten tot we terug in Waregem zijn. We gaan dus alle twee onder de schaar. En drie kwartiertjes later staan we gewassen, gedroogd en geknipt terug op straat.
Vanavond nemen we genoegen met een spaghetti in de Pomodoro. Nog maar pas terug thuis of we krijgen een Face Time oproep. Onze beleggingsclub JOK uit Waregem vergadert iedere tweede maandag van de maand, en ze geven de indruk dat ze mij beginnen te missen. Daarom dus die oproep. Eén voor een komen ze wat vertellen. Hier Herman Declercq.
Paul Sabbe en Jan Taveirne komen ook in beeld. Ongelofelijk toch hoe we op 9.000 kilometer afstand elkander life kunnen zien en met elkander praten. Gratis dan nog wel. Ze beloven dat ze de portefeuille van de club als een goede huisvader verder beheren, en zo kan ik ook weer goed slapen.