Woensdag 8 februari. Een dagje dolce far niente in en rond ons Hermitage domein.

Reeds deze morgen krijgen we Chips op bezoek. Hij voelt zich langsom meer aangetrokken naar Hilde.

Maar uiteindelijk is het nog altijd Peter, de echtgenoot van Claire, die de bovenhand haalt.

Intussen zal ik het wel redden met Jumbo. Geen paniek; die twee agenten hebben niets met mij, noch met Jumbo te maken.

Hilde houdt het liever wat rustig deze voormiddag. In de living vind ik een Afrikaans tijdschriftje over pensionering. Er staan zeer interessante artikeltjes in voor mensen als (gij en) wij. En je kan nog wat Afrikaans leren ook. AFTREDE betekent “op pensioen gaan”. DIE GROOT GIDS VIR JOU GOUE JARE betekent “De grote gids voor uw gouden jaren”.

Dinsdag 7 Februari. Bezoek aan Simon’s Town.

Toen ik gisteren avond moeilijk de slaap kon vatten heb ik beslist een verandering te maken in de samenstelling van deze blog. In de toekomst blijf ik per dag publiceren, maar hou geen rekening meer met de chronologie. Dit zal waarschijnlijk een hoopje tijd besparen. We zien wel wat het brengt.

De Belgische vlag in onze tuin blijft hier wapperen, en dit tot en met de dag van ons vertrek.

Wandeling door de straten van Simon’s Town

Van alles wat…

Een beetje contradictorisch; Venetiaanse maskers in Zuid-Afrika.


Just Nuisance, een Deense dog, is de enige hond die ooit officieel is ingeschreven bij de Royal Navy. Tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen 1939 en 1944 diende hij bij HMS Afrikander, een marinebasis van de Royal Navy in Simon’s Town, In 1939 werd hij als pup naar Simon’s Town gebracht door zijn eigenaar, Benjamin Chaney, die het United Service Institute leidde, een favoriete ontmoetingsplaats voor matrozen van de Royal Navy. Hij was een zeer vriendelijke hond en werd al snel een bekende figuur in de stad, uitgelaten voor wandelingen en getrakteerd op taarten, koekjes en zelfs bier door de matrozen, voor wie hij een soort mascotte werd. Natuurlijk raakte de hond op zijn beurt dol op zeelieden – allemaal zeelieden – en volgde ze overal, naar de marinebasis, de scheepswerven en zelfs naar de schepen. Geen kleine hond – hij was zelfs groot voor een Deense dog – toen hij begon te luieren op de top van de loopplank, blokkeerde hij de weg en zo kreeg hij zijn naam ‘Overlast’.

Leuke ontmoeting tussen Hilde en haar overlast “Just Nuisance”.

Enkele meter voorbij het monument ligt nog een authentieke kazerne. Met authentieke dril oefeningen.

Het is op de middag, en Hilde wil kost wat kost frietjes.

In de namiddag nemen we een taxi om ongeveer vijf kilometer verder BouldersB Beach te bezoeken.

Boulders Beach is een populaire toeristische plek vanwege een kolonie Afrikaanse pinguïns einde de jaren tachtig van de vorige eeuw gevestigd hebben. Deze Afrikaanse pinguïns staan momenteel op de rand van het uitsterven. Hoewel het zich in een woonwijk bevindt, is het een van de weinige locaties waar deze kwetsbare vogel kan worden waargenomen, vrij rondwandelend in een beschermde natuurlijke omgeving. Van slechts twee broedparen in 1982 is de kolonie de afgelopen jaren terug uitgegroeid tot zo’n 3.000 vogels.

Schitterend toch die leuke diertjes.

Deze taferelen zullen we niet vlug vergeten…

Op onze terugweg, een vijftal kilometer vooraleer we in Simon’s Town aankomen rijden we nog door Glencairn met een supergroot shopping center Harbour Bay. We maken er een stop, want daar heeft onze vriend Marc Alexander een prachtige kunstwinkel met atelier. Twee namiddagen per week organiseert hij teken- en schilderlessen. We hebben geluk; er is juist een sessie aan gang. Marc is kleur instructies aan het geven aan een vijftal dames. Zonder mij voor te stellen ben ik binnengeslopen en begin ik die dames aan te spreken. Ik vertel hen hoe ik een vijftal jaar geleden Marc leerde kennen. En hoe ik hem zijn verhuis naar dit huidige pand een beetje mee hielp organiseren. Als dank kon ik toen een schilderij van een vossenkop op de kop tikken met een reductie van vijftig procent.

Ik ben nog aan het vertellen, of Marc heeft daar al een kleine reproductie van mijn originele schilderij uit zijn archief naar boven gehaald. Tot groot jolijt van die dames, temeer dat ze intussen weten dat mijn naam Devos is.

We willen de cursus niet langer onderbreken, en druipen nu zo vlug mogelijk af. Niet vooraleer echter nog een foto genomen is van Marc met Hilde, en de belofte gedaan van die foto door te sturen. Vanavond zal ik dat dus zeker nog doen.

Aan de uitgang van het centrum bevindt zich nog een grote Woolworth Food winkelmagazijn. Hilde wou al enkele dagen eens voor een maaltijdje zorgen. Met wat ze nu allemaal bij heeft moet dat wel lukken.

Intussen was ik aan de overkant de toeristenkraampjes wat aan het afsnoepen. Uiteraard alleen met mijn ogen.

De verkoopster van dit kraampje heb ik wel heel speciaal afgesnoept. Haar borsten bedekt ze met een grote klever. Op die klever beschrijft ze dat ze drie kanten heeft. De rustige kant, de geestige kant en de kant die we nooit willen zien…

Maandag 6 Februari. Van Kaapstad naar Kalk Bay. (40 kilometer)

Gepakt en gezakt staan we in de receptie, en stipt op het afgesproken uur 10u30 komt onze driver Jacq aangereden. Voordat wij het goed beseffen heeft hij reeds al onze bagage in de koffer geladen.

Een klein uurtje later arriveren we aan hotel “The Hermitage” in Kalk Bay. Ziet er zeer mooi uit, maar wel zeer klein voor een hotel.

We worden verwelkomd van Clare en haar vondeling Chip. En wat blijkt alras; dit leuke villa-hotel heeft slechts twee kamers. Binnen de kortste keren krijgen we inzicht in de indeling van het villa-hotel.

Als we naar buiten kijken informeren we bij Clare waarom er een Belgische vlag in de tuin hangt. Dit heeft ze speciaal gedaan om ons te verwelkomen. Hier komen we toch wel een beetje week van.

Aansluitend op onze super slaapkamer mogen we ook ten alle tijde gebruik maken van een mooie living. Wat kun je nog meer verlangen?

Ons privé terrasje valt toch ook niet te versmaden. Misschien staan ons hier leuke momenten te wachten.

Eenmaal uitgepakt riskeren we ons aan een bezoekje aan Kalk Bay. Links van de weg leuke boetiekjes…

Langs de rechterkant; False Bay.

Iets verder op onze wandeling een Cubaans restaurant. “Cape to Cuba”. Alleen al voor de mooie voorstellingen zou je binnenglippen. Hetgeen we dan ook doen…

In dergelijk interieur smaakt zowel een double expresso als een caipirinha.

Inderdaad… geen gewoon decor.

Lange wandeling terug naar onze “Hermitage”. Hilde zoekt heil aan het zwembad, terwijl ik een beetje de achterstand van mijn blog tracht goed te maken. Voor de rest van de namiddag houden we het rustig. In de vooravond hebben we een babbel met onze hoteluitbaters Clare en Peter. En hier komt ook Vanessa zich bijvoegen. Zij is de gast van de tweede hotelkamer, en sinds jaren komt ze hier. Zij is een Engelse dame en fervente golfspeelster Qua golffaciliteiten kan niets boven Zuid-Afrika.

Tegen 20 uur wandelen we tot het dicht bijgelegen restaurant “Harbour House”. Het is hier gezellig druk. We zitten naast een gezelschap Duitsers, die één en ander te vieren hebben. Af en toe laten ze ons meegenieten van de ambiance.

We genieten van een bordje calamares, die we mengen met een slokje Durbanville Sauvignon blanc. Tegen 22 u trekken we terug naar ons hotel, maar hoewel het slechts 400 meter ver is, komt het toch wat bangelijk over. Sinds een half uur is het loadshedding; dit betekent dat op bepaalde momenten voor een paar uur de stroom uitgeschakeld wordt. Het is dus pik-pik donker, en het voelt toch wat akelig aan. Maar een kwartiertje later zitten we gelukkig goed en wel op onze kamer.

Zondag 5 Februari. Food- en fun market in Granger en met de hop-on hop-off bus op toer.

Reeds om 8 uur in de morgen krijgen we vanop ons terras een mooi plaatje familiegeluk gepresenteerd. Op een plank dan nog…

Elke zondag is er een markt van prularia, groenten en fruit in Granger, een wijk in de omgeving van het Waterfront. We trekken er (weeral) te voet naar toe. Onderweg valt er ook weer van alles te beleven.

Spijtig genoeg zijn de beelden die we voorgeschoteld krijgen niet altijd even fraai. Regelmatig bemerken we kleine nederzettingen van daklozen langs de grote baan.

Op dit punt hebben we een vijftal minuutjes halt gehouden. Wat zich daar afspeelde is zo pijnlijk, dat het niet onder woorden te brengen is.

Een paar honderd meter voordat we op de markt arriveren komen we aan een opvangcentrum voor honden.

Tientallen hondjes, van alle rang en stand, worden hier voorgesteld aan eventuele opvangouders.

Verschillende vrijwilligers helpen vol enthousiasme de toekomstige opvangouders om hun keuze te bepalen.

Deze meisjes zien het wel zitten om hen over Bobby te ontfermen.

Wij hadden er ook graag eentje uitgekozen (voor Caroline en Bert), maar dat lukt niet. De diertjes moeten op Afrikaanse bodem blijven. Spijtig!

Maar niet getreurd. We zijn op enkele passen van Granger market, en daar wachten reeds ander diertjes op ons. Die mogen wel het continent verlaten.

Groenten en fruit…

Meloenen en pompoenen… teveel om op te noemen.

De eetstalletjes mogen er ook wel wezen.

En ook mooie boetiekjes.

Zoals altijd tracht Hilde zich in te leven in het decor.

T-shirts met 1.001 maten en bedrukkingen. We twijfelen tussen STOUT GAT en BAKGAT.

Hals- en armbandjes voor elke leeftijd.

Tijd aangebroken voor een tour met een dubbeldekker, hop-on/hop-off genaamd. Een eerste bus is volgepropt, en vertrekkensklaar. Maar de tweede bus staat sinds meer dan een uur in panne. Volgens een officieel van de organisatie zou er een vervangbus op komst zijn. Hopen maar.

Intussen is de rij wachtenden maar aan het aandikken.

Intussen is de vervanger eraan gekomen, en kunnen we de weg op met een boemvolle bus. Iedereen krijgt een oortelefoontje, waarin we alle informatie ontvangen over het afgelegde parcours.

Vanuit het open dek vallen bijwijlen schitterende tafereeltjes te aanschouwen.

Na anderhalf uur bereiken we Hout Bay, en daar willen wij wel een afstapje maken. En samen met ons; bijna de helft van de bus.

Binnen de kortste keren komen wij op een plekje waar we super herinneringen hebben uit het verleden; de Mariners Wharf.

Het is intussen 15u30 en sinds vanmorgen hadden wij nog niets over de lippen. Normaal is het restaurant gesloten tussen 15 en 18 u, maar als de patron enkele van onze verhaaltjes aangehoord heeft, mogen wij ons toch installeren. Met een beperkte keuze uiteraard. Het flesje “Buitenverwachting – Buiten blanc” komt aangedraafd binnen de minuut.

We kiezen dan maar beiden hetzelfde; een linguine. Heel lekker. We nemen nog een choco-mousse als dessert, en gezien het namiddaguur hebben we nu al het gevoel dat we ons avondmaal kunnen overslaan.

Bij het verlaten van ons restaurant aan de haven worden we getrakteerd op een schitterend schouwspel van spelende jongens.

Aan de overkant enkele keuvelende meisjes.

Ons laatste stukje Hop-on/hop-off. We arriveren terug in Waterfront. Pas onze voeten op de begane grond, of daar botsen we weeral op een filmcrew. Efkes stil zijn, en luisteren welke taal ze spreken… jawel; Nederlands.

Het is een Hollandse ploeg die voor RTL 4 een reportage inblikt. Ik kan ze enkele informatie bezorgen over de omgeving, en daar zijn ze heel tevreden mee.

Moe maar tevreden zetten we rond 19u30 voet aan wal in ons hotel. Souperen zit er niet meer in, maar omdat het hier onze laatste avond is willen we toch nog een afscheidsdrankje nemen in het restaurant. We eindigen met een staatsieportret van Hilde, en al de rest is voor morgen.

Zaterdag 4 Februari. Uitstap naar de wekelijkse zaterdagmarkt in Biscuit-Mill.

Vooraleer te gaan ontbijten vragen we in de receptie van ons hotel om een taxi te reserveren, die ons naar Biscuit Mill in Woodstock kan brengen. Dit verloopt probleemloos, met de belofte dat de taxi ons om 10 uur zal afhalen.

Na ons ontbijt, en inderdaad stipt om 10 uur komt onze taximan Kay de inrit opgereden. En tien minuutjes later kan hij ons reeds afleveren aan de koekjesfabriek Biscuit Mill in Woodstock.

Biscuit Mill is alom gekend voor zijn wekelijkse zaterdagmarkt. Honderden winkeltjes, eetstalletjes, kunst- en kitsch hoekjes, teveel om op te noemen.

Her en der staan orkestjes hun kunsten te demonstreren.

Terwijl mama de winkeltjes afdretst neemt papa een Afrikaanse rustpauze.

Maar die rustpauze is van korte duur. Papa moet mee naar het pashokje van een kledingboetiekje. Hij mag mee helpen beslissen over het al dan niet aankopen van het witte kleedje. En wat werd er in gemeenschappelijk overleg beslist? …….

Eenmaal terug in de koopjesgalerie botsen we op de crew van een Duitse televisiezender. Ik blijf een beetje rond die mannen hangen, en nu kan Hilde een tijdje gaan zitten.

Er worden verschillende uitbaters van standjes geïnterviewd. Soms heel ernstig, soms heel leuk.

Iets later wordt Hilde aangezocht om een rolletje te vertolken in een stripverhaal.

Het verhaal speelt zich af in een decor van echte en gestripte oldtimers.

Ikzelf mag ook een paar seconden in beeld komen.

Plotseling blijkt dat ook een andere cameraploeg ons acteertalent aan het opnemen is. Ze willen zich nog verstoppen, maar… te laat. Het zijn wel onze Belgische vrienden zeker. Wanneer we even bekomen zijn van het verschot, spreken we af om deze middag samen van een lunchke te gaan genieten.

Vele van de eetstandjes promoten typisch Afrikaanse gerechten. Voor ons misschien iets te exotisch.

Alhoewel,… die brochette ziet er wel heel smakelijk uit.

zoals afgesproken ontmoeten we onze vrienden in Woodstock Brewery. En het mag eens lekker zijn!!!

c

Tot slot nog een zoet mondje…

We sluiten de namiddag af met dit mooie beeld, en iedereen trekt terug naar hun heimat.

Onder de brug kan ik nog even deelnemen aan “Spel zonder grenzen”.

Vanop ons balkon worden we ook nog getrakteerd op de waterpret van de surfers.

Tijdens ons souper hebben we een toevallig contact (hoe kan het ook anders?) met een groep Belgen van het reisagentschap “De blauwe vogel”. We hebben met verschillende onder hen een babbel, een knabbel en eindeloze uitwisselingen van reis- en andere verhalen. Hiermee zit onze dag er weeral op. Slaapwel.

Donderdag 2 Februari. Aankomst en eerste ervaringen in Kaapstad.

We zijn er bijna, maar nog niet helemaal. Om 8 uur donderdagmorgen geland in Johannesburg.

In dit tussenstation heeft Hilde een toevallig gesprek met een Belgische madame. Vera is haar naam. Ze woont meer dan 45 jaar in Z-Afrika, en had samen met haar echtgenoot een grote fietsenzaak in Stellenbosch. In 2008 hebben ze de zaak, die nu nog altijd bestaat, overgelaten en zijn ze op rust gegaan in Betty’s Bay. Tien jaar geleden is haar man getroffen door een blijvende verlamming, en sindsdien is Vera nooit meer in België geweest. Nu was het de eerste maal dat zij alleen een kort overstapje kon maken naar de heimat. Temeer omdat haar beide oudere broers in België levensbedreigend ziek zijn. Ze drong er op aan dat wij in de komende weken haar en haar verlamde echtgenoot eens kwamen opzoeken.

En nu nog een vlucht van een niemendalletje (anderhalf uur) naar Kaapstad. Verloopt ook vlekkeloos.

Rond 11 uur zetten we onze landing in naar Kaapstad. Prachtig zicht vanuit ons vliegtuigraampje.

Uit het vliegtuig stappen duurde eindeloos lang, maar toen begon het pas. Eindeloos rijen aanschuiven om de douaneformaliteiten te kunnen afhandelen. Bijna drie kwartier. Eenmaal dat afgehandeld lagen onze valiezen reeds rond te toeren en binnen de kortste keren stonden we met pak en zak in de inkomhal.

Moest je het hebben afgesproken, het zou niet beter lukken. In een tijdspanne van tien minuten ontmoeten we in de aankomsthall drie koppels vrienden en/of kennissen. De ene vertrekken binnen enkele uren, de andere zaten ook op ons vliegtuig, en het laatste koppel verblijft hier al enkele weken. Met de blijvers maken we vlug enkele afspraken, en de vertrekkers wensen we een veilige terugvlucht. Maar niet vooraleer we een toevallige voorbijganger hebben aangeklampt om een groepsportretje van ons te maken. Intussen stond onze taxi driver Talip al een tiental minuutjes met zijn bordje “Mr & Mss DEVOS” te zwaaien, maar hij neemt het ons niet ten kwade dat we hem niet vroeger opgemerkt hebben.

Hij brengt ons veilig naar ons hotel “Harbour Bridge” in het centrum van Kaapstad, en op enkele honderden meter van “Het Waterfront”; the place to be. Binnen de kortste keren is door de vriendelijke receptioniste alles geregeld, en kunnen we onze ruime kamer innemen.

Ons uitzicht vanop het balkon.

Alles uitgepakt, alles op zijn plaats. Tijd rijp voor een wandeling naar het Waterfront. Ongeveer anderhalve kilometer. Onderweg prachtig zicht op de Tafelberg.

Om elke hoek van elke straat en op elk plein valt wel iets te beleven. Afrika op zijn best.

We eindigen onze namiddag in “Den Anker”. Een vermaard café/restaurant dat sinds jaar en dag wordt uitgebaat door Belgische eigenaars. We genieten er van een gouter/souper met lekkere Belgische gerechtjes. Toevallig hebben we er ook een lang gesprek met een Hollandse dame. Wat die ons allemaal vertelt grenst aan het ongelofelijke. Maar we moeten het wel geloven, want ze kan alles staven aan de hand van haar foto’s op de IPad. Tegen 20 uur trekken we voldaan weer naar ons hotel, in de hoop van een beetje achterstallige slaap te kunnen inhalen.

Vrijdag 3 februari. Dagje rustig op adem komen in Afrika.

Het werd inderdaad een nacht(je) van 13 uur, maar nu voelen we ons fris en pienter om onze eerste volle Afrikadag aan te vatten. Starten doen we in CANAL CAFE, het restaurant van ons hotel.

Het ontbijt met keuze uit 101 soortjes staat aanstekelijk gerangschikt op mooie kasttafels.

Hilde gaat resoluut in de aanval. Met fruit kom je in de ganse dag vooruit.

Ik houd het bij een roereitje met spek en kippenlevertjes. Smaakt duizend maal beter dan het eruit ziet.

Eerst nog efkes verfrissen op de kamer, en tegen 10u30 nemen we, vlak aan ons hotel, de shuttle boot. Het is een hop-on/hop-off; willekeurig in- en uitstappen aan elke halte. Het Waterfront is gisteren danig meegevallen zodat we ons tot daar laten meeglijden voor onze eerste stop van de dag.

We worden gedropt in de haven van Waterfront, met een mooi uitzicht op de Tafelberg.

Na een paar honderd meter worden we geconfronteerd met enkele spelende en/of ruzieënde zeehonden. Mooi spektakel.

Een eindje verder kan ik een leuk filmpje snappen van een kleine jongen die xylofoon probeert te spelen. En het lukt nog ook.

Inventief zijn ze wel die Afrikanen. Van onder tot boven.

In het Victoria Wharf Shopping Centre zijn er meer dan honderd standjes waar zowel kunst, mode als prularia voorgesteld worden.

Voor een belachelijk laag prijsje wil ik een prachtig neonlicht kunstwerkje kopen, doch dat is zonder een zekere Hilde gerekend.

Aan de uitgang van het shopping centre horen we drie dames plat Westvloams klappen. Wulder klappen ook een beetse luider, en het contact is rap gemaakt. De drie madams wonen aan onze Belgische kust. Eentje van hen woont echter in Kongo, en daarom hebben ze besloten om elkaar een paar weekjes in Zuid-Afrika te ontmoeten. Maar de klap op de vuurpijl moet nog komen. Eigenlijk zijn ze met vier, maar een kwartiertje geleden zijn ze er eentje kwijtgespeeld. Ik stel dan voor om toch een groepsfoto te nemen, en Hilde mag voor stiefzus spelen.

De fotosessie is nog niet af, of daar verschijnt zus nummer 4. Dat verdient dus nog een fotootje. De zus die in Kongo woont is deze met het witte kleed. We krijgen nog een paar verhaaltjes te horen. Misschien zit er hier wel een scenario in voor een film. Of een boek “DE VIER ZUSSEN”.

Intussen is het bijna 13 u geworden, en we zijn op een paar honderd meter van “Den Anker”. Het vervolg laat zich raden. We kiezen beiden voor tempura prawns. Heerlijk!

Na deze lekkere lichte lunch vervolgen we onze wandeling in het zog van enkele Afrikaanse schonen.

Iets verderop word ik uitgenodigd door vier tijdgenoten om efkes mee te poseren, kwestie van de foto volledig gevuld te krijgen.

Aan de overkant heeft Hilde zich verstopt achter Mandela om stiekem een foto te nemen van die vier oudere heren.

En inderdaad, intussen staan we op het Alfred Basin, waar vier grootheden uit de Afrikaanse geschiedenis, waaronder Nelson Mandela, uitgebeeld staan. Impressionant.

Ik wil toch ook een klein souvenir tussen De Klerk en Mandela.

Intussen is de tijd rijp voor onze terugtocht naar ons hotelletje. We nestelen ons op de kamer. Rond 20 uur gaan we nog een snackje proeven in het restaurant, en om 21 uur sluiten we de mooie dag af met B-B-B. (Blog – Bad – Bed)

Woensdag 1 Februari. Daar gaan we…

Vliegen op 1 met aankomst op 2 februari. Onze laatste Waregemdag is er eentje van vallen en opstaan. Organisatorisch loopt één en ander in de war, maar dat wordt ruimschoots vergoed door de laatste afscheidsbezoekjes en telefoontjes van vrienden en familie. Stipt om 14u45 komt Taxi Luc voorgereden, en een dik uur later genieten we reeds van een koffietje in Brussels airport.

In Bistrot Airport komen we reeds in stemming voor wat ons de volgende 16 uur te wachten staat.

Op weg naar onze Gate B 11 komen we langs een piano Maene die bespeeld wordt door een jonge pianiste. Binnen de kortste keren schaart Hilde zich naast die juffrouw, en samen maken ze er prachtige “quatre mains” van. Je mag dan wel 57 jaar gehuwd zijn, om nu pas te ontdekken welke verdoken talenten vrouwlief heeft.

Stipt om 20 u zitten we ingeriemd in onze Boeing A330, en dit voor een vluchtje van bijna 12 u. We zijn (weeral) bij de geluksvogels, want we beschikken over vier zetels voor ons tweetjes. Voordeel van met een helm geboren te zijn. Op uitzondering van enkele turbulenties verloopt alles vlekkeloos.