Dinsdag 28 Februari. Van Knysna naar Swellendam.

Dit moet hier in Knysna ons laatste ontbijt worden. Maar na zes dagen is zo goed als het volledige proviand opgebruikt. Daarom besluiten we naar het restaurant “34 South” te gaan déjeuneren. Vanop ons terras hebben we elke morgen op de waterpolo en op dat terras zitten staren.

Ontbijten op een ander. t Is inderdaad eens wat anders.

We beseffen nu pas dat we in de vijf dagen Knysna de grootste kunstgalerij “THESEN HOUSE” niet bezocht hebben. En dat willen we nog goedmaken voor we de stad verlaten.

Twee kunstwerken…

kunst met een kleine “k”

Kunst met een grote “K”…

En kunst zonder “k”

We vertrekken nu voor onze tocht van ongeveer 300 kilometer naar Swellendam. Reeds na een dik halfuur passeren we Wilderness, en maken een korte stop bij Roger en Greta, en dit om de geleende kruk terug te bezorgen. Roger roept ons toe om beter niet naar boven te komen, want Greta vertoont sinds een paar dagen serieuze griepsymptomen. We spreken alles af vanop een veilige afstand.

Een tweede stop, ditmaal bij onze Apotheker. Klevers en pijnstillers aanvullen.

Een half uurtje later, weeral een stop. Op de zijkant van de baan is er een kleine parking aangelegd van waaruit we een prachtig uitzicht hebben op Dolphins Vieuw. Vroeger spoorde hier twee maal per dag een stoomtreintje over deze brug. Het maakte verbinding tussen Knysna en George. Telkens als de locomotief het midden van de brug bereikt had trok de machinist in volle geweld aan de stoomfluit. En geloof het of niet… In 1999 hebben wij een dergelijk ritje meegemaakt.

En nu terug de baan op.. Na een uurtje rijden hangen we achter een dubbele oplegger waarop zich precies zeer eigenaardige taferelen afspelen. Het duurt een hele poos vooraleer wij beseffen wat zich daar afspeelt.

Na enkele kilometer het getrek gevolgd te hebben komen we voor een paar honderd meter op een 3-vaks baan waardoor ik een poosje op dezelfde hoogte kan rijden. En wat blijkt?… Beide opleggerbakken zitten stampvol gevuld met… jawel… struisvogels.

Dit intrigeert ons danig, en dus bijven we het getrek volgen. We liggen toch meer dan een uur voor op ons tijdschema. Op een zeker moment echter neemt de vrachtwagen een kleine afslag, en trekt hij de velden in. Volgen of niet volgen? We beslissen te volgen zolang de wegeltjes iet of wat berijdbaar zijn. Onze GPS staat goed ingesteld, zodanig dat we altijd de terugweg moeten vinden.

En warempel, na een vijftal kilometer hotsen en botsen in the middle of nowhere stopt het getrek. Springen daar direct een tiental mannen uit de cabine en uit het vrachtruim. Binnen de kortste keren installeren ze een schuin platform en sleuren de dieren uit de laadruimte. De wijde wereld in…

Eerste laadbalk gelost… beginnen ze aan de tweede. Bij navraag aan een van die mannen vernemen we dat in elke laadbak om en bij de 120 dieren gestapeld waren. De reden van deze ganse expeditie kunnen we niet achterhalen, want eenmaal de laatste dieren uitgelaten rijdt de camion binnen de kortste keren terug weg.

Wij keren ook onze kar. Op de terugweg krijgen we meermaals uitzicht op die lieve diertjes. En telkens maken we een fotostop. Je zou voor minder een stopje maken.

We rijden schrijlings langs een kudde, en we maken weeral een stop. Mijn venster naar beneden en direct enkele close-ups van die struisvogelkoppen. Maar de laatste kop was er teveel aan… bril kapot. Gelukkig heb ik altijd een reserve bij de hand.

We gaan nu terug op zoek naar onze hoofdweg, de N2. We worden wel nog twee maal halt toegeroepen door een kudde van die struisvogels die onze weg versperren. De beestjes van dicht filmen zit er niet meer in.

Rond 14u30 rijden we door Heidelberg. Een ogenschijnlijk klein en symphatiek restaurantje trekt onze aandacht. Een licht lunchke zou misschien wel op zijn plaats zijn.

Pas binnen, of we worden geconfronteerd met een heuse feestopstelling. We vernemen dat hier over een half uurtje een “Babyshower” zal plaats vinden. Een babyshower wordt vóór de geboorte van de baby georganiseerd. Deze dag staat helemaal in het teken van de aanstaande mama. Het is een dag waar de ‘mom to be’ nog even lekker verwend en in het zonnetje gezet wordt door haar naasten. Veelal wordt het georganiseerd door familie en/of vriendinnen. Meestal zijn er deze dag alleen vrouwen aanwezig, al komt steeds vaker voor dat de partner er ook bij aanwezig is

De vriendinnen zijn druk in de weer om alles pico bello te versieren.

Intussen is Mariska, de toekomstige mama gearriveerd, en nadat alle vriendinnen met haar geposeerd hebben, mag ik ook even bij haar poseren.

Nu zonderen we ons wat af, en genieten van een lichte maaltijd. Zeven champignons in paneermeel.

In de vooravond arriveren we in Guest Farm Kwetu, ons tussenstation voor één nacht.

Gelegen op een rustige boerderij in Buffeljagsrivier – 11 km buiten Swellendam, de op twee na oudste stad van Zuid-Afrika. “Ons huis, onze plaats”, is de vertaling van het Swahili-woord “Kwetu”. Een eenvoudig woord, met een gevoel van verbondenheid.

Op het vijf hectaren groot terrein mogen we naar believen rondwandelen- of rondrijden. We vangen aan met een wandeling, maar binnen de kortste keren laat mijn knie het weer afweten. Dan maar de auto genomen. Groot is onze verbazing als we na enkele honderd meter bijna oog in oog komen te staan met twee giraffes.

Een lust voor het oog. Gedurende meer dan een uur zullen we die dieren volgen, en als ik spreek van 40 à 50 foto’s overdrijf ik zeker niet.

Vanavond nog een restaurantje doen zit er niet meer in. Hilde tovert nog een toastje met kippeleverpastei uit haar frigobox. Meer moet dat niet zijn.