Maandag 12 maart. Naar het wondermooie stadje Clarence.

Billy, onze buurman van verleden week had ons herhaaldelijk op het hart gedrukt dat we zeker Clarence moesten bezoeken, en indien mogelijk er een volle dag verblijven. En dus zetten we vandaag koers naar Clarence. Een ritje van om en bij de 150 kilometer, dat met de glimlach afgehaspeld wordt. Want vandaag is het zonnetje weer aan het priemen en er kan dus niets kapot. Onderweg een paar stops bij dametjes die een winkeltje opstellen aan de rand van de invalswegen. Meestal zijn dit werklozen die op die manier toch nog trachten een centje te verdienen. Het is bijna middag als we aankomen in Clarence, en we worden onmiddellijk gegrepen door de charme die het stadje uitstraalt. De huisjes zijn als het ware uit een cowboyfilm gesneden, en liggen in een dal dat omringd ligt van uitlopers van de Drakensbergen. Kleurrijke winkeltjes, café’s, kunstgalerijen antiquairs en brocanteurs wedijveren voor de origineelste reclameborden. En toch is het niet kitscherig. Nadat we een belegd broodje binnenspeelden en een B&B-tje op de kop hebben getikt stappen we een magazijnwinkel van tweedehandskledij binnen. En wat hangt daar te pronken in een lange rij herenjassen? Een veston van Christian Devos, een tweetal jaar geleden meegegeven met de ophaling van Oostpriesterhulp. Alhoewel spotgoedkoop heeft Hilde toch liever dat ik ze niet koop. Inderdaad, het zijn alleen maar de bomen die elkaar niet tegenkomen. We hebben ons de ganse namiddag moegeslenterd van winkeltje naar galerijtje, van koffiehuisje naar antiquairtje. Maar het is vooral de ongegeneerde sfeer die in het stadje hangt die ons het meest aangrijpt. Blij dat we hier morgen nog een ganse dag mogen vertoeven… En Billy,… baie dankie voor de tip !

Op bijna elke invalsweg zitten ze met een kraampje. Werkloze madammekes die toch trachten wat te verdienen, nu eens met de verkoop van groenten en vlees…

Eerste kennismaking met het mooie stadje Clarens. Een winkel/hangar die volgepropt zit met balen tweedehandskledij. Komende uit… jawel, België. Op elke baal hangt een klever van Van Breuze – Opwijk, door de textiliens onder ons goed gekend. Een collega van Recutex in Waregem. Het is in dergelijke ondernemingen dat Oostpriesterhulp zijn spullen verkoopt.

Jawel, dit is mijn vest. Ongeveer 2 jaar geleden weggegeven aan Oostpriesterhulp, en nu hangt ze hier in het magazijn van de tweedehandskledij. De pijl verwijst naar de vest. Het rode rechthoekje toont détail van de stof. Als er dan binnenin nog een etiquette van Jimmy Sport uit Knokke zit, dan zijn we het gans zeker. Te koop voor 280 Rand (28 €) Een koopje toch. Ik heb goesting om ze te kopen…, maar er is tegenkanting !

Gisteren reden we langs de schoenenfabriek van Tsonga. Dit schijnen de betere handgemaakte schoenen van Z-Afrika te zijn. Wegens “zondag” was fabrieksbezoek onmogelijk, maar hier in Clarens is er een exclusieve Tsonga-shop. En Pappie mocht ook wel voor één keer iets hebben. Intussen zijn ze nog van mijn voeten niet geweest…

Zondag 11 maart. Ons eerste dipje. Van Ballito naar Harrismith.

Eens moest het er van komen. Een dipje. Ook al omdat het zondag is valt er niet zo veel te beleven, maar we hebben vandaag de Goden niet mee. Ik heb zelfs goesting om “Goden” met een kleine letter te schrijven. We vergissen ons tot driemaal toe van baan (spijts onze Garmin GPS), we hebben af te rekenen met zeer veel wegeniswerken, en hetgeen Billy ons had voorgesteld als ideale route kunnen we niet traceren. De regen valt met bakken op ons Hyundatje, en op den duur zien we het bijna niet meer zitten. Zouden we toch al een beetje aan Waregem aan het denken zijn?  Ons einddoel van vandaag, Clarence, vergeten we, en na 400 kilometer zijn we zeer blij een deftig B&Btje te vinden in Harrismith. De rest kan ons gestolen worden. Morgen beter!

“The Ugly Duckling”. Onderweg naar Harrismith. Hier vinden we “hét” cadeau voor kleinzoon Emile. En ’t heeft iets te maken met de Rolling Stones. We zijn nu al zeker dat hij content zal zijn.