Vandaag hebben we 420 km te gaan naar Kokstad, en dat schrikt een oude, bijna 70 jarige man toch een beetje af. Maar ik blijf de woorden van Thierry (de overnemer van mijn bedrijf) indachtig; nie pluuen! Temeer daar we vandaag in het geboortedorp van Nelson Mandela gaan passeren (Qunu), en die man is er 93 en pluuit ook nie (alhoewel…) Onderweg hebben we weeral mooie ontmoetingen met Xhosa, die ditmaal niet in gemeenschappen wonen, maar gewoon hun lemen pastelgekleurde huisjes langs de nationale baan hebben opgetrokken. Fotogenieke pareltjes. Kort na de middag bereiken we Qunu, het geboortedorp van Mandela, en waar hij nu zijn laatste dagen slijt. Wij hebben ondertussen al 350 km in de kleren, en kunnen ons nu wel een stop permitteren. Naar het Mandela museum dus. Daar worden we opgevangen door gids Maurice, die ons een rondleiding geeft in de drie verschillende zalen van het museum. Alles is zeer realistisch voorgesteld, en in een half uurtje tijd krijgen we een veel beter inzicht in de persoon van Nelson Mandela. Bij ons afscheid van Maurice vertel ik hem dat ik een secretaris ben van een middelgrote Belgische stad, en dat ik een boodschap bij heb vanwege de Vlaamse bevolking voor Mister Mandela. Hiervoor moet ik natuurlijk weten waar Mister Mandela woont. Maurice staart me aan en begint het opeens uit te proesten van ’t lachen. Ik reageer zeer verontwaardigd omdat hij mij niet “au sérieux” neemt, haal perskaart en nog enkele paperassen tevoorschijn, zodanig dat Maurice direct een andere houding aanneemt, en zich verontschuldigd. Nu ligt de bal in mijn kamp, en ik kan Maurice zelfs zo ver brengendat hij ons vanuit het museum de villa aanwijst waar Nelson woont. En wij… onmiddellijk daarheen. Onderweg een kleine stop om mijn bermuda uit te spelen en een lange broek aan te trekken. Aan huize Mandela aangekomen staan we voor een security kantoortje, waar we ons moeten aanmelden. Twee joviale wachters luisteren naar mijn zelfde verhaal, maar moeten ons (tot hun grote spijt ?) meedelen dat bezoek, hoe belangrijk ook, in deze dagen onmogelijk is. Ze vragen nog een visitekaartje, wat ik uiteraard niet bij heb, maar dat Hilde binnen de kortste keren uit haar grote sackoche tevoorschijn tovert. Twintig minuten later maken we (weeral) een stop om een koeienhoeder met zijn kudde te fotograferen. We worden eensklaps opgeschrikt door de loeiende sirenes van een ambulance begeleid door twee politiemotards. En wat zal later blijken? Deze ambulance voerde Mandela naar een kliniek, voor een onderzoek van zijn acute buikpijnen. Welwel!
Tegen 17 u bereiken we onze “Willowdale lodge”, waar we hartelijk ontvangen worden, een goede kamer aangeboden krijgen, en van een souper kunnen genieten om duimen en vingers af te likken. Maar later zal blijken… veel te veel en veel te zwaar.
Onderweg, en ditmaal niet in een township. Mama Xhosa met kroost.