6 uur in de morgen. Prachtige zonsopgang te zien vanuit onze kamer. Nog wat vroeg om op te blijven. Ik duik nog een beetje terug onder de lakens.
Een vriend van de Waregemse filmclub had mij reeds van verleden jaar de tip gegeven om eens contact op te nemen met een koppel Belgen die een zestal maanden per jaar in Sandbaai bij Hermanus verblijven.
En vandaag, toevallig 1 april, is het er toch maar eens van gekomen om Luc en Lieve Notredame te gaan opzoeken. Wat zijn dat aangename mensen. West-Vlamingen! We krijgen een resem tips en weetjes mee voor ons verblijf alhier. Zoveel zelfs dat er slechts een paar zullen weggelegd zijn voor dit jaar. Vooraleer afscheid te nemen maken we een afspraak om morgenavond samen een restaurantje aan te doen in Hermanus.
Gisteren waren we op zoek geweest naar de abalone kwekerij in de nieuwe haven van Hermanus. Alles leek daar dicht en afgesloten. Met de tips die we van Luc Notredame meekregen trekken we er deze middag opnieuw heen. Inderdaad, nu komen we er wel in.
We worden ontvangen door Johan Hugo, één van de eigenaars van de kwekerij, We zijn spijtig genoeg te laat voor de geleide tour. Deze heeft maar éénmaal per dag plaats, om 11 u in de voormiddag. Als Johan onze ontgoocheling bemerkt stelt hij voor dat hijzelf een privé tourtje voor ons zou versieren. Wat hebben we nu geluk!
De zeeslak Abalone , in het Nederlands paarlemoer of zee-oor genoemd, is erg gewild vanwege de mooie parelmoeren schelp die gebruikt wordt voor veel decoratieve doeleinden zoals knopen en zelfs juwelen. Het vlees wordt als delicatesse beschouwd (Abalone steak) en schijnt ook medicinale werking te bezitten. Al deze eigenschappen bij elkaar hebben ervoor gezorgd dat deze zeeslak overbevist is geraakt en nu wordt beschermd. Er wordt actief jacht gemaakt op de stropers. Tot daar Johan’s inleiding om nu met de tour van de paarlemoerkwekerij te starten.
Maar eerst moeten we een paar botten aantrekken, want de kwekerij moet ten alle tijde bacterievrij blijven.
Nadat we met onze voeten nog door een spoelbad moesten lopen en ook onze handen gedesinfecteerd werden kunnen we aan de eigenlijke tocht beginnen. In deze eerste afdeling worden de diertjes van 0 tot 3 maanden gekweekt. Ze worden verdeeld over honderden watertanks. Deze tanks worden gevuld met het water van de oceaan. Noch de kwaliteit van het zeewater, noch de temperatuur (15-18 graden) worden aangepast. Zo wordt de optimale natuurlijke habitat van de diertjes in stand gehouden. Zij krijgen wel wat voeding toegediend, maar die bestaat ook bijna hoofdzakelijk uit zeewier van de oceaan. Ook al omdat er geen chemicaliën worden toegevoegd kan het bedrijf het water terug naar de oceaan stuwen zonder enige verontreiniging. Er circuleren dus constant miljoenen liters water door het bedrijf.
Zolang de diertjes nog de drie maand niet bereikt hebben zitten ze vastgenesteld op zwarte plastic schelpen. Johan laat er eentje over zijn duim lopen. En dat lopen kan je ook letterlijk nemen. Want in tegenstelling tot oesters hebben abalones slechts een schelp langs één zijde.
Eenmaal de drie maand voorbij verhuizen de dieren naar de overdekte kwekerij. Hier komen ze nu in grote bakken terecht. En vanaf nu zal men ook hun geslacht kunnen bepalen.
Hilde krijgt een abalone in haar handpalm, en we gaan nu eens vlug controleren of een meisie of een mannietjie is.
Dit exemplaar is een mannietjie… Het wit gedeelte achteraan onder de schelp verraadt sperma. Zodus…
En zo zie je ook hoe ze zich zo makkelijk kunnen verplaatsen.
Tussen hun 3 maanden hun vierde jaar leven de abalones tussen geperforeerde schotten in de waterbakken. Om het paaien (afzetten van sperma en eieren) te stimuleren wordt waterstofperoxide toegevoegd aan het zeewater in de bakken. Dit stimuleert de spieren die moeten contracteren om eieren en sperma los te laten.
In de kwekerij worden eieren en sperma in de juiste verhouding gemengd. Na enkele uren zinken de bevruchte eieren naar de bodem van de tank.
Na al die uitleg en nadat we enkele vragen correct beantwoord hebben krijgen we het getuigschrift van “abalon-o-loog” overhandigd door Johan. De botten mogen terug naar af, en hij voert ons mee naar de receptie alwaar een kleine proeverij met abalones op ons wacht. Heerlijk! Links onderaan abalones met een speciaal sausje en kaviaar. In het midden een julienne van abalones, champignons, tomaat, peper en nog een paar ingrediënten. Om rechts te eindigen met pure abalone. Alhoewel ikzelf absoluut geen oesters mag vind in dit een echte delicatesse.
Awel, awel… zijn we hier goed ontvangen.
De kwekerij van Johan Hugo commercialiseert de abaloneproducten onder de naam “ABAGOLD”. Tussen 85 en 90% van de productie gaat naar de Far East. Zowel in China als in Japan zijn ze verzot op deze delicatesse. Als je weet dat er vier jaar aan een abalone gekweekt moet worden kan je ook wel indenken dat het niet goedkoop is. Een klein doosje opgelegde abalones kost al vlug boven de 30€.
We rijden nog enkele straatjes in- en uit om de andere activiteiten in de haven wat te proeven.
De township die we nu passeren kan ik weeral niet links laten liggen. Dus neem ik hem rechts. Een braadworstje bij die twee leuke dames zouden we wel lusten, maar het contrast met de abalones zou te groot zijn.
De snoepcontainer heeft ook wel te doen. Klanten vechten om het eerst bediend te worden.
Twee wrakken. Hoeft geen verdere uitleg.
We gaan morgenavond souperen met Luc en Lieve Notredame. Zij vroegen of wij niet wilden reserveren in “Bientaugg’s cave”, een restaurant vlak aan het water in de oude haven. Op onze wandeling naar het restaurant ontmoeten we twee Moslima’s.
Vanop het terras van het restaurant heb je een prachtig uitzicht op de Indische Oceaan. Maar morgenavond zal daar waarschijnlijk niet zoveel van te zien zijn.
Deze periode is geen walvisseizoen, doch eensklaps zien we een monsterexemplaar voor onze ogen opduiken. We zijn zeer geschrokken maar toch ook wel supercontent dit meegemaakt te hebben.
Op onze terugweg ontmoeten we verschillende Kaapse klipdassen. Deze dassie’s komen in grote getale voor op de Tafelberg, maar blijkbaar zijn ze hier ook niet vreemd.
Voor diegenen die het niet gesnapt hadden… dat van die walvis was een 1-april grapje natuurlijk.
Elke eerste vrijdag van de maand organiseert Hermanus een Kunst Wandeling. Dat is nu eens geen 1-aprilgrap. En dit van 17 u tot 20 u. Dat willen we wel eens meemaken.
Vijftien galerijen, gelukkig allemaal op de oppervlakte van een voorschoot.
Het meisje is echt. De olifanten zijn een schilderij.
In veel van de galerijen zijn de kunstenaars aanwezig, en overal worden wij op een hapje of een glaasje vergast.
Keramiek, brons, glaswerk, sieraden, aquarellen, Afrikaanse artefacten; er is meer dan genoeg om een paar uur op een zeer gezellige manier door te brengen.
Gezien het warme klimaat is er zowel buiten als binnen iets te beleven.
Het publiek is ook zeer verscheiden.
Een naakt in een gekrakeleerd metaal.
We zijn zeer matig geweest in het aanvaarden van drankjes en hapjes, doch na een drietal uren zijn we het wel zat. Niet van de drank, maar van de overvloed. Gelukkig hebben we voor vanavond niets vastgelegd. Moe en voldaan trekken we naar onze “Burgundy”.