Inderdaad, het laatste dagje van ons verblijf in de streek van Kruger is reeds aangebroken. En omdat het zondag is, zullen we het vandaag ok rustig houden. In de voormiddag een beetje niksen. Dit betekent; lang aan de ontbijttafel, genieten van de omgeving, babbeltje hier, laptopje daar, boekje ginder…
Geheel in het kader van het zalig nietsdoen gaan we lunchen in “Carpe Diem”, het restaurantje dat we 14 dagen geleden ook al eens aandeden. Op zondag wordt er life muziek gemaakt, en trakteert de baas op een gratis mojito-apéritief.
Pittige mojito in Carpe Diem.Santé…
Life music…
En ze zullen het geweten hebben, want we krijgen dezelfde serveuse, en de duifjes zitten bij de vriendelijke dame weeral dicht bij de draad. Erik en Guy hebben dat natuurlijk vlug in de gaten.
Erik en Guy hebben het vlug door; de duifjes zitten weer dicht bij de draad.Erik houdt er twee parasolletjes aan over…
Op de terugweg passeren we de bananenplantage, en rijden daar ook nog eens binnen.
Wachten om verpakt en verstuurd te worden; naar België ?
Wegens zondag zijn de meeste mensen rond hun schamele huisjes ook aan het niksen. Wat wel opvalt is het optimisme van die arme mensen. Ze wuiven ons toe, ze lachen en ze spelen… met heel weinig zijn ze tevreden. Erik vindt dat elk kind van bij ons hier eens voor enkele dagen mee geconfronteerd moest worden. Geen TV, geen I-pad, geen GSM… en toch tevreden zijn.
Ze hebben niet veel… of juist héél veel!Zonder GSM of I-pad kan het ook…
Verder op de weg ontmoeten we een grote vrachtwagen tegenover een kerkje. De eredienst is net afgelopen, en de vrachtwagen wordt volgestouwd met misvierders. Zij zullen met deze vrachtwagen terug naar huis gevoerd worden.
Na de mis, allemaal de vrachtwagen op, en terug naar huis.
Enkelen hebben al vlug door dat we ze in de gaten houden, en beginnen te wuiven en te zingen. Erik is niet meer te houden; hij springt uit de wagen en begint het rithme aan te geven. Nu barst het feest eerst los: allemaal staan ze te wuiven, te chanten en te brullen alsof hun leven ervan afhangt. Nog maar eens het bewijs met hoe weinig ze kontent zijn. En wij… wij genieten van er op te kijken.
Erik geeft de maat aan…… en daar gaan ze!
In de vooravond rijden we samen met Paul en Nadine voor een laatste maal langs de Seekoeweg en de oever van de crocodile river. Een laatste groet aan de springbokjes, de impala’s, de giraffen en de wrattenzwijnen. Alhoewel we ze in de voorbije dagen bij tientallen ontmoet hebben, blijven we voor elk dier be- en verwondering betonen; zo mooi!
Laatste maal bij die mooie impala’s?…laatste giraffe?…en misschien wordt dit de laatste zebra…
Het souper wordt er eentje van restjes en overschotjes. Er zit nog een flesje Poncraz en ook een fles Chenin Blanc in de ijskast. We doen ons tegoed aan toast met tonijn, kaas met tomaatjes, en heerlijk opgewarmde pizza. Deze laatste uit de doggy-box van deze middag. Iets later op de avond komt er nog een muishondje goede nacht wensen…
Uitslapen tot bijna 9 uur, en rustig ontbijt op ons terrasje. Na bijna één week zijn de mannen bijna het afdienen, afwassen en afdrogen verleerd, maar ze worden deze morgen vlug met hun neus op de feiten gedrukt. Opdracht is opdracht ! Rond 10 uur meldt Sutterke zich aan met het goede nieuws dat zijn electriciteitsprobleem opgelost is. Hij vertrekt dan ook direct terug naar zijn lodge, overstelpt met 3 zakken wasgoed. Zijn wasmachine zal al enkele uurtjes mogen draaien. De rest van de voormiddag wordt gevuld met zalig nietsdoen, kaartjes schrijven en wandelingetje maken. We krijgen het bezoek van de familie wrattenzwijn met haar ganse kroost. Papa zwijn waagt zich tot op ons onderterras, en de kroost doet zich tegoed aan Paul’s vetplantjes.
Papa wrattenzwijn waagt zich tot op het terras…terwijl de kroost zich tegoed doet aan Paul’s vetplantjes.
Onze vrienden Guy en Erik en ook Trees en Anny zijn fervente bridgers. En gezien deze rustige dag kan het ook niet anders ofdat zij het kaartspel bovenhalen. Het wordt dus een paar uurtjes rustig in Xeni-lodge… alhoewel !
Onze bridgers in actie…Bridgespecialist Guy.
Iets later in de namiddag is Paul daar al terug met het gewassen witgoed. Hij blijft nog wat prutsen aan de filters en kranen van het zwembad. Tot wij hem eensklaps horen roepen en tieren. Wij hollen naar de afsluiting, en daar ligt Sutterke krijsend en gillend te krullen op de grond. Met beide handen houdt hij een lange slang van zich af. Er kleeft bloed aan zijn armen. Zijn gekrijs snijdt door merg en been.Wij staan aan de grond genageld… tot plots blijkt dat het een plastieken slang is. En het bloed schijnt ketschup te zijn. Tenandere, slangenbeten bloeden niet, doch daar denkt men in paniek niet aan. Drommelse Paul toch! Dat was meer dan schrikken. Vanaf nu krijgt ook hij het etiket van “verschieter” opgekleefd.
Kermend op de grond… gebeten door een groene boomslang.Fantast Sutterke met zijn plastieken slang.Hilde voelt zich thuis…
In de vooravond begeven we ons naar de crocodile river, om daar van de zonsondergang te genieten, en misschien ook enkele dieren te spotten. De overkant van de rivier is immers het Krugerpark. We hebben een frigobox bij met een zestal biertjes en een fles Zuid-Afrikaanse Poncraz Champagne. Aangevuld met wat knabbelhapjes. Onderweg ernaartoe spotten wij al zebra’s, een kudu, en zelfs een eenzame struisvogel.
Zebra’s…een kudu…en zelfs een eenzame struisvogel.
Aan de rivier gekomen installeren we ons op een tribunneke, speciaal opgetrokken voor wildspotters. We zijn daar ook niet alleen. De drankjes, de hapjes, de zonsondergang; dit is pas genieten. De dieren echter vertikken het om hun snuit te tonen. Maar zelfs dat kan de gezellige ambiance niet verstoren.
Gezelligheid troef op het tribuuntje.Geen dieren… of toch nog een luipaard? En wat moet die tekst betekenen?Genieten van de zonsondergang op de Crocodile River.
Eén minpuntje; zowel Anny als Trees vergeten hun verrekijker, en tegen zij het ‘s anderendaags beseften waren de kijkertjes al verdwenen.
De avond wordt er eentje van Chef Paul De Sutter. Hij zal ons vergasten op heerlijk besauste kippeboutjes. Als hoofdgerecht presenteert hij ons een mals varkenshaasje, ook al met twee subtiele sausjes en Belgische fijne frietjes. De kers op de taart wordt een gebakken Amarula-banaan. Super! Inderdaad, Paul is ook van Kruishoutem. Hij mag gerust zijn Xeni-lodge omdopen tot “ ‘t hof van Xeni”.
Het ontbijt in Graskop Hotel verloopt nogal chaotisch, waarschijnlijk omdat er een ganse bus hotelgasten op hetzelfde ogenblik als ons wil afreizen. Maar op het voorziene uur (9 u) zitten we toch gepakt en gezakt in de wagen. Eerst 12 km terug naar God’s Window, Alhoewel de wolken vandaag ook niet al te hoog aan de hemel staan rijden we eerst 12 km terug naar God’s Window. En weeral is God ons niet gunstig gezind, want het wolkengordijntje blijft ook vandaag volledig dicht. Dan maar doorgereden naar de Mac Mac falls. Deze 65 meter hoge waterval stort zich te pletter in de Mac Mac rivier. Het wordt een flinke klim, maar dat zijn we intussen al gewoon.
De Mac Mac falls, weeral een wonder der natuur.Groepsfoto met zicht op de falls.
En ook ditmaal worden we beloond met een prachtig wonder der natuur. De winkeltjes bij de uitgang van het park hebben succes. Omdat Anny en Hilde een paarse fleece dragen willen ze persé op de foto met een verkoopster die ook paars gekleed is. Three Purple Ladies. Intussen redt Trees het wel met de zoon van de verkoopster.
Three purple ladies…Trees met de zoon van de verkoopster…
Iets verderop komen we bij de Horseshoe (hoefijzer) Falls. Deze waterval is niet al te hoog, doch door zijn aparte vorm toch wel opzienbarend. Het water valt inderdaad in de vorm van een hoefijzer naar beneden. Op onze tocht ernaartoe hebben we zelfs een hond, een labrador, als reisgezel.
Onderweg naar de Horseshoe falls.
Zelfs de luie labrador wandelde mee…Horseshoe falls.
Creek Falls is onze volgende bestemming. Een driehonderd meter lang pad dat ons er heen voert, gaat door nevelig inheems bos. Het regenwoud zou men bijna zeggen. Hier voert Paul met behulp van enkele lianen een Tarzaniaans nummertje op, maar de lianen spelen Tarzan lelijk parten; binnen de kortste keren ligt onze vriend op de grond.
Paul is de plek aan het uitzoeken om Tarzan te spelen.
Bij de Bridal Veil Falls stort het water zich in een lange nevelige bruidsluier (Bridal Veil) vanop 70 meter naar beneden.
De bruidsluier falls.
Met deze bruidsluier nemen we afscheid van de Panoramaroute. We zijn het er unaniem over eens dat het een unieke ervaring was. We hebben nog een paar honderd kilometer te gaan naar onze thuisbasis, Xeni-lodge. In de vroege namiddag en ongeveer halfweg gaan we wat proviand en drank ophalen in een prachtig winkelcentrum nabij Nelspruit. In één van de aanpalende winkeltjes wordt mijn internetprobleem (gedeeltelijk) opgelost, waardoor de sandwich met het glaasje Chenin Blanc nog lekkerder smaakt. In het buitenrijden van Nelspruit passeren we nog de straat van de coiffeurs. Om de tien meter zit er een mannen- of vrouwenkapper met een tweetal stoelen en een spiegel aan een nabije boom. Wij tellen er wel een dertigtal.
Een dertigtal kappers op een paar honderd meter.het laatste haarsprietje moet er af.
Honderd kilometer verder en anderhalf uur later zet Paul ons veilig neer bij onze vertrouwde Xeni-lodge. Dank u chauffeur Paul, en ook merci aan Nadine voor het uitstekend gidsen onderweg. In Xeni-lodge zelf is er, waarschijnlijk door een onweer van de voorbije dagen, iets mis met de techniek van het zwembad. Op zijn zachts uitgedrukt heeft het water niet de kleur wat het zou moeten hebben. Maar Paul zal dat ook wel oplossen.
Toevallig wordt onze aandacht getrokken door een prachtige reuzespin die een afdak van de lodge verbindt met een boom. Wij hadden het prachtig exemplaar verleden week al opgemerkt (en gefotografeerd), maar intussen heeft ze een kanjer van een web uitgebouwd. Samen met de prooien in het web moet dit nu natuurlijk ook op de foto.
Een uitzonderlijke spin.
Tegen valavond komen Paul en Nadine ons afhalen, want we willen samen naar het nabijgelegen GRAND KRUGER LODGE voor het avonddinner. In de prachtige tuin, goed ingesmeerd met muggenmelk, genieten we bij kaarslicht van het lekkers dat de chef te bieden heeft. Ondertussen vernemen we dat Paul het in zijn woning zonder electriciteit moet stellen. Het onweer dat schade aangerichtte aan onze zwembadinstallatie moet bij Paul blijkbaar de ganse electriciteit uitgeschakeld hebben. Als dat maar goed komt. Want morgen is het weekend, en… we zijn in Afrika. Onze vrouwtjes hadden erop gerekend om een wasje te kunnen slaan in de wasmachine bij Nadine. Voorlopig dus uitgesteld, maar ook dit is niet zo erg… we zijn nog niet door de stapel onderbroekjes heen.
We ontbijten om 8 uur op het terras van onze lodge. Zalig weertje, mooie omgeving, gevarieerd buffet en goede bediening van Eugenia en haar ploeg.
Ontbijt op terras…geserveerd door Eugenia en haar crew.
Een uurtje later zijn we al op weg richting Strijdomtunnel om langsdaar dezelfde Blyde Rivier Canyon te bezoeken, maar ditmaal vanuit de hoogte. We zijn nog maar pas de tunnel door, of daar laten de vrouwtjes zich al verleiden door de vele toeristenkraampjes. Er worden kiekjes gemaakt van Rina met haar giraffe en van Nivea met haar halssnoeren.
Rina’s giraffe, Hilde, Rina, Erik en Anny.Nivea verkoopt geen Nivea, maar wel halssnoeren.Winkeltjes en kraampjes… in overvloed.
We klimmen verder tot 1600 m hoogte en al vlug krijgen we de Drie Rondavels terug te zien, maar ditmaal vanuit een gans ander perspektief.
De Drie Rondavels; ditmaal vanuit de hoogte.Paul en Trees op eenzame hoogte.De vrienden in een schitterende natuur.De Blyde Rivier kronkelt in de gelijknamige canyon.
Wij zakken terug af naar de ravijn, en op de plaats waar de Blyde en de Treur rivier samenvloeien komen we in het domein van de Bourke’s Potholes.
Bourkes Potholes.Van hieruit prachtig zicht op de kunstige erosievormen.
Deze cilindervormige gaten zijn ontstaan door de rivier die met behulp van stenen en zand gedurende miljoenen jaren in de rotsen heeft uitgehold. Dit erosieverschijnsel, een wonder der natuur, zou ook een modern kunstwerk kunnen voorstellen.
Een modern kunnstwerk met de natuur als artist.
Van de Potholes gaat het naar de Berlin Falls. Om deze watervallen op zijn mooist te kunnen fotograferen moeten wij een gans stuk over puntige rotsen hoekige stenen afdalen. Balustrades zijn er niet en de randen van de rotsen zijn spekglad.
Gladde afdalingen om toch maar dat mooiste beeldje te schieten.
Paul heeft sowieso al natte schoenen, maar riskeert nu ook nog een natte broek om toch maar een mooie foto van onze groep te schieten.
Paul riskeert een natte broek…Vanuit Paul’s hachelijke positie komen de dames goed tot hun recht…en Guy kijkt er naar en ziet dat het goed is.
Wanneer wij de terugweg naar boven aanvatten begint de hemel vervaarlijk zwart te kleuren, en enkele ogenblikken later krijgen we een plensbui te verwerken.
Een plotse plensbui kan Erik niet deren.
Aan het einde van de Canyon willen we nog het vista point God’s Window ontdekken, doch de hemel zit nu potdicht, en er heeft zich een natuurlijk gordijn uitgespreid over het Goddelijk panorama. Er zit niets anders op dan rechtsomkeer te maken. We zijn nu op slechts 12 km van Graskop, ons logementstadje voor deze avond. Dus, dan maar daarheen. Het is al 3 uur en onze magen laten zich al een tijdje horen, maar dit wordt goedgemaakt door een overstapje bij Harrie’s pancakes, het bekendste pannenkoekenhuis van Zuid-Afrika. We moeten al vlug toegeven dat ze deze renommee niet gestolen hebben.
Heerlijke pancakes.
Na dit culinaire intermezzo maken steken we de straat over naar de Afrika Silk Weavers, een zijdeweverijtje met uiteraard, hoe kan het anders, een aanpalend winkeltje. Een mooie bedoening; er zit er eentje de zijde uit de natte cocons te halen en op een droogrekje te spannen. Een andere is draden aan het spinnen. En een drietal vrouwen zijn aan het weven op primitieve handweefmachientjes. Op een gegeven moment beginnen ze gezamelijk te zingen op het ritme van hun handelingen. Een streling voor oog en oor.
De zingende spinster.
We vinden het nog te vroeg om onze intrek te nemen in Graskop Hotel, en daarom besluiten we om nog een overstapje van een twaalftal kilometer te maken naar Pelgrim’s Rest, een legendarisch oord, waar ooit de grootste goudkoorts van Zuid-Afrika heeft plaatsgevonden.
Mama met baby in Pelgrim’s Rest.
We ontmoeten er drie kinderen die dolblij zijn met een petje van Radio Shack. Een goede Wielsbeekse vriend heeft mij een pak van die petjes meegegeven. In België zijn ze niet meer zo populair, en de “zwartjes” zullen er nog blij mee zijn, had Noël mij gezegd. Met nog een centje bovenop zingen ze er op los, en maken ze allerlei kunstjes en kuren.
Lance Armstrong achterna…Eentje heeft er een prachtige vogelschrik bij.
Iets verderop, aan een oud winkeltje, zitten twee Nbele vrouwen in hun typische klederdracht.
Twee Nbele vrouwen…Volgens de Happy Pépé’s is dit de mooiste…
Wij voelen wel dat dit een beetje fake is, maar laten ons toch verleiden om het winkeltje binnen te stappen. Daar raakt Hilde bevriend met een baboon.
Hilde en haar baboon…
We drinken een heerlijk “Windhoek” biertje in de historische bar naast “Royal Hotel”. Deze bar was ooit een kapel in Maputo, de hoofdstad van Mozambique. Het gebouwtje werd integraal gedemonteerd en door een handelaar rond 1890 op een ossewagen naar Pelgrim’s Rest getransporteerd.
De fameuze Maputo-bar.
In de bar hangen honderden bankbiljetten aan drankrekken en muren. De Happy Pépé’s laten hier uiteraard ook een souvenir achter.
Waregem en de Happy Pépé’s zullen hier ook hun visitekaartje achterlaten.Voor diegenen (Dirk VR) die hier binnenkort ook komen; HIER hangt het!Als afscheid willen de obers nog één fotootje met onze dames.
De intrek in Graskop Hotel verloopt vlot, en we genieten van een heerlijke steak in het nabijgelegen Resto Mozambique. Een overvolle dag met tal van leuke belevenissen…
We raken maar niet uitgekeken op de diertjes, en daarom laten we ons weer verleiden op de ochtenddrive in Gomo Gomo. Het is immers onze laatste kans, want deze middag verhuizen we naar andere oorden. Spijts het vroege ochtendgloren is iedereen toch goedgemutst, en we worden weeral getracteerd op impala’s, olifanten, kudu’s, bavianen en buffels.
Impala’s aan de plas.Groepje buffels.
Maar het luipaard, het enige van de big 5 dat ons nog ontbreekt is voorlopig nergens te bespeuren, zelfs niet door de fijne speurneuzen van onze rangers. Zij schijnen er nog in te geloven om ons een exemplaar te kunnen tonen, maar niets mag baten. De happy Pépé’s tonen natuurlijk alle begrip; immers wilde dieren kan men niet op commando oproepen. En onze vraag om nog eens naar het giraffekadaver te gaan zien wordt direct ingewilligd. Wij hadden gehoopt dat nu reeds andere dieren aan de dis zouden zitten, maar het zijn nog steeds de leeuwen, waaronder weeral een wit exemplaar, die het karkas liggen aan te vreten.
Witte leeuw aan uitgevreten karkas.Prachtige foto, alhoewel ik het zelf zeg, van Simba die ligt na te genieten van zijn overvloedige maaltijd.En zij zitten nog steeds te wachten…
En de gieren, die zitten met tientallen te watertanden (alhoewel gieren geen tanden hebben) in de omringende bomen. Op dezelfde plaats als gisteren worden we nu op een ontbijt vergast. Koffie met muffins. Uit het vuistje… heerlijk!
Muffins uit het vuistje… heerlijk.
Eenmaal terug in Gomo Gomo is het tijd voor het afscheid. Aan Dominiek, aan Rian en aan de lieve Mona. Hopelijk tot weerziens…
Afscheid aan Rian.Mona wuift ons uit met haar djembetrommel.
Nog maar pas het resort verlaten en er komen ons nog twee giraffen midden op de verharde aardeweg gedag zeggen. En uit de naburige bosschage komen er nog een paar. Sierlijk groeten ze ons tot afscheid, op een manier zoals alleen giraffen dit kunnen.
Giraffen op ons pad.Sierlijk afscheid aan Gomo Gomo.
Het feit dat we de vijfde spruit uit de big five niet gespot hebben (het luipaard) zit ons tamelijk hoog. Daarom gaan we maar al te graag in op het voorstel van Paul en Nadine om een kleine omweg te maken in Hoedspruit, en daar een opvangcentrum voor cheetah’s te bezoeken. De cheetah is immers dichte familie van het luipaard, en wordt ook jachtluipaard genoemd. Wij krijgen eerst een film te zien over de werking van het centrum. En dan weeral de safari-Jeep in op weg naar het park.
De zebra mag niet mee op tournee.
Hier zitten de dieren in omheinde parken, en veelal rijden we buiten de afsluiting. Maar ook één enkele keer binnen de omheining.
Ook mooi, deze cheetah of jachtluipaard.
Het zijn prachtige dieren, maar toch worden we hier niet met dezelfde gevoelens overladen als bij de in het wild lopende dieren. Het doet een beetje zoo-achtig aan. Na de rit drinken we een glaasje en eten een hapje op het terras van het centrum. En daar vinden we de ideale entourage voor een nieuwe Amarulla-affice, met vriend Sutterke als mannequin.
Nieuwe poster voor AMARULA.
Hierna gaat het naar de aanlegsteiger van een platte schuitboot die de Blyde Rivier opvaart, en een rondvaart maakt naar en rond de Blyde Rivier Canyon, ook weleens de “Afrikaanse Grand Canyon” genoemd. Wij zijn de allerlaatsten die er nog bij kunnen, want met ongeveer 80 personen zit het ding stampvol.We glijden langs de rode, roeste en grijze rotsen, die imposante toppen vormen. Afgewisseld met diepe kloven van leisteen. Her en der laten watervalletjes hun zilverdraden in de rivier dwarrelen.
Subtiele watervalletjes.
In de achtergrond zien we de Drie Rondavels, drie bergen waarvan de vorm inderdaad doet denken aan de Afrikaanse ronde strohutten.
De Drie Rondavels.
Als we de plaats bereiken waar de Blyde Rievier en de Treur Rivier elkaar ontmoeten maken we rechtsomkeer en varen terug richting aanlegstijger.
Na deze weeral boeiende ervaring wil Paul ons toch nog een voettochtje laten maken naar een punt waar we een stuwdam van zeer dichtbij kunnen bewonderen. En inderdaad, het voettochtje loont de moeite.
Hilde en Anny op de muur van de stuwdam.Prachtig uitzicht op de Canyon.
Wij blijven hier ook wat rondslingeren, en tegen de klok van 6 uur rijden we richting Lodge. We rijden het Canyonpark uit, maar komen plotseling aan een gesloten poort te staan. “GATE HOURS 07:00-17:00” Ketting en slot rond de poort, dus geen ontkomen aan.
Poortje toe… wat nu?
Maar Paul zou Sutterke niet zijn moest hij ook daarvoor geen oplossing hebben. De scharnieren uit de hengsels geheven, en… klaar is Paul.
Klaar is Paul !
Een half uurtje later genieten wij, omringd door bijna tamme zebra’s, van ons welkomstdrankje in Blyde River Canyon Lodge. Weeral een super locatie.
Blyde River Canyon Lodge; weeral een super locatie. Erik, de dierenvriend…
Reeds om 5 uur in de morgen komt Ranger Rian ons wekken, want er staat een morgendrive op het programma. Omdat het zo vroeg is en nog maar pas begint te klaren hebben we nu wel onze KaWés bij. Een half uurtje later staan Rian en Dominiek ons op te wachten aan de Safari-Jeep, en weg zijn we. Het is wel frisjes, zo vroeg in de morgen.
Vroeg in de morgen en frisjes…maar toch al met de glimlach.
Aanvankelijk is er niet zo veel te zien. En daardoor hebben we wat meer aandacht voor de kleinere diertjes. Een prachtig vogeltje trekt onze aandacht, en volgens Rian moet dit een Angolees blauwfazantje zijn.
Dat een fazant… in België gelooft dat niemand.
Volgens sommigen onder ons heeft dit weinig met een fazant te zien, maar Rian is gediplomeerd ranger; dus geloven we hem. Iets verder kruist een kolos van 3 ton onze weg, een Afrikaanse neushoorn. Alweer volgens Rian, één van de gevaarlijkste uit het dierenbestand. En toch benaderen we de kolos tot op een paar meter. Klikkerdeklik doen de fototoestellen, maar gelukkig stoort het monster daar zich niet aan. Gelukkig maar.
Een kolos van een neushoorn. Om en bij de 3 ton.
Plots wordt Rian langs zijn walkietalkie opgeroepen door een andere ranger. Onder mekaar spreken de rangers een soort dieventaaltje, opdat de toeristen het gesprek niet zouden begrijpen. Maar aan de opwinding van het gesprek te horen moet er toch iets speciaals gaande zijn. En inderdaad… enkele kilometer verder moeten een bende leeuwen een giraffe aangevallen en gedood hebben. Moeder giraffe heeft haar jong willen verdedigen, en beiden zijn ze een gemakkelijke prooi geworden van die hongerige leeuwen. Zonder treuzelen trekken we recht naar de plaats van het gebeuren. De eerste indruk is er eentje van afgrijnzen; een giraffe ligt uitgestrekt op de grond. Half karkas en de andere helft nog in haar mooie huid.
Hallucinant…
Een tietal meter verder ligt het jong, en daar schiet bijna niets van over. Een zestal leeuwen ligt her en der met opgezwollen buik. Twee anderen zijn het kadaver verder aan het uithollen. Een luguber schouwspel, alhoewel volgens Rian; de wet van de jungle.
Eén kant nog bijna intact.
Bovenop dit stukje National Geografic maken we nog iets exeptioneels mee. Er zitten namelijk drie witte leeuwen in de groep. Rian zelf heeft in zijn zevenjarige carrière slechts drie maal een witte leeuw gezien. Weeral het bewijs dat we met de helm geboren zijn.
De witte leeuw; niet alledaags…
Om 9u30 zijn we terug in Gomo Gomo, en onze intussen uitgehongerde maagjes doen zich te goed aan het uitgebreid buffet, weeral geserveerd door Mona
Me and Mona.
Tot 16 uur is er freetime die door elkeen op zijn manier wordt opgevuld; zwemmetje, zonnebadje, boekje lezen, licht lunchke, tukje doen, wandelingetje maken.
Groepsfoto met olifanten.
Op het grote terras komt Rian eensklaps aandraven met een lang groen slangetje. Hij geeft het door aan Erik, samen met de nodige instructies hoe hij het moet vasthouden. Uiteraard is Erik een beetje onwennig, en bij een kleine kronkeling van het beestje gooit Erik het van zich af. Achteraf, en volgens de boekskes, zou dit een groene boomslang geweest zijn – zeer giftig. Maar Rian lacht dit weg…
Stipt als we zijn staan we netjes op tijd klaar voor de namiddagdrive. Konfrontaties met olifanten, kudu’s, waterbokken en giraffes gaan we al lang niet meer uit de weg.
Mooie kudde olifanten.
Als we de plaats naderen waar de giraffe deze morgen werd opgepeuzeld, zitten al tientallen gieren geduldig hun beurt af te wachten om ook aan de maaltijd te mogen deelnemen.
En wat blijkt enkele ogenblikken later; de leeuwen zijn nog steeds aan de beurt, wat betekent dat de rest van het dierenrijk moet wachten. Her en der liggen er enkele te slapen met een opgewollen pens van het gulzig smullen.
Vetgesmuld…
Een paar minuutjes van het spektakel verwijderd ligt er een kleine waterpoel, waarrond een veilige zone is afgebakend. In een mum van tijd toveren Rian en Dominiek dit om tot een receptieplaatsje. We krijgen een ziveren beker gevuld met heerlijke wijn aangeboden. Aangevuld met olijfjes, tomaatjes en allerhande Afrikaanse versnaperingen.
Receptie middenin het wildlife-gebeuren…
Daar hoort een groepsfoto bij.
Onder het genieten van dit alles heeft Sutterke plotseling een slangetje vastgegrepen en hij dreigt ermee het ding op Trees te deponeren. Uiteraard grote paniek, maar wat blijkt; het is een langwerpig blad waarmee hij dreigt.
Sutterke jaagt Trees de stuipen op het lijf met zijn slangetje.
De avond en de dinner verlopen ook weer onder een gezellige ambiance. En weeral vergast Mona en haar koor ons op een super recital. ‘t Was weeral een fijne dag.
Gomo Gomo is een privaat wildpark waar wij voor de twee volgende dagen willen op afgaan. Het resort maakt deel uit van een groep van parken, die allemaal verbonden zijn met het Krugerpark. Alle dieren kunnen grenzeloos door de verschillende parken laveren, waardoor hun habitat nog verruimd.
Ons kamermeisje in Sabie River lodge.
We hebben maar enkele kilometer te gaan, maar willen vooraf toch nog een kijkje nemen in het nabijgelegen stadje Hazyvieuw. Piepklein, zeer intiem, en voor de vrouwen… enkele prachtige winkeltjes. Zelfs een Belgische bakkerij-chocolaterie. En ook een Tsonga-schoenwinkel. Verleden jaar heb ik een paar van die Tsonga’s gekocht; ze zijn bijna niet van mijn voeten geweest. Van veruit de beste Afrikaanse schoen, die zelfs kan concureren met de beste Italiaanse merken. Waregemse Gladys zou dit zeker be-amen. Met deze ingesteldheid trekken we de mooie winkel in, en binnen de kortste keren staat gans het kot op stelten.
Tsonga; best shoe of Africa !
De gerant is uiterst vriendelijk, doch overstelpt door zes bleekneuzen belt hij om versterking, want alleen ziet hij de boel niet te klaren. En inderdaad, twee minuutjes later verschijnt er een lieve verkoopster. Het wicht stort zich onmiddellijk op Eric, en binnen de minuut is ze met hem klaar. Eric glundert met een paar prachtige moccassins, en ze zijn nog spotgoedkoop ook.
Erik met het Tsunga-meisje. Doodkontent met zijn mocassins.
Een kwartiertje later heeft de zwierige dame ons vijf paar schoenen aangemeten, en we welgezind haar boetiek. Als afscheid krijgt elk koppel nog een lederen sleutelhanger kado, en moeten de mannen nog eens naar de fotosessie. Gepakt met hun nieuwe schoenen en poserend rond de verkoopster. Misschien de volgende Tsunga-poster.
Wordt dit de volgende Tsunga-poster?
In het buitenrijden van het stadje wordt benzine getankt, en nabij het tankstation maken wij een wandelingetje rond enkele prachtige Afrikaanse straattafereeltjes. Enkele dames braden brochettes op de braai (barbecue) die op de stoep staat. Daarnaast een container, omgetoverd in coiffuresalon – Dolly’s kapsalon.
Jill noemt in Africa Dolly. Kapsalon in de container.
Nog wat verderop verkoopt een lieftallig klein meisje, samen met z’n moeder van die mooie Afrikaanse tafelkleden. Afrika op zijn best, en iedereen wil op de foto.
Meisje met afelkleden…Close-up van het tafelkledenmeisje.Iedereen wil op de foto…
Tegen de middag bereiken we de Gomo Gomo gamelodge. In een mum van tijd zijn we ingescheckt en kunnen we op het terras al genieten van het immense uitzicht op de grote waterplas met achterliggend bush. Twee buffels liggen aan de overkant te genieten van water en zon.
twee buffels genieten van het water en de zon.Groepsfoto op het terras van Gomo Gomo.
We genieten een paar uurtjes op het terras, en tegen 16 uur worden we opgewacht door Ranger Rian en dierenspotter Dominiek. Beiden supercracks in hun vak. En inderdaad, nog maar enkele honderden meters van de lodge verwijderd, of daar rijden we al pardoes op een koppel leeuwen.
Pardoes op twee jonge leeuwen…
Dat waren nu juist de enigen (samen met de luipaarden) van de big five die we gisteren niet gespot hebben in Kruger. Die twee koningen van het dierenrijk wandelen tergend dicht bij onze Safari-Jeep. De adrenaline in ons lijf viert hoogtij. Unieke ervaring…
De leeuwin passeert rakelings naast onze Jeep.
Waar wij, noch onze ervaren Rangers niet op gerekend hebben is dat de hemel op enkele minuten tijd gitzwart begint te kleuren. De eerste blisemschichten kondigen een Afrikaans onweer aan, en de KaWés zitten natuurlijk nog in onze valiezen. Gelukkig is er voor iedereen aan boord een soort regenkap ter beschikking, doch bij de eerste druppels blijken deze zo lek te zijn als een zeef.
Zelfs de plenzende regen kan de pret niet bederven.
Maar niet geklaagd; we zitten dicht op elkaar, we zitten midden in de wilde dieren en het blijft snikheet. We rijden nog rakelings langs een olifant, maar met gewapende Dominiek op voorkapstoeltje zijn we al niet bang meer.
Met gewapende Dominiek op de voorkap kan ons niets gebeuren…
Het apéritiefje bij zonsondergang midden in de bush moet, gezien de omstandigheden, wel afgelast worden, maar ook dat kan ons niet deren.
Het 3 gangen-souper wordt geserveerd door Mona. Als ik de dame vertel dat ik in België een vriendin heb die Mona noemt is zij in alle staten. We worden geserveerd als koningen, en tegen slapenstijd haalt Mona nog twee kollega’s uit de keuken. Met z’n drieën vergasten ze ons op enkele Afrikaanse liederen. Het kippevlees bekruipt ons, en de haartjes op onze armen komen rechtop te staan. Slaapwel allemaal, slaapel Mona, en baie dankie!
Om 6 uur zijn staan we gepakt en gezakt voor een vijfdaage tocht door wildparken en de Panoramaroute. Voor vandaag staat een privé gamedrive op het programma, en dan nog wel in het befaamde Krugerpark. Onze gidsen Paul en Nadine zijn er klaar voor om ons op een deskundige manier in te wijden in de wereld van de wilde beesten. Paul is nog nooit met dergelijke intelectuelen als de Happy Pépé’s op safari geweest, en daarom heeft hij vannacht nog vlug het nieuwe boek van Chris Dussauchoit verslonden. We zullen de ganse dag in het park rondtoeren, nu eens aan een slakkengangetje, dan weer aan de maximum toegelaten snelheid van 40 km/uur. Soms is er weinig te zien, en dan weer weten wij niet waar eerst gekeken. Terwijl we op de grond de neushoorns bespieden bemerkt iemand dat in de kruin van de bomen drie grote aasgieren hebben postgevat.
Neushoorns op de grond en gieren in de boom.
We ontmoeten olifanten, giraffes, gnoes, aapjes en grote kudden impala’s.
Een grote kudde impala’sEen jonge gnoe.Olifanten in de modder
Tegen 9 uur zijn onze nuchtere magen wel aan het rammelen, en we nemen een uitgebreid ontbijt in een van de vele visiter-centres van het park. In deze centres hangen reuze grondplannen van het park, waarop iedereen kan aanduiden welke dieren hij of zij, en op welke plaats gespot heeft. De aanpalende shop is ook zeer verzorgd, doch de mannen zijn danig nieuwsgierig naar nieuwe dierenervaring waardoor de madams bijna de kans niet krijgen om alles eens van dichtbij te bekijken. Terug het park in, en binnen de kortste keren worden we weeral overstelpt door dieren van alle rang en stand. Koedoes, bavianen, bosbokken, wrattenzwijnen, vervetaapjes en zelfs een eenzame struisvogel worden ons gepresenteerd.
Zelfs vanuit de rustplaatsen blijft het verder dieren spotten.Zelfs op de wegen vieren de bavianen feest.
National Geografic in het echt. Het is 3 uur in de namiddag voor we een sanitaire stop maken, en een belegd broodje binnenhalen.
Afscheid aan Paul Kruger en zijn immens dierenreservaat.
Achteraf nog een paar uurtjes rondtoeren in dierenland, en tegen 18 uur maken we onze opwachting aan Sabie River Lodge, net buiten het Krugerpark gelegen. Tot onze verbazing stellen we vast dat we vandaag, spijts het wandelgangetje toch bijna 250 km op de teller hebben.
Welkomstdrankje in Sabie River Lodge.
Na het verwelkomingsdrankje en een verfrissende douche installeren we ons op het prachtig terras voor een apéritiefje, en tegen 19 uur worden we op de verdieping van het terras verwacht voor een meer dan keurig avonddinner.
Het prachtig terras van onze Lodge.
Drie gangen is wel iets van het goede te veel, maar het is zo lekker dat er toch niet veel overblijft voor de doggy-box. Nog een half uurtje bijpraten over de mooie dag en de plannen voor morgen, een kruisje en een piepke… en weg waren we naar ons nestje.
Tegen 9 uur is iedereen present aan de ontbijttafel, en aan de gezichten valt zo af te lezen dat ze een lange en deugddoende slaap achter de rug hebben. Er worden taken toegekend voor de volgende dagen, en omdat Erik en ikzelf thuis al gewoon zijn van afwassen- en drogen, worden wij voor de volgende dagen tot afwassers van dienst aangesteld. Taak welke wij met de glimlach aanvaarden.
Afwassers van dienst… wie dacht je ?
Terwijl de dames wat genieten van de zon, brengen de mannen een bezoekje aan de bouwwerf naast onze Xeni-lodge.
En genieten maar…
Omdat het zaterdag is wordt er maar op halve kracht gedraaid, en spijtig genoeg werken de spektakelmannen, de dakbewerkers, helemaal niet. Mortelmolens zijn hier nog niet uitgevonden, en er zijn twee mannen die manueel zand, water en aarde mengen en roeren met de schop, en deze loodzware karwei 48 uur per week uitvoeren. Volgt nog een aangenaam gesprekje met enkele van de arbeiders.
Vandaag, zaterdag, werken de dakdekkers niet…Met blote handen en schop mortel maken… Acht uur per dag in de brandende zon.
Ondertussen is Paul de ganse tijd in de weer om de kleur van het zwembadwater terug om te toveren naar turquoise, en alhoewel Paul de man is die alles kan, schijnt dit hem voorlopig niet te lukken. Door het nachtelijk onweer van eergisteren en het scheuren van een dichting is het water inderdaad ietwat troebel geworden, en dat is helemaal niet naar de zin van Paul.
Eerste groepsfoto; hier op ’terras van Xeni-lodge
De winkels sluiten op zaterdagnamiddag, en daarom trekken we met z’n allen nog vlug naar de kleine superette en de bottle-store van het park. Kwestie van niet droog te vallen. De nieuwkomers hebben ontdekt dat er naast de superette ook een klein internetwinkeltje is en Guy, Trees, Erik en Anny besluiten om achteraf te voet terug te keren. In Xeni-lodge is er immers geen WiFi, en het thuisfront wacht ongeduldig op nieuws over hun goede aankomst. De lunch is eenvoudiger dan eenvoudig; een croissant gevuld met hesp en kaas. Kwestie van de afwassers niet meteen te overdonderen. En smaken dat het doet! In de namiddag toeren we wat rond in het park. Omdat het allemaal nieuw is, blijven we halt houden voor elke impala, zebra of nyala. De I-pads en fototoestellen klikken er op los. Bij het naderen van een torenhoge giraffe krijgen we in onze Hyundai aaaah’s en ooooh’s geserveerd, in een soepje van fotogeklik. Heerlijk…
Nieuwsgierige giraffe…en schatjes van impala’s.
Paul en ikzelf kunnen het niet laten om ook met de Waregemse vrienden het grondstuk te bezichtigen waar Paul verleden week is vastgereden. Het ganse verhaal wordt hier nog maar eens opgedist, en het komt inderdaad veel impressionanter over als we op de plaats van de feiten staan.
Paul doet nogmaals zijn verhaal…van modder en kwijl.
Bij het naderen van valavond trekken we naar het nabijgelegen en reeds gekende Ngwenga resort.
Bij valavond naar Ngwenga resort.
Op het buitenterras met zicht op de Crocodile-river genieten we van een biertje en/of wijntje. Pas voor zonsondergang maken we op de overkant van de rivier een spectaculair gevecht mee tussen twee neushoorns. In een wolk van stof vallen ze mekaar aan, alsof hun leven ervan afhangt. Gelukkig zitten we veraf, en laten we de kolossen hun gang gaan. Ze moeten maar zo dom niet zijn…
Vechtende neushoorns.Trees en Anny aan ’t apéritief.Zonsondergang aan de crocodile-river
Omdat het wat frisjes wordt nemen we het avonddinner binnen, en thuisgekomen in Xeni-lodge genieten we nog van een slaapmutsje. Moe maar tevreden trekken we naar onze slaapstee.