Vandaag werd er geen te druk programma ingelast, want het is onze huwelijksverjaardag, en dat mag toch een beetje gevierd worden. De vrienden hebben het geweten, want reeds bij het openen van onze slaapkamerdeur worden we getrakteerd op geschenkjes. Bovendien een mooie verjaardagskaart met handgeschreven Afrikaanse wensen van Trees en Guy en van Anny en Erik. Ontroerend !
Ons hemelbed is mooi versierd.Afrikaanse wensen…
We stappen naar de gemeenschappelijke ontbijtruimte van Mooi Bly, en dat doen we voor de gelegenheid nu wel in bruidsstoet. Bijna net als zoveel jaar geleden. Maar toch efkes anders… alleen het weer al! En de bruid is nu niet in het wit maar wel in het geel. Of is dat kleed misschien danig vergeeld na 48 jaar? Een groepsfoto van de bruidsstoet op het bordes hoort er vandaag ook bij.
De bruidsstoet op het bordes.
Liesbeth overspoelt ons terug met broodjes, fruit, eitjes, kaas en ham, maar vooral met haar woordenvloed. Niet in te tomen, maar wel plezant.
Mooi Bly.
In de voormiddag brengen we een bezoekje aan Paarl, het meest Afrikaanse stadje van Zuid-Afrika. Het Afrikaans als taal is hier voor het eerst op schrift gesteld en de eerste Afrikaanse krant is in dit dorp ter perse gegaan. Het is daarom niet verwonderlijk dat juist in Paarl het Taalmonument staat dat een eerbetoon vormt aan het Afrikaans. Het monument staat op een heuvel, en van ver reeds wijzen de puntige pijlers ten hemel. Het inkomgeld is belachelijk weinig, zodat van korting voor 60 plussers geen sprake kan zijn. Maar… we krijgen wel een gids. Verinque is haar naam. Het moest wel Véronique zijn geweest, maar Oma die 26 jaar geleden de aangifte deed op de burgerlijke stand had zich vergist. Maar Verinque of Véronique doet niets ter zake, het meisje kwijt zich schitterend van haar taak. En we steken heel wat op van haar uitleg.
Verinque en Hilde.Eigenaardige naam…
Symbolisch gezien is het monument vooral interessant omdat het de samensmelting laat zien van Europese taalinvloeden (waarvan Nederlands heel belangrijk is geweest) met elementen uit zwarte talen, bruine talen (Khoi, San en Khoi Khoi) en maleisische invloeden. Al deze invloeden komen samen in een punt die naar boven reikt. De punt is aan de bovenkant open, waarmee wordt gesuggereerd dat de taal openstaat voor invloeden van buitenaf.
Prachtig monument. Een echt kunstwerk.De plattegrond van het monument.
Op grondvlakniveau stroomt water die een doorgaande vernieuwing symboliseert en het Afrikaans als een levende taal voorstelt. De architect van het monument is de Nederlander Jan Van Wijk. Hij stierf in 2005 en ligt begraven aan de voet van zijn meesterwerk.
Jan Van Wijk, architect van het kunstwerk.
We nemen afscheid van Verinque, niet zonder haar een dik verdiende fooi overhandigd te hebben.
Afscheid aan Verinque en haar monument.
Wegens die huwelijksverjaardag mag het wel (nog) eens goed zijn, en dus trekken we naar de topper van Paarl – La Grande Roche. Dit Hotel-restaurant is schitterend gelegen tussen de wijnvelden van Paarl.
La Grande Roche – Prachtige locatie…met schitterend uitzicht.
Weken vooraf heeft Hilde hier al een reservatie vastgelegd, want anders waren we er zeker niet ingekomen. Ditmaal alleen een paar fotootjes van de lichte lunch.
Voorgerecht.Hoofdgerecht.
In ieder geval genoten we van spijs en drank,van de zon, het schitterend landschap, en van elkaar.
Erik en Hilde in La Grande Roche.Zalig genieten.
Achteraf nemen we een vrije namiddag. Zwembadje in Mooi Bly, boekje lezen, tukje doen. En vanavond hebben we genoeg aan enkele hapjes uit de ijskast. En achteraf breien de vrienden er nog een paar uurtjes bridge aan.
Het schitterend dinner van gisterenavond heeft niet het minste spoor nagelaten, en we worden bij het ontbijt door gastheer Luc al een coupke bubbels aangeboden, zelfs zonder dat er vandaag iemand jarig is.
Onze Hyundai-minibus.
Onder een dreigende bewolking nemen we afscheid van Luc en Hilde en fietsen met ons Hyundaike richting Franschoek-Paarl. Onderweg passeren we weer prachtig fijnbos dat er bij deze onweershemel nog mooier uitziet. Een desolate zoutpan levert eveneens prachtige beelden op.
Vooraan fijnbos en in de achtergrond een zoutpan.
We bereiken Franschoek, en daar maken we halte bij het Hugenotenmonument. Het monument is een ode aan de geest en de opoffering van een tweehonderdtal Franse Hugenoten rond 1680. Het centrale beeld van het monument is een vrouw met in de rechterhand een lelie en de bijbel. Een gebroken ketting in de linkerhand. Dit alles symboliseert de strijd van deze Hugenotenpioniers.
Het Hugenoten monument in Franschoek.
Van hieruit gaat het naar de hoofdstraat waar we een bezoekje brengen aan “Grande Provence”, een wijngoed met bijhorende kunstgalerij en ook een restaurant. We moeten ons niet lang laten pramen om een kleine “tasting” te doen.
Een kleine tasting…
Vier wijntjes welke we mochten kiezen uit een lijst van tien. Gelukkig kleine proevertjes en een grote spuugbak. Alhoewel hij niet de duurste was kwam de Shiraz 2008 unaniem als eerste uit de bus.
Grande Provence.
Met de goede aroma’s in mond- en keelholte maken we nog een wandeling in zowel het open- als gesloten museum.
Uit de kunstgalerij (1)Uit de kunstgalerij (2)Kubus “Grande Provence”.Drie kunstwerken…Een tuin vol beelden…
De mannen poseren weeral voor een “tableau vivant”, ditmaal “Drie gynaecologen met zwangere vrouw”. Dit kunstwerk lijkt al iets beter geslaagd dan datgene van gisteren bij “Woestyn”.
“Drie gynaecologen met zwangere vrouw”
Later in de namiddag lossen we de dames nog een uurtje in het centrum van Franschoek. Marktje, winkeltje, koffietje, en ze zijn ook gelukkig, alhoewel… ze waren al gelukkig. Intussen worden de mannen meegetroond naar het atelier van een excentrieke schilder.
Intussen bezoeken de mannen een excentrieke schilder in zijn atelier.
Ellen van de GPS zegt dat we nog een uurtje te gaan hebben naar Paarl, en het klopt nog ook. Tegen 17 u maken we onze opwachting bij Liesbeth van Mooi Bly. Een wijndomein uitgebaat door Belgen Liesbeth en Erik Wouters.
Mooi Bly druiven…De familie Wouters.
Het domein beschikt over Vijf unieke huizen met rieten daken. Elk huis beschikt over 3 slaap- en badkamers en ze worden genoemd naar een wijnnaam. Wij krijgen de “Pinotage” toegewezen.
Onze “Pinotage” cottage.
Bij het inchecken worden wij door Liesbeth overspoeld met een vloed van raadgevingen, tips en weetjes, dit zowel over ons huisje, over haar familie, over het domein en over Paarl. Van een babbelgat gesproken… Zij raadt ons Diemersfontein aan voor het dinner, een restaurant op een paar kilometer. En dat blijkt inderdaad een goede keuze. We worden in de watten gelegd door Benito, en we krijgen er een heerlijke steack voorgeschoteld. Hierna vlug naar Mooi Bly, want er wacht nog een uurtje Bridge.
Onze gastheren Luis en Retief schotelen ons een uitgebreid ontbijtbuffet voor met alles er op en er aan. Wij treuzelen niet te lang want er wachten ons een kleine 300 kilometer tot onze volgende bestemming Robertson. Onze penningmeester Erik is in zijn nopjes, want deze “Soeterus” was tot hiertoe naar prijs/kwaliteitverhouding onze goedkoopste bestemming. Onderweg rijden we door enkele prachtige fijnbos landschappen. Een plots en uit het niets opduikende steenbok over de weg bewijst dat we een alerte chauffeur hebben.
Prachtig fijnbos.Steenbok over de weg. Gelukkig hebben we een alerte chauffeur!
We maken een ongepland ommetje van enkele kilometer om een bezoekje te brengen aan Matjiesfontein, een liefelijk klein stadje in de Westkaap. Als het ware een stukje Schotland in Afrika. Een prachtig Victoriaans hotel (Lord Milner), een stationnetje, een klein museum, een pub, een antiek pompstation en we zijn bijna rond.
Lord Milner; stukje Schotland in Afrika.
Maar de sfeer is er uniek. We zetten een stap terug in de tijd. Het hotel ademt geschiedenis. Het personeel, van de kofferjongen tot het kamermeisje, lopen er nog in hun Victoriaans plunje.
De kofferjongen.
Wij komen juist op tijd voor het 10 minuten durend ritje met een oude London dubbeldekker. Hilarische Johnny en zijn trompetje zorgen voor het nodige entertainment gedurende het ritje.
Johnny met onafscheidelijke trompet.Londense dubbeldekker.
Zijn stopwoordje “showtime” zal ons blijven achtervolgen. Later nippen we nog een glaasje in de Time Capsule, de pub die bij het hotel hoort. Hier ook steelt Johnny de show. Op een stokoude piano brengt hij ons een soort Armstrong festivalletje.
Johnny and his piano…
Showtime over en nu maar vlug terug de baan op. Maar voor niet lang. Enkele kilometer verder immers ligt Karoo 1, een boerderij van om en bij de 2000 hectare en daterend uit de jaren 1750. Sinds 2009 heeft Knokkenaar en architect het domein verworven, en omgetoverd tot een volledig nieuw concept.
Karoo 1Woestyn schapen…
Het is uitgegroeid tot een dorp met huwelijkskapel, twee restaurants, bars en 33 luxe-suites. Het belangrijkste echter is Willy’s enorme collectie hedendaagse kunst die her en der over het domein verspreid werd. Kunst uit België, Europa en Afrika.
Kunst in de natuur…
En juist deze mengeling maakt het zo boeiend. Het begint al bij het oprijden van Karoo 1; een troep grappige, van Afrikaanse parels vervaardigde schapen verwelkomt ons.
Verwelkoming door troep Afrikaanse schapen.
We hebben wel de beste dag niet uitgekozen, want we belanden nog een beetje in de naweeën van de trouwpartij die hier in het weekend plaats vond. We genieten van een verfrissing in de bar, en maken dan een grote wandeling in het domein. De mannen laten zich door hun vrouwtjes verleiden voor een fotoshoot waarbij zij een kunstwerk van een tamelijk corpulente man dienen te imiteren. Het moest een echte “tableau vivant” worden. Het resultaat echter… ziet er niet uit.
Wij moeten die man imiteren…het resultaat is niet denderend.
Genoeg gegrold; nu ons laatste ritje van de dag naar de “Ballinderry” in Robertson.
De Ballinderry bij Luc en Hilde.
Dit is de B&B die sinds een tiental jaar gerund wordt door Luc en Hilde Uyttenhove. In zijn vorig leven was Luc de belangrijkste sportreporter van “Het Laatste Nieuws”. Mijn Hilde en ikzelf zijn hier al voor de vierde maal op bezoek, en weeral worden we hartelijk en op zijn Belgisch begroet. Dus niet met een drukkie, maar met drie kussen. Hilde (Luc’s Hilde nvdr) is een echte keukenprinses, en is de ganse dag in de weer om voor de gasten een avonddinner te bereiden waar zelfs Peter Goossens “U” zou tegen zeggen. En voor de eerste en de laatste keer laat ik mij verleiden om de 3 gangen te vermelden; Als Starter : Brie in een jasje van ham en vergezeld van een vijgensorbet.
Brie in een hamjasje met een vijgensorbet.
Als Main Course : Malse springbok met risotto en halfgare worteltjes.
Springbok met risotto en halfgare worteltjes.
Als dessert : Profiterollekes met Callebaut chocoladesaus. Volleerd sommelier Luc prijst ons bij al dit lekkers enkele heerlijke wijntjes aan.
Hebben wij vanavond niet een beetje overdreven ???
We zijn het nu gewoon in “die Gieter” en de vriendelijke ober is speciaal voor ons een half uurtje vroeger begonnen (om 8 uur).
Ontbijt in “die Gieter”.De Knysna lagune vanuit “die Gieter”.
Want wij willen zeker tijdig zijn voor de Kerkdienst van 9 u 30 in Hornlee. Hornlee is een voorstad van Knysna, en bestaat hoofdzakelijk uit township-huisjes, volledig bevolkt door zwarten en/of gekleurden. Verleden jaar hebben Hilde en ikzelf daar een dienst bijgewoond van de Christian Faith Church, één van de vele Christelijke religies in Zuid-Afrika. Wij waren toen danig onder de indruk, dat wij dit nu zeker nog eens willen meemaken, en wij willen dit ook meegeven aan onze vier vrienden. Van de 75.000 inwoners van Knysna wonen er zeker 40.000 in deze township. Er zijn meer dan 30 verschillende religie’s in Zuid-Afrika, en daarom is het dan ook normaal dat in een gemeenschap als Hornlee er liefst 14 verschillende kerkjes zijn, allemaal van een verschillende, meestal Christelijke kerkgemeenschap. Om kwart na negen zijn we al in de wijk, maar we vinden niet direct het kerkje van de Christian Faith. Ondertussen geven we onze ogen de kost aan de talrijke mensen die in alle richtingen op stap zijn. Sommigen naar het noorden voor het Anglicaans kerkje, een ander groepje naar het zuiden voor de Nederlands Gereformeerde Kerk. Enkelen naar het oosten voor de Katholieke dienst, en een enkeling naar het westen voor de Protestanse Kerk. Maar één ding hebben ze allemaal gemeen; ze zien er opgedirkt uit alsof ze naar een huwelijksfeest mogen. Het zijn bijna allemaal, zoniet allemaal arme mensen die in penibele huisvestingen wonen. Maar om naar de zondagsmis te gaan moeten ze er goed voorkomen. De mannen met tweedelig pak en stropdas. De knoop van die das is veel te groot, zodat de das zelf veel te kort is. De vrouwen veelal met een hoed van een halve meter doorsnede.
Hoeden in alle kleuren en formaten.
De jurken meestal in fleurige en kleurige bloemmotieven. Ze wonen in houten barakjes, maar vandaag komen ze “uit een doosje”. En in de hand dragen ze allemaal een dik missaal. (kerkboek) Al twee maal hebben we zonder succes naar de Christian Faith Church gevraagd, en nu maken we halt bij drie dames. Natuurlijk weten zij het zijn, want ze zijn immers van de Christian Faith. Eentje begint er uit te leggen waar we moeten zijn, maar intussen is er een andere die voorstelt om met ons mee te rijden, en ons te gidsen. In een oogwenk zit ze in onze minibus, haar vriendinnen sprakeloos achterlatend. Enkele barakkenblokken verder komen we aan bij een gebouw dat wij zouden bestempelen als een schooltje of een parochiezaal. Dit is dan de Christian Faith Church van Hornlee. Mannen, vrouwen en kinderen zijn al de trappen naar het gebouw aan het opgaan. Een paar groepjes staan op het pleintje wat te keuvelen. Samen met onze begeleidster stappen we de trapjes op, en bij de ingang worden wij begroet door iemand die wij als koster zouden benoemen. Hilde heeft nog de kans niet om te zeggen dat wij hier verleden jaar ook waren, of de man zegt dat hij ons herkent. De kerk zelf zit nog maar halfvol, maar op het podium (zij hebben geen altaar noch hoogaltaar) is het een vriemelen van jewelste met micro’s, klankkasten en kabels. Net alsof er een muziekband gaat optreden. Wij nestelen ons in de stoeltjes van de middengang, want misschien blijven we niet tot het einde omdat we uit ervaring weten dat de dienst meer dan twee uur duurt. En van hieruit is het makkelijker om discreet weg te ritsen. Aan de zijkant van de zaal zijn er een drietal deurtjes. Eentje leidt naar de toiletten. Een ander geeft toegang tot de kindercrêche, en van het derde kunnen we niet achterhalen naar waar het leidt. De ganse dienst echter zullen er gelovigen naar binnen en buiten lopen.Op de voorste rij zit niemand op uitzondering van de priester/dominee en zijn echtgenote. Hijzelf ziet er een nette veertiger uit. Hij draagt een smetteloos en strak witbeige kostuum. Nog voor de dienst op gang komt heeft hij reeds zijn vest uitgetrokken. Regelmatig komen kinderen en ook volwassenen een briefje in zijn hand stoppen. Dit blijken allerlei mededelingen te zijn; over wie deze week verjaardag had of ziek is geworden. De persoon die ons verwelkomde stopt hem ook een briefje toe, en later zou blijken dat hierop de melding van onze komst vermeld stond. Stipt om 9u30 begint een dame op het podium enkele slagzinnen te roepen, onmiddellijk gevolgd door kreten van gelovigen. Binnen de kortste keren ontaardt dit in een kakafonie dat oren en ziel vergaat. De andere voorzangers op het podium beginnen nu ook te roepen, doch stilaan verandert het gekrijs in gezang, en ook de orkestleden schieten op gang.
De dienst schiet op gang…
Hier en daar staan al gelovigen recht, vooral de ouderen. Breedzwaaiend en met hun armen ten hemel roepen ze “the Lord” aan. Ze schreewen als het ware hun persoonlijke geloofsbelijdenis ten hemel.
Thanks to the Lord…
Gedurende ongeveer één uur worden we ondergedompeld een mengeling van klank en beeld. Een oudere man die naast ons zit is danig in zijn kontakt met The Lord opgegaan dat het zweet in beken van zijn aangezicht stroomt. Vooraan zijn er ook een drietal vrouwen die krijsen en roepen; ze huilen en krijsen en komen stilaan in volledige trance. Ikzelf waag het om ook eens met luide stem “Thanks to the Lord” te roepen, maar op uitzondering van de vrienden is er niemand die hier van opkijkt.
De man links van ons is volledig in trance.
Na een dik uur komt de dominee het podium opgestapt. Hij begint met iedereen te verwelkomen, en heel speciaal de mensen die van zo ver, jawel van België komen. Hierna begint hij met zijn predikaat, maar dit wordt weeral voortdurend onderbroken door gelovigen die van alles uitroepen naar de hemel. De preek is deels in het Afrikaans, voor ons al meer dan redlijk te begrijpen, en deels in het Engels. Vandaag gaat het over de drie persoonlijkheden in de mens. Het lichaam (hij noemt dit het vlees), de ziel en de geest. Om zijn rede kracht bij te zetten haalt hij drie jonge mannen uit de gemeenschap, en alle drie moeten ze een één van die persoonlijkheden voorstellen. Uiteindelijk komt het er op neer dat het goede de bovenhand moet halen op het kwade. Bij de vrienden weekt de ganse preek de opmerking los dat onze predianten maar eens een voorbeeld mogen nemen aan deze visuele voorstelling. Intussen is die man naast ons bijna ten einde krachten, maar toch blijft hij nog steeds de hemel aanroepen. Een groepje kinderen komt dan aan bod, en die mogen onder leiding van hun schooljuf enkele liedjes zingen en dansjes maken. Waarschijnlijk zijn dit kinderen die ze bij ons communikantjes zouden noemen. We zijn nu bijna twee uur verder, en nu volgen er nog enkele mededelingen voor de activiteiten van de komende week. Niet vooraleer echter de jarigen van de week op het podium opgewacht worden. Eén voor een krijgen ze een persoonlijk woordje van de dominee en uiteraard een applaus van de ganse gemeenschap.
Voor de laatste maal laten ze zich nog eens gaan.
Na bijna twee uur wordt de dienst afgesloten. Voor de laatse maal, en nog luider dan voorheen zingen we een lied, en het orkest blaast en tokkelt nogmaals uit volle kracht. Op het kerkpleintje is het een vriendelijke bedoening. De dame die ons gidste wringt zich uit de menigte om ons nog eens te groeten. Iedereen geeft “drukkies” aan iedereen. Drukkies zijn voor hen hetgeen voor ons kussen zijn. In plaats van te zoenen drukken ze zich efkes tegen elkaar.
Na de mis… nog even napraten en drukkies geven.
Wij hadden nooit het gevoel dat de dienst twee uur duurde, en zijn een grote ervaring rijker. De muziek, de klanken, de lieve gelovige mensen… het blijft allemaal nog lang nazinderen. Na de mis halen we alle bagage op in onze “Grootvoet” chalet, om richting Calitzdorp in te slaan. We hebben slechts 150 km te gaan, en ongeveer halfweg woont een koppel Belgische vrienden, Roger en Greta Vandewiele. Vooraf hadden we met Roger en Greta afgesproken, en stipt tot op de minuut rijden wij de helling naar hun villa op. Op het terras van de bovenverdieping staan Roger en Greta ons al toe te wuiven. Ze zwaaien met een wit bord waarop “WELKOM WAREGEM” geschilderd staat.
Ook Roger en Greta wensen WAREGEM WELKOM.
Het wordt een hartelijk weerzien en we worden ontvangen “op Belgische wijze”. De gekoelde bubbels met aangepaste hapjes worden in geen tijd aangevoerd, en spijts dat Roger en Greta onze vrienden niet kennen zit de ambiance er al direct in. We genieten er de ganse middag van het prachtig uitzicht op het natuurpark van Wilderness en van al het lekkers dat Roger en Greta ons voorschotelen.
Genieten van bubbels en croutons met zelfgemaakte kippeleverpastei.Onze dames op hun mooist…
Als er op een bepaald moment enkele zwarte vogels (Drongo’s) rondfladderen haalt Greta een schaaltje met Goudakaas te voorschijn, en die vogels komen zomaar de kaasschilfers uit haar hand oppikken. Dat moeten onze dames uiteraard ook eens proberen, en jawel… het lukt wonderwel.
Anny en Trees met de drongo’s.
Roger vertelt ons aansluitend nog enkele pittige details van die drongo’s. Ze lusten de kaasschilfers wonderwel, doch alleen maar Gouda-kaas. En drongo’s imiteren de alarmkreet van andere dieren om zo het voedsel van deze dieren te kunnen jatten. Vooral het stokstaartje is vaak het slachtoffer: de drongo volgt het dier tot het een prooi heeft gevangen en imiteert dan een alarmkreet waardoor het stokstaartje vlucht. De prooi blijft achter en wordt door de drongo verorberd.
Groepsfoto bij Roger en Greta.
Ook hier vliegt de tijd weeral veel te snel, want intussen is het reeds 16 uur, en we moeten dringend richting Calitzdorp. Immers, ook daar wacht er nog iemand op ons. We krijgen nog een rondleiding door de prachtige “doeninge” van Roger en Greta. Een huis om van te snoepen. In een annex beschikken ze ook nog over twee gast-studio’s. – Kan misschien nog van pas komen in de komende jaren.Weeral afscheid nemen, en hopelijk ontmoeten we Roger en Greta gedurende Juli-Augustus in België. Om 18 uur, weeral stipt volgens afspraak, staan wij aan de deur van kunstgalerij “Oude Huis”, de plaats waar Marinda Combrinckx woont en haar atelier heeft.
die “Oude Huis”.
Marinda is de dame die verleden jaar voor ons een schilderij maakte; een interpretatie op “het hanegevecht” van Emile Claus. Het schilderij is bij ons danig in de smaak gevallen, en we hebben een paar nieuwe prints bij. We willen Marinda laten kiezen welke afbeelding ze nu het liefst zou interpreteren. De keuze is vlug gemaakt, en het wordt ook een werk van Claus, namelijk “de tuinman”. Achteraf troont Marinda ons mee naar haar privé-living. Daar hangt een prachtig ingekaderde foto van de schilderij die ze voor ons maakte.
Fiere Marinda aan de foto van “het hanengevecht”.
Uiteraard had Marinda verleden jaar gevraagd om één foto op ware grootte te mogen maken voor haar privégebruik. En daar hangt hij nu, in volle glorie. Guy weet ons te vertellen dat een personnage op “het hanegevecht” zijnovergrootvader voorstelt. Amedé Loosveldt. We maken dus vlug nog een fotootje van Amedé, geflankeerd door Guy en Marinda.
Overgrootvader Amedé Loosveldt geflankeerd door Guy en Marinda.
En nu vlug naar onze B&B voor vanavond – Soeterus. (staat voor Zoete Rust). Het etablissement heeft zijn naam inderdaad niet gestolen.
B&B Soeterus. inderdaad; Zoete Rust.
We genieten buiten aan de braai van een heerlijk glaasje wit, en voor het avonddinner nodigen beide gastheren (?) ons uit in de mooie living.
Juist naast onze “Grootvoet” chalet ligt een etablissement, “die Gieter”, en misschien omdat we een beetje lui aan het worden zijn gaan we liever daar een ontbijtje nemen in plaats van zelf klaar te maken. In ieder geval; ‘t is lekker.
Ontbijten in “de Gieter”
Nadien een ritje naar “The Heats”, een van de landtongen van Knysna, de mooiste plaats van de Garden Route. We worden overdonderd door de prachtige zeemond, waar de stroming indrukwekkend is.
Kliffen en rotsen zijn indrukwekkend.Nogmaals poseren…
Knysna ligt aan de kusten van een estuarium; een plaats waar rivier en zeewater samenstromen. Een jachtboot probeert door de engte te varen, maar besluit wijselijk rechtsomkeer te maken. De natuur haalt hier de bovenhand.
Zeilbootjes moeten ook rechtsomkeer maken.
Omdat we in ons “Grootvoet” geen internet hebben gaan we op zoek naar een café met WiFi. In het centrum hebben we er al vlug eentje gevonden. Bij Erik en ikzelf lukt het, doch Trees haar machientje is koppig, en wil maar niet in verbinding komen met die duivelse WiFi. Moe van proberen geeft ze er de brui aan, en om haar af te reageren gaat ze maar wat vogelpikken. De pijlen vliegen in het rond en als ik toevallig in de loop van de roos passeer krijg ik er eentje pardoes op een tand. Gevolg; een stuk uit die tand. In Afrika is dit niet zo erg, want er lopen er hier nogal wat rond met meer dan één ontbrekende tand.
Trees speelt vogelpik…Een pijltje pardoes op een tand…
Tijd weeral voor een licht lunchke, en omdat Knysna beroemd is voor zijn oesters gaan we naar “Quay Four”, een restaurant gespecialiseerd in deze lekkernij. De amateurs van de oesters likkebaarden en slurpen de heerlijke zeevruchten met gesloten oogjes naar binnen. De niet oester-lovers houden het bij een Pizza.
Heerlijke oestertjes…En smullen maar…
Op de terugweg naar onze chalet maken we nog een ommetje langs het mini-kerkje van Belvidère. Prachtig gelegen in de natuur, en omrigd door het oude kerkhof.
Het mooie kerkje van Belvidère.
Onze tocht wordt afgesloten door een bezoek met wandeling in Brenton-On-Sea, de overkant “The Heads”.
The Heads.Romantische wandeling op “The Heads”.Vroeger liep hier een stoomtreintje van Knysna naar George.
Voor het dinner wordt er nog een uurtje bridge gespeeld, en om 20 uur gaan we bij onze buren van “die Gieter” van een lekkere lasagne genieten.
Het is met weemoed dat we vandaag Plett en onze mooie locatie Cornerway House zullen verlaten. Maar we moeten verder… doch we genieten eerst nog met volle teugen van ons ontbijt.
Ons knusse terrasje in Cornerway House.Laatste morgenmaal…
De verplaatsing is zeer kort (35 km), en omdat we tijd zat hebben willen de dames eerst nogmaals een boetiekje aandoen, waarvan ze denken gisteren niet alles gezien te hebben.
Nogmaals naar ’t boetiekje…
Tegen 11 uur maken we onze opwachting aan de receptie van Phantom Vieuw, een verkaveling van een tiental houten chalets. Gelegen tegen een heuvelflank met zicht op een grote lagune.
Chalet voor 6 personen…met zicht op de lagune.
Onze chalet Nr 6 heeft de naam “Grootvoet” meegekregen. Ze zullen het geweten hebben…
Ons nieuw adres; Grootvoet Nr 6 in Knysna.
We beschikken over een open keuken met grote living, een terras met prachtig uitzicht op de lagune, 3 slaapkamers en 3 badkamers. Als het ware op formaat van onze groep gesneden. We voelen ons hier dadelijk thuis, en Guy stelt zelfs voor om hier op het terras al van een apéritiefje te genieten. Het is immers twaalf en twintig, en er zitten nog biertjes en enkele flessen wijn in onze frigobox. Zalig genieten dus…
In de namiddag brengen we een eerste bezoekje aan het mooie stadje Knysna. Op een schiereilandje van de stad lopen we in “La Turbine” binnen, een oude stoomfabriek die omgebouwd is tot Hotel – restaurant – galerij. Architectorisch een prachtige realisatie.
De bakfiets van “La Turbine”
De oude turbine, de buizen en leidingen, de oude verlichtingsarmaturen, de motoren en de meettoestellen; alles werd bewaard en geïntegreerd in de nieuwe bestemming.
Precies twee schouwgarnituren.Trees aan de stoomketel.
We genieten van een sandwich-snack tussen al dit industrieel erfgoed. Een wandeling in de nabije omgeving doet ons bijna geloven dat we in het Franse Port-Grimaud vertoeven.
Op ’t terras van “La Turbine”.Port-Grimaud of Knysna ?Aan ’t Waterfront.
Vandaar gaat onze tocht naar het “Waterfront”, waar we een uurtje flaneren tussen de boetiekjes, kunstgalerijen en souvenirwinkeltjes.
Nogmaals ons huisje; ditmaal de zijkant.
Vanop ons terras genieten we van de zonsondergang op de lagune. En voor een lichte dinner begeven we ons naar het nabije Belvidère. Restaurant “The Bells” doet ons denken aan “Den Trekzak” in Wortegem-Petegem. Om de avond in schoonheid te eindigen slaat Hilde nog maar eens een handwasje. Ikzelf probeer (vruchteloos) de achterstand op deze blog bij te benen. En de vrienden, die begeven zich aan spel en drank. Een partijtje bridge onder het voorzichtig nippen aan een glaasje Chenin Blanc.
14 Februari – Valentijn! Alhoewel het ontbijt een uurtje vervroegd is wegens afspraak met Remi De Backer komen we als verliefde koppeltjes de ontbijttafel vervoegen. Hilde zal het geweten hebben, want ze heeft al op elk bord een suikeren hartje gelegd.
Twee Valentijntjes.
Tegen 8u30 hebben we afspraak met Remi De Backer, één van de drijvende krachten achter “Born in Africa”. Dit project werd door Remi en zijn vriend Georges De Smul, met diens dochter Isabelle tien jaar geleden opgericht. Intussen is het uitgegroeid tot een professionele organisatie die al meer dan 1500 kinderen heeft geholpen. Na afloop van haar vrijwilligerswerk in Plettenberg zag Isabelle een immense nood om een organisatie op te richten waar degelijke educatieve en sociale ondersteuning een verschil kan maken in de levens van jongeren. Remi begeleidt ons naar het kantoor, dat ook dienst doet als huisvesting van een vijftal buitenlandse (veelal Belgische) vrijwillig(st)ers. Momenteel worden een 400 tal leerlingen gevolgd in hun educatieve opleiding. Er wordt onderzocht als er studiebeurzen kunnen bekomen worden en de kinderen ontvangen uniformen en schoolbenodigdheden. Kinderen met leermoeilijkheden worden bijgewerkt door de vrijwilligers. Isabelle is apetrots op de “wall of fame” in haar kantoor.
Hilde aan de “Wall of Fame”
Alle 400 kinderen evenals de begeleiders en vrijwilligers staan er afgebeeld. Zelfs deze die hier enkele weken of maanden gewerkt hebben en al terug naar hun thuisland vertrokken zijn verdienen hier nog een plaatsje. Na al die uitleg vertrekken we naar een schooltje in The Crags, een buitenwijk van Plett, juist naast een township gelegen. De meeste van de kinderen die hier school lopen zijn afkomstig van die township. We doorlopen verschillende lagere klasjes.
Bij de kleinsten…Eén en al concentratie.
Ook een lokaal waar een zestal kinderen met leerachterstand door een paar vrijwilligers worden bijgewerkt. En eindigen doen we in een heuse computerklas.
Vrijwilligers trachten de achterstand bij te werken.Rekenen bijwerken.
Als we ‘t schooltje verlaten wuiven de kinderen ons enthousiast na, en ikzelf kan het niet laten om een zijsprongetje te maken in een danskoord. Maar mijn tweede sprong is er al teveel aan, en ik hou er een pijnlijke enkel aan over. Of zou dat van iets anders kunnen komen?
Te oud voor koorddansen…
Achteraf lopen we, nog steeds begeleid door Remi, een eindje door de townschip. Voor de vrienden die dit de eerste keer te zien krijgen is dit wel een hallucinante ervaring.
Houten barakken…Publieke toiletten.Bijlange niet allemaal gaan ze naar school…
De manier waarop de zwarte en gekleurde Afrikanen hier leven en/of overleven is in onze normen niet te vatten. Weeral komt de idee in ons op dat iedere Westerling dit eens moet kunnen aanschouwen.
Huisje volledig afgebrand.Afscheidsdrankje met Lieve De Backer (links) en Remi De Backer (rechts)
We rijden naar onze B&B terug, en in het centrum van Plett wordt bij die Franse bakker en in de Spar wat brood, tomaatjes, hesp en kaas gekocht zodat we een belegd broodje uit het vuistje kunnen naar binnen werken. Niet te veel echter, want vanavond is Valentijndinner. Verder is de namiddag er eentje van zalig nietsdoen. De vrouwtjes spelen kapstertje. En ook in dat spelletje gaan ze diep; er wordt er zelfs eentje gekleurd. Tegen 20 uur vertrekken we gekapt, geschoren, geverfd en opgedirkt naar “Emily Moon”, een culinaire topper in Plett.
“Emely Moon” ; apéro aan de haard.
Apéro buiten aan de haard, en voor de rest van de avond zitten we binnen in het magnifieke Oosters gedecoreerd interieur. Onze drie dames ontvangen een rode ballon in de vorm van een hartje. En bedrukt met een niet mis te verstane boodschap. Wat wij daarna op ons bord krijgen is een veel beter Valentijnscadeau. Een 3-gangenmenu om duimen en vingers af te likken. De enige negatieve opmerking de we achteraf maken is dat dit veel te veel van het goede is. Zeker voor mensen als wij…
Het Cornerway House zit proppensvol, en daardoor is het ook zeer druk aan het ontbijt. Maar de kwantiteit schaadt niet aan de kwaliteit. Het ommeletje met spekreepjes smaakt heerlijk. Na het ontbijt is de tijd aangebroken om het centrum van Plett te gaan verkennen. Mooie verzorgde stad. Fijne boetiekjes, galerijtjes, eethuisjes, souvenirwinkeltjes, en zelfs een heuse Franse bakker liggen verspreid over het hoofdavenue.
Een Franse bakker.Mooie en moderne stad.
Met de mannen bezoeken we enkele kunstgalerijen terwijl de dames uiteraard voor de boetiekjes kiezen.
Restaurant NIEGOENIE… Als ’t nie goe is, dan gaan we er ook nie…
Op de middag rijden we een tiental kilometer naar wijnhuis BRAMON, waar we een tafeltje gereserveerd hebben tussen de wijnranken. Heerlijk… Op de middag serveert men hier kleine plaatjes, een soort tappa’s. Op een briefje moeten we zelf aanduiden voor wat we kiezen, en ten alle tijde kan bijbesteld worden. Voor een lichte lunch is dit wel een ideale formule.
BRAMON; wijnhuis, annex restaurant.Lunch tussen de druiven… heerlijk!Heerlijke kleine plaatjes…en prima service.
De witte Chenin Bland smaakt ook heerlijk; het is er immers van Bramon zelf. We drinken als het ware het produkt van de druiven die ons omringen.
Hilde zag eens druifjes hangen…In de wijnwinkel van Bramon.
Na Bramon maken we nog een klein ommetje. Tien minuutjes verder ligt immers Nature Valley, een stukje aards paradijs in Afrika.
Nature Valley – een stukje paradijs.
We maken er een toertje in de residentiële wijk om achteraf te gaan genieten van zee en strand.
’t water lonkt…
Hilde en Guy houden er een natte broek aan over, maar gezien de snikhete temperatuur (34° Celsius) is dit niet zo erg.
Guy en Hilde zullen er een natte broek aan overhouden.
Op de terugweg en bij het binnenrijden van Plett brengen we nog een bezoek aan Old Nick village. Een park met een resem winkelstalletjes. Op de koop toe is er de woensdag ook artisanale markt. Onze ladies zijn weeral in hun element, want er zitten een paar mooie modezaakjes bij. Ikzelf bots op een kraampje waar een madammeke siroop verkoopt om alcoholvrij Citraantje (Wortegemsen) te maken. En inderdaad, de smaak gelijkt heel erg op Citraanje. Misschien is hier een gat in de Belgische markt ontdekt. Dat madammeke heeft me al direct exclusief agent benoemd.
Het Madammeke is dol-enthousiast over haar nieuwe Belgische agent, alhoewel haar duim en wijsvinger ook iets anders laat vermoeden.
Een eindje verderop is er ook een klein museum met een afdeling textiel. Er draait een electrisch bediend schietspoelweefgetouwtje. De man die het machientje bedient kan zijn oren niet geloven als ik hem vertel hoe het weven er bij ons aan toe gaat.
Een schietspoelweefgetouwtje, anno 1948.
Vanavond genieten we van een heerlijke zeetong in Lemon Grass, een leuk restaurant in het centrum van Plett.
Aanvankelijk was gepland om de 450 km van Marloth-Park naar Johannesburg deze morgen om 4 uur af te haspelen. Maar nu zijn we maar wat blij dat we dit gisteren deden. Ontspannen en uitgeslapen genieten we van het ontbijt in Safari-hotel dat heel wat beter is dan verwacht. We hebben tijd zat, maar gezien Johannesburg een mega airport is, en we nog onze huurwagen moeten inlevern, vertrekken we toch meer dan tijdig naar de vlieghaven. Dat inleveren bij Cabs Car verloopt supervlot, en we begeven ons stipt naar de Departure Hall. Maar wat blijkt; mijn koffer met computer, foto- en filmateriaal bleef in de huurwagen staan. Zonder die attributen zou de reis nooit meer hetzelfde zijn… Als zotten stormen Erik en ikzelf terug naar het gebouw en de ondergrondse waar we onze wagen inleverden. In onze nervositeit vinden we het bijna niet terug, maar worden door een vriendelijke stewart geholpen. De man legt het ganse traject mee met ons af. Volledig buiten adem (ik toch) bereiken we de ondergrondse, maar van onze Minibus Hyundai geen spoor meer. Onderweg is het me ook ingevallen dat al mijn vloeibaar (liquide) geld in die koffer zit, en dat ik zelfs de cijferslotjes niet heb opgezet. Gelukkig staan er een paar mensen in het nabijgelegen bureeltje, en één ervan weet te zeggen dat onze wagen naar de carwash is. Enkele ogenblikken later komt uit het niets die tweede man op de proppen. Jawel… met mijn koffer onder de arm. Breedlachend overhandigt hij deze. Voor ze naar de carwash gaan worden de wagens nogmaals extra gecontroleerd op eventuele schade en op de inhoud. Vandaar… Die man verdient inderdaad een dikke fooi, en tien minuten later staan we terug bij de vrienden. Maar de ontstressing blijft nog wat aanslepen. Mijn fameuze handbagage-koffer weegt véél te veel, en daarom moet een en ander in de hand gedragen worden. Als ik mijn fototoestel om de hals hang vraagt de hostess als ik een fotootje van haar wil nemen. Waarom niet? Ze krabbelt inderhaast haar adres op een stukje afgescheurd papier.
Niet te vergeten; de foto opsturen naar deze hostess.
Onze vlucht naar Port-Elisabeth verloopt voorspoedig, stipt en met een cholesterol-arme maaltijd. Tegen 15 uur zijn we geland, en twintig minuutjes later staan we in de arrival-hall, waar Jim van Cabs Car ons breedlachend staat op te wachten.
Anny en Erik; veilig geland…Jim staat ons al op te wachten.
Hij begeleidt ons naar de nieuwe minibus en wat blijkt nu; exact dezelfde Hyundai H1 als we in Johannesburg inleverden. Kleur, interieur, afwerking; alles hetzelfde. Alleen deze is nog iets jonger.
Erik en Jim. Alle papieren nog eens goed nazien.Afscheid aan Jim, en klaar om af te reizen met onze minibus.
We tsjeezen met het nieuwe karretje nu over 230 kilometer tarmac naar Plettenberg. Ikzelf ben nu driver gebombardeerd, en vriend Erik is second driver. Eerste maal zelf links rijden met het stuurwiel op de rechterkant is altijd een uitdaging en een aanpassing, maar we komen toch veilig en goed aan in onze B&B Cornerway House, bij Robin en Dee. Zeer vriendelijke mensen, mooie kamers, en een prachtige omgeving. Het eerste flesje wijn op het terras loopt binnen als engeltjeswater, en we verkeren allemaal in prima stemming.
Gezellig op terras van Cornerway House.Relax…Trees en Guy met hun beste glimlach.
Gastheer Robin heeft voor ons de reservatie gemaakt in het nabijgelegen Scotty’s. Op het (papieren) tafelkleed staat in koeien van letters vermeld; “WELCOME, Happy Pépés Waregem.
Ze heten ons welkom op het tafelkleed.
Hiermee is het ijs onmiddellijk gebroken. We beleven er een gezellige avond met prima spijs en drank.
Inderdaad; het is zover. Het afscheid aan Paul en Nadine en hun Xeni-lodge is aangebroken. Wat een eeuwigheid leek is als een wervelwind voorbijgevlogen.
Laatste minuutjes genieten van onze Xeni-lodge.
Paul en Nadine komen ons uitwuiven tegen 10 uur, en vooraf worden koffers gepakt en netjes in onze Hyundai geschikt.
Mooi geschikt; koffertje vol!
We worden zelfs bijgestaan door Antonio, manusje-van-alles en tuinman van Paul. We maken die jongen ook blij met een petje van Radio Shack.
Antonio met zijn Radio Shack petje…
Fier als een gieter poseert hij voor de foto. Ook de fiets moet er bij, want bij een koerspetje hoort een rennersfiets.
Tom Boonen of Africa ?Antonio heeft al drie supporters…Scheiden doet lijden…
We hebben 450 kilometer te gaan, en onderweg is er niet zo veel loos. Alhoewel; we voorzien toch een tussenstop na 300 km in de nabijheid van Middelburg. Met een kleine omweg bereiken we Bothsabelo-village, een van de weinig resterende nederzettingen waar de ethnische stam van de Ndebele nog wonen. Hun vrouwen zijn wegens hun kleurrijke kralensnoeren en fraai beschilderde huisjes tot ver buiten Zuid-Afrika bekend. De Ndebele schilderen nooit naar een model, maar altijd intuïtief. Wanneer ze een lijn trekken weten ze nog niet waar deze zal eindigen. En ze gebruiken een verf die tientallen jaren intact blijft, en zelfs niet aangetast wordt door het hevige zonlicht. Aan een sober stalletje met dito bareel en bediend door een sukkel betalen we onze entree. Nu nog enkele honderden meters te gaan naar het dorp, maar wat blijkt… sinds jaren moet deze nederzetting verlaten zijn. Het onkruid en het gras staan bijna metershoog tot aan de huisjes.
Het gras en het onkruid overwoekert de huisjes…en de tekeningen op de muren… die blijven intact.
De shop en het kleine museum staan er vervallen bij. Op uitzondering van drie lugubere mannen die ons zogezegd willen rondleiden is er geen levende ziel te bespeuren. Desolaat en verlaten, maar toch stralen de geometrische figuren op de muren van de huisjes nog een frisheid uit, alsof ze gisteren werden geschilderd. Zouden ze dan toch Bosspaint gebruikt hebben? Gelukkig hebben we in Pelgirim’s Rest twee (fake) Ndebele vrouwen gezien, en kunnen we ons inbeelden hoe mooi de kombinatie van die klederdracht met de beschildering van de huisjes moet geweest zijn.
Twee Ndebele vrouwen van enkele dagen geleden in Pelgrim’s Rest…en drie Ndebele dames uit Waregem !
Al bij al voelen we ons hier bedrogen, en dat zijn we ook. Terug aan het hokje met het bareel maak ik mij (een klein beetje) kwaad, en eis ons entreegeld terug. Maar de arme stakker hakkelt er met horten en stoten uit dat hij voor een baas werkt, en een hoop problemen zou hebben moest hij afgeleverde tickets terugbetalen. Het zielig kereltje ziet er zo bang en hulpeloos uit, en daarom besluiten we dan maar om het incident te sluiten, doch niet zonder dat bareelmanneke de boodschap mee te geven dat zijn baas een gangster is. Bij later nazicht zou blijken dat dit Ndebele dorp nog steeds in de actuele reisgidsen vermeld wordt. Bij een Belgisch tour-organisator staat het bezoek aan dit dorp in hun reisshema van 2013 nog steeds op het programma. Begrijpe wie kan…
Aan een pompstation tanken we de wagen vol, en onze magen verdienen hier ook een lichte snack. En de meisjes krijgen elk 10 Rand voor de kinderspeeltjes.
Een beetje afreageren ?
Nu nog een dik uur te gaan om Johannesburg te bereiken. We kunnen de drukke stad ontwijken, want Hilde heeft een hotelletje uitgezocht dat buiten ‘t stad maar wel op minder dan twee kilometer van de airport gelegen is. Morgenmiddag vliegen we immers naar Port-Elisabeth.
Het Safari-club Hotel is een typisch airport hotel, maar valt al bij al nog goed mee. De kamers zijn niet groot maar zeer netjes. Bij het avonddinner krijgen we een steack à la groenhove gepresenteerd door immer lachende Maria.
Maria en haar collega.
De drank echter moeten we zelf uit de ijskast nemen, en ons verbruik noteren op een briefje. Tussen alle water- en frisdrankjes door ligt er welgeteld één fles (rosé)wijn, en die wordt direct aangeslagen en broederlijk verdeeld onder z’n zessen. Het kan niet alle dagen feest zijn…