Zaterdag 16 Februari. Genieten van Knysna en omgeving.

Juist naast onze “Grootvoet” chalet ligt een etablissement, “die Gieter”, en misschien omdat we een beetje lui aan het worden zijn gaan we liever daar een ontbijtje nemen in plaats van zelf klaar te maken. In ieder geval; ‘t is lekker.

Ontbijten in “de Gieter”

Nadien een ritje naar “The Heats”, een van de landtongen van Knysna, de mooiste plaats van de Garden Route. We worden overdonderd door de prachtige zeemond, waar de stroming indrukwekkend is.

Kliffen en rotsen zijn indrukwekkend.
Nogmaals poseren…

Knysna ligt aan de kusten van een estuarium; een plaats waar rivier en zeewater samenstromen. Een jachtboot probeert door de engte te varen, maar besluit wijselijk rechtsomkeer te maken. De natuur haalt hier de bovenhand.

Zeilbootjes moeten ook rechtsomkeer maken.

Omdat we in ons “Grootvoet” geen internet hebben gaan we op zoek naar een café met WiFi. In het centrum hebben we er al vlug eentje gevonden. Bij Erik en ikzelf lukt het, doch Trees haar machientje is koppig, en wil maar niet in verbinding komen met die duivelse WiFi. Moe van proberen geeft ze er de brui aan, en om haar af te reageren gaat ze maar wat vogelpikken. De pijlen vliegen in het rond en als ik toevallig in de loop van de roos passeer krijg ik er eentje pardoes op een tand. Gevolg; een stuk uit die tand. In Afrika is dit niet zo erg, want er lopen er hier nogal wat rond met meer dan één ontbrekende tand.

Trees speelt vogelpik…
Een pijltje pardoes op een tand…

Tijd weeral voor een licht lunchke, en omdat Knysna beroemd is voor zijn oesters gaan we naar “Quay Four”, een restaurant gespecialiseerd in deze lekkernij. De amateurs van de oesters likkebaarden en slurpen de heerlijke zeevruchten met gesloten oogjes naar binnen. De niet oester-lovers houden het bij een Pizza.

Heerlijke oestertjes…
En smullen maar…

Op de terugweg naar onze chalet maken we nog een ommetje langs het mini-kerkje van Belvidère. Prachtig gelegen in de natuur, en omrigd door het oude kerkhof.

Het mooie kerkje van Belvidère.

Onze tocht wordt afgesloten door een bezoek met wandeling in Brenton-On-Sea, de overkant “The Heads”.

The Heads.
Romantische wandeling op “The Heads”.
Vroeger liep hier een stoomtreintje van Knysna naar George.

Voor het dinner wordt er nog een uurtje bridge gespeeld, en om 20 uur gaan we bij onze buren van “die Gieter” van een lekkere lasagne genieten.

die Gieter.

 

Vrijdag 15 Feb. Van Plett naar Knysna.

Het is met weemoed dat we vandaag Plett en onze mooie locatie Cornerway House zullen verlaten. Maar we moeten verder… doch we genieten eerst nog met volle teugen van ons ontbijt.

Ons knusse terrasje in Cornerway House.
Laatste morgenmaal…

De verplaatsing is zeer kort (35 km), en omdat we tijd zat hebben willen de dames eerst nogmaals een boetiekje aandoen, waarvan ze denken gisteren niet alles gezien te hebben.

Nogmaals naar ’t boetiekje…

Tegen 11 uur maken we onze opwachting aan de receptie van Phantom Vieuw, een verkaveling van een tiental houten chalets. Gelegen tegen een heuvelflank met zicht op een grote lagune.

Chalet voor 6 personen…
met zicht op de lagune.

Onze chalet Nr 6 heeft de naam “Grootvoet” meegekregen. Ze zullen het geweten hebben…

Ons nieuw adres; Grootvoet Nr 6 in Knysna.

We beschikken over een open keuken met grote living, een terras met prachtig uitzicht op de lagune, 3 slaapkamers en 3 badkamers. Als het ware op formaat van onze groep gesneden. We voelen ons hier dadelijk thuis, en Guy stelt zelfs voor om hier op het terras al van een apéritiefje te genieten. Het is immers twaalf en twintig, en er zitten nog biertjes en enkele flessen wijn in onze frigobox. Zalig genieten dus…

In de namiddag brengen we een eerste bezoekje aan het mooie stadje Knysna. Op een schiereilandje van de stad lopen we in “La Turbine” binnen, een oude stoomfabriek die omgebouwd is tot Hotel – restaurant – galerij. Architectorisch een prachtige realisatie.

De bakfiets van “La Turbine”

De oude turbine, de buizen en leidingen, de oude verlichtingsarmaturen, de motoren en de meettoestellen; alles werd bewaard en geïntegreerd in de nieuwe bestemming.

Precies twee schouwgarnituren.
Trees aan de stoomketel.

We genieten van een sandwich-snack tussen al dit industrieel erfgoed. Een wandeling in de nabije omgeving doet ons bijna geloven dat we in het Franse Port-Grimaud vertoeven.

Op ’t terras van “La Turbine”.
Port-Grimaud of Knysna ?
Aan ’t Waterfront.

Vandaar gaat onze tocht naar het “Waterfront”, waar we een uurtje flaneren tussen de boetiekjes, kunstgalerijen en souvenirwinkeltjes.

Nogmaals ons huisje; ditmaal de zijkant.

Vanop ons terras genieten we van de zonsondergang op de lagune. En voor een lichte dinner begeven we ons naar het nabije Belvidère. Restaurant “The Bells” doet ons denken aan “Den Trekzak” in Wortegem-Petegem. Om de avond in schoonheid te eindigen slaat Hilde nog maar eens een handwasje. Ikzelf probeer (vruchteloos) de achterstand op deze blog bij te benen. En de vrienden, die begeven zich aan spel en drank. Een partijtje bridge onder het voorzichtig nippen aan een glaasje Chenin Blanc.

Donderdag 14 Februari. Bezoek aan “Born in Africa”.

14 Februari – Valentijn! Alhoewel het ontbijt een uurtje vervroegd is wegens afspraak met Remi De Backer komen we als verliefde koppeltjes de ontbijttafel vervoegen. Hilde zal het geweten hebben, want ze heeft al op elk bord een suikeren hartje gelegd.

Twee Valentijntjes.

Tegen 8u30  hebben we afspraak met Remi De Backer, één van de drijvende krachten achter “Born in Africa”. Dit project werd door Remi en zijn vriend Georges De Smul, met diens dochter Isabelle tien jaar geleden opgericht. Intussen is het uitgegroeid tot een professionele organisatie die al meer dan 1500 kinderen heeft geholpen. Na afloop van haar vrijwilligerswerk in Plettenberg zag Isabelle een immense nood om een organisatie op te richten waar degelijke educatieve en sociale ondersteuning een verschil kan maken in de levens van jongeren. Remi begeleidt ons naar het kantoor, dat ook dienst doet als huisvesting van een vijftal buitenlandse (veelal Belgische) vrijwillig(st)ers. Momenteel worden een 400 tal leerlingen gevolgd in hun educatieve opleiding. Er wordt onderzocht als er studiebeurzen kunnen bekomen worden en de kinderen ontvangen uniformen en schoolbenodigdheden. Kinderen met leermoeilijkheden worden bijgewerkt door de vrijwilligers. Isabelle is apetrots op de “wall of fame” in haar kantoor.

Hilde aan de “Wall of Fame”

Alle 400 kinderen evenals de begeleiders en vrijwilligers staan er afgebeeld. Zelfs deze die hier enkele weken of maanden gewerkt hebben en al terug naar hun thuisland vertrokken zijn verdienen hier nog een plaatsje. Na al die uitleg vertrekken we naar een schooltje in The Crags, een buitenwijk van Plett, juist naast een township gelegen. De meeste van de kinderen die hier school lopen zijn afkomstig van die township. We doorlopen verschillende lagere klasjes.

Bij de kleinsten…
Eén en al concentratie.

Ook een lokaal waar een zestal kinderen met leerachterstand door een paar vrijwilligers worden bijgewerkt. En eindigen doen we in een heuse computerklas.

Vrijwilligers trachten de achterstand bij te werken.
Rekenen bijwerken.

Als we ‘t schooltje verlaten wuiven de kinderen ons enthousiast na, en ikzelf kan het niet laten om een zijsprongetje te maken in een danskoord. Maar mijn tweede sprong is er al teveel aan, en ik hou er een pijnlijke enkel aan over. Of zou dat van iets anders kunnen komen?

Te oud voor koorddansen…

Achteraf lopen we, nog steeds begeleid door Remi, een eindje door  de townschip. Voor de vrienden die dit de eerste keer te zien krijgen is dit wel een hallucinante ervaring.

Houten barakken…
Publieke toiletten.
Bijlange niet allemaal gaan ze naar school…

De manier waarop de zwarte en gekleurde Afrikanen hier leven en/of overleven is in onze normen niet te vatten. Weeral komt de idee in ons op dat iedere Westerling dit eens moet kunnen aanschouwen.

Huisje volledig afgebrand.
Afscheidsdrankje met Lieve De Backer (links) en Remi De Backer (rechts)

We rijden naar onze B&B  terug, en in het centrum van Plett wordt bij die Franse bakker en in de Spar wat brood, tomaatjes, hesp en kaas gekocht zodat we een belegd broodje uit het vuistje  kunnen naar binnen werken. Niet te veel echter, want vanavond is Valentijndinner. Verder is de namiddag er eentje van zalig nietsdoen. De vrouwtjes spelen kapstertje. En ook in dat spelletje gaan ze diep; er wordt er zelfs eentje gekleurd.      Tegen 20 uur vertrekken we gekapt, geschoren, geverfd en opgedirkt naar “Emily Moon”, een culinaire topper in Plett.

“Emely Moon” ; apéro aan de haard.

Apéro buiten aan de haard, en voor de rest van de avond zitten we binnen in het magnifieke Oosters gedecoreerd interieur. Onze drie dames ontvangen een rode ballon in de vorm van een hartje. En bedrukt met een niet mis te verstane boodschap. Wat wij daarna op ons bord krijgen is een veel beter Valentijnscadeau. Een 3-gangenmenu om duimen en vingers af te likken. De enige negatieve opmerking de we achteraf maken is dat dit veel te veel van het goede is. Zeker voor mensen als wij…

Woensdag 13 Februari. Rustige dag in Plett.

Het Cornerway House zit proppensvol, en daardoor is het ook zeer druk aan het ontbijt. Maar de kwantiteit schaadt niet aan de kwaliteit. Het ommeletje met spekreepjes smaakt heerlijk. Na het ontbijt is de tijd aangebroken om het centrum van Plett te gaan verkennen. Mooie verzorgde stad. Fijne boetiekjes, galerijtjes, eethuisjes, souvenirwinkeltjes, en zelfs een heuse Franse bakker liggen verspreid over het hoofdavenue.

Een Franse bakker.
Mooie en moderne stad.

Met de mannen bezoeken we enkele kunstgalerijen terwijl de dames uiteraard voor de boetiekjes kiezen.

Restaurant NIEGOENIE… Als ’t nie goe is, dan gaan we er ook nie…

Op de middag rijden we een tiental kilometer naar wijnhuis BRAMON, waar we een tafeltje gereserveerd hebben tussen de wijnranken. Heerlijk… Op de middag serveert men hier kleine plaatjes, een soort tappa’s. Op een briefje moeten we zelf aanduiden voor wat we kiezen, en ten alle tijde kan bijbesteld worden. Voor een lichte lunch is dit wel een ideale formule.

BRAMON; wijnhuis, annex restaurant.
Lunch tussen de druiven… heerlijk!
Heerlijke kleine plaatjes…
en prima service.

De witte Chenin Bland smaakt ook heerlijk; het is er immers van Bramon zelf. We drinken als het ware het produkt van de druiven die ons omringen.

Hilde zag eens druifjes hangen…
In de wijnwinkel van Bramon.

Na Bramon maken we nog een klein ommetje. Tien minuutjes verder ligt immers Nature Valley, een stukje aards paradijs in Afrika.

Nature Valley – een stukje paradijs.

We maken er een toertje in de residentiële wijk om achteraf te gaan genieten van zee en strand.

’t water lonkt…

Hilde en Guy houden er een natte broek aan over, maar gezien de snikhete temperatuur (34° Celsius) is dit niet zo erg.

Guy en Hilde zullen er een natte broek aan overhouden.

Op de terugweg en bij het binnenrijden van Plett brengen we nog een bezoek aan Old Nick village. Een park met een resem winkelstalletjes. Op de koop toe is er de woensdag ook artisanale markt. Onze ladies zijn weeral in hun element, want er zitten een paar mooie modezaakjes bij. Ikzelf bots op een kraampje waar een madammeke siroop verkoopt om alcoholvrij Citraantje (Wortegemsen) te maken. En inderdaad, de smaak gelijkt heel erg op Citraanje. Misschien is hier een gat in de Belgische markt ontdekt. Dat madammeke heeft me al direct exclusief agent benoemd.

Het Madammeke is dol-enthousiast over haar  nieuwe Belgische agent, alhoewel haar duim en wijsvinger ook iets anders laat vermoeden.

Een eindje verderop is er ook een klein museum met een afdeling textiel. Er draait een electrisch bediend schietspoelweefgetouwtje. De man die het machientje bedient kan zijn oren niet geloven als ik hem vertel hoe het weven er bij ons aan toe gaat.

Een schietspoelweefgetouwtje, anno 1948.

Vanavond genieten we van een heerlijke zeetong in Lemon Grass, een leuk restaurant in het centrum van Plett.

Dinsdag 12 Feb. Binnenvlucht naar Port-Elisabeth en doorrijden naar Plettenberg.

Aanvankelijk was gepland om de 450 km van Marloth-Park naar Johannesburg deze morgen om 4 uur af te haspelen. Maar nu zijn we maar wat blij dat we dit gisteren deden. Ontspannen en uitgeslapen genieten we van het ontbijt in Safari-hotel dat heel  wat beter is dan verwacht. We hebben tijd zat, maar gezien Johannesburg een mega airport is, en we nog onze huurwagen moeten inlevern, vertrekken we toch meer dan tijdig naar de vlieghaven. Dat inleveren bij Cabs Car verloopt supervlot, en we begeven ons stipt naar de Departure Hall. Maar wat blijkt; mijn koffer met computer, foto- en filmateriaal bleef in de huurwagen staan. Zonder die attributen zou de reis nooit meer hetzelfde zijn… Als zotten stormen Erik en ikzelf terug naar het gebouw en de ondergrondse waar we onze wagen inleverden. In onze nervositeit vinden we het bijna niet terug, maar worden door een vriendelijke stewart geholpen. De man legt het ganse traject  mee met ons af. Volledig buiten adem (ik toch) bereiken we de ondergrondse, maar van onze Minibus Hyundai geen spoor meer. Onderweg is het me ook ingevallen dat al mijn vloeibaar (liquide) geld in die koffer zit, en dat ik zelfs de cijferslotjes niet heb opgezet. Gelukkig staan er een paar mensen in het nabijgelegen bureeltje, en één ervan weet te zeggen dat onze wagen naar de carwash is. Enkele ogenblikken later komt uit het niets die tweede man op de proppen. Jawel… met mijn koffer onder de arm. Breedlachend overhandigt hij deze. Voor ze naar de carwash gaan worden de wagens nogmaals extra gecontroleerd op eventuele schade en op de inhoud. Vandaar… Die man verdient inderdaad een dikke fooi, en tien minuten later staan we terug bij de vrienden. Maar de ontstressing blijft nog wat aanslepen. Mijn fameuze handbagage-koffer weegt véél te veel, en daarom moet een en ander in de hand gedragen worden.  Als ik mijn fototoestel om de hals hang vraagt de hostess als ik een fotootje van haar wil nemen. Waarom niet? Ze krabbelt inderhaast haar adres op een stukje afgescheurd papier.

Niet te vergeten; de foto opsturen naar deze hostess.

Onze vlucht naar Port-Elisabeth verloopt voorspoedig, stipt en met een cholesterol-arme maaltijd. Tegen 15 uur zijn we geland, en twintig minuutjes later staan we in de arrival-hall, waar Jim van Cabs Car ons breedlachend staat op te wachten.

Anny en Erik; veilig geland…
Jim staat ons al op te wachten.

Hij begeleidt ons naar de nieuwe minibus en wat blijkt nu; exact dezelfde Hyundai H1 als we in Johannesburg inleverden. Kleur, interieur, afwerking; alles hetzelfde. Alleen deze is nog iets jonger.

Erik en Jim. Alle papieren nog eens goed nazien.
Afscheid aan Jim, en klaar om af te reizen met onze minibus.

We tsjeezen met het nieuwe karretje nu over  230 kilometer tarmac naar Plettenberg. Ikzelf ben nu driver gebombardeerd, en vriend Erik is second driver. Eerste maal zelf links rijden met het stuurwiel op de rechterkant is altijd een uitdaging en een aanpassing, maar we komen toch veilig en goed aan in onze B&B Cornerway House, bij Robin en Dee. Zeer vriendelijke mensen, mooie kamers, en een prachtige omgeving. Het eerste flesje wijn op het terras loopt binnen als engeltjeswater, en we verkeren allemaal in prima stemming.

Gezellig op terras van Cornerway House.
Relax…
Trees en Guy met hun beste glimlach.

Gastheer Robin heeft voor ons de reservatie gemaakt in het nabijgelegen Scotty’s. Op het (papieren) tafelkleed staat in koeien van letters vermeld; “WELCOME, Happy Pépés Waregem.

Ze heten ons welkom op het tafelkleed.

Hiermee is het ijs onmiddellijk gebroken. We beleven er een gezellige avond met prima spijs en drank.

 

Maandag 11 Februari. Van Marloth-park naar Johannesburg.

Inderdaad; het is zover. Het afscheid aan Paul en Nadine en hun Xeni-lodge is aangebroken. Wat een eeuwigheid leek is als een wervelwind voorbijgevlogen.

Laatste minuutjes genieten van onze Xeni-lodge.

Paul en Nadine komen ons uitwuiven tegen 10 uur, en vooraf worden koffers gepakt en netjes in onze Hyundai geschikt.

Mooi geschikt; koffertje vol!

We worden zelfs bijgestaan door Antonio, manusje-van-alles en tuinman van Paul. We maken die jongen ook blij met een petje van Radio Shack.

Antonio met zijn Radio Shack petje…

Fier als een gieter poseert hij voor de foto. Ook de fiets moet er bij, want bij een koerspetje hoort een rennersfiets.

Tom Boonen of Africa ?
Antonio heeft al drie supporters…
Scheiden doet lijden…

We hebben 450 kilometer te gaan, en onderweg is er niet zo veel loos. Alhoewel; we voorzien toch een tussenstop na 300 km in de nabijheid van Middelburg. Met een kleine omweg bereiken we Bothsabelo-village, een van de weinig resterende nederzettingen waar de ethnische stam van de Ndebele nog wonen. Hun vrouwen zijn wegens hun kleurrijke kralensnoeren en fraai beschilderde huisjes tot ver buiten Zuid-Afrika bekend. De Ndebele schilderen nooit naar een model, maar altijd intuïtief. Wanneer ze een lijn trekken weten ze nog niet waar deze zal eindigen. En ze gebruiken een verf die tientallen jaren intact blijft, en zelfs niet aangetast wordt door het hevige zonlicht. Aan een sober stalletje met dito bareel en bediend door een sukkel betalen we onze entree. Nu nog enkele honderden meters te gaan naar het dorp, maar wat blijkt… sinds jaren moet deze nederzetting verlaten zijn. Het onkruid en het gras staan bijna metershoog tot aan de huisjes.

Het gras en het onkruid overwoekert de huisjes…
en de tekeningen op de muren… die blijven intact.

De shop en het kleine museum staan er vervallen bij. Op uitzondering van drie lugubere mannen die ons zogezegd willen rondleiden is er geen levende ziel te bespeuren. Desolaat en verlaten, maar toch stralen de geometrische figuren op de muren van de huisjes nog een frisheid uit, alsof ze gisteren werden geschilderd. Zouden ze dan toch Bosspaint gebruikt hebben? Gelukkig hebben we in Pelgirim’s Rest twee (fake) Ndebele vrouwen gezien, en kunnen we ons inbeelden hoe mooi de kombinatie van die klederdracht met de beschildering van de huisjes moet geweest zijn.

Twee Ndebele vrouwen van enkele dagen geleden in Pelgrim’s Rest…
en drie Ndebele dames uit Waregem !

Al bij al voelen we ons hier bedrogen, en dat zijn we ook. Terug aan het hokje met het bareel maak ik mij (een klein beetje) kwaad, en eis ons entreegeld terug. Maar de arme stakker hakkelt er met horten en stoten uit dat hij voor een baas werkt, en een hoop problemen zou hebben moest hij afgeleverde tickets terugbetalen. Het zielig kereltje ziet er zo bang en hulpeloos uit, en daarom besluiten we dan maar om het incident te sluiten, doch niet zonder dat bareelmanneke de boodschap mee te geven dat zijn baas een gangster is. Bij later nazicht zou blijken dat dit Ndebele dorp nog steeds in de actuele reisgidsen vermeld wordt. Bij een Belgisch tour-organisator staat het bezoek aan dit dorp in hun reisshema van 2013 nog steeds op het programma. Begrijpe wie kan…
Aan een pompstation tanken we de wagen vol, en onze magen verdienen hier ook een lichte snack. En de meisjes krijgen elk 10 Rand voor de kinderspeeltjes.

Een beetje afreageren ?

Nu nog een dik uur te gaan om Johannesburg te bereiken. We kunnen de drukke stad ontwijken, want Hilde heeft een hotelletje uitgezocht dat buiten ‘t stad maar wel op minder dan twee kilometer van de airport gelegen is. Morgenmiddag vliegen we immers naar Port-Elisabeth.
Het Safari-club Hotel is een typisch airport hotel, maar valt al bij al nog goed mee. De kamers zijn niet groot maar zeer netjes. Bij het avonddinner krijgen we een steack à la groenhove gepresenteerd door immer lachende Maria.

Maria en haar collega.

De drank echter moeten we zelf uit de ijskast nemen, en ons verbruik noteren op een briefje. Tussen alle water- en frisdrankjes door ligt er welgeteld één fles (rosé)wijn, en die wordt direct aangeslagen en broederlijk verdeeld onder z’n zessen. Het kan niet alle dagen feest zijn…

Zondag 10 Februari. Onze laatste dag in Marloth-park.

Inderdaad, het laatste dagje van ons verblijf in de streek van Kruger is reeds aangebroken. En omdat het zondag is, zullen we het vandaag ok rustig houden. In de voormiddag een beetje niksen. Dit betekent; lang aan de ontbijttafel, genieten van de omgeving, babbeltje hier, laptopje daar, boekje ginder…

Geheel in het kader van het zalig nietsdoen gaan we lunchen in “Carpe Diem”, het restaurantje dat we 14 dagen geleden ook al eens aandeden. Op zondag wordt er life muziek gemaakt, en trakteert de baas op een gratis mojito-apéritief.

Pittige mojito in Carpe Diem.
Santé…

 

Life music…

En ze zullen het geweten hebben, want we krijgen dezelfde serveuse, en de duifjes zitten bij de vriendelijke dame weeral dicht bij de draad. Erik en Guy hebben dat natuurlijk vlug in de gaten.

Erik en Guy hebben het vlug door; de duifjes zitten weer dicht bij de draad.
Erik houdt er twee parasolletjes aan over…

Op de terugweg passeren we de bananenplantage, en rijden daar ook nog eens binnen.

Wachten om verpakt en verstuurd te worden; naar België ?

Wegens zondag zijn de meeste mensen rond hun schamele huisjes ook aan het niksen. Wat wel opvalt is het optimisme van die arme mensen. Ze wuiven ons toe, ze lachen en ze spelen… met heel weinig zijn ze tevreden. Erik vindt dat elk kind van bij ons hier eens voor enkele dagen mee geconfronteerd moest worden. Geen TV, geen I-pad, geen GSM… en toch tevreden zijn.

Ze hebben niet veel… of juist héél veel!
Zonder GSM of I-pad kan het ook…

Verder op de weg ontmoeten we een grote vrachtwagen tegenover een kerkje. De eredienst is net afgelopen, en de vrachtwagen wordt volgestouwd met misvierders. Zij zullen met deze vrachtwagen terug naar huis gevoerd worden.

Na de mis, allemaal de vrachtwagen op, en terug naar huis.

Enkelen hebben al vlug door dat we ze in de gaten houden, en beginnen te wuiven en te zingen. Erik is niet meer te houden; hij springt uit de wagen en begint het rithme aan te geven. Nu barst het feest eerst los: allemaal staan ze te wuiven, te chanten en te brullen alsof hun leven ervan afhangt. Nog maar eens het bewijs met hoe weinig ze kontent zijn. En wij… wij genieten van er op te kijken.

Erik geeft de maat aan…
… en daar gaan ze!

In de vooravond rijden we samen met Paul en Nadine voor een laatste maal langs de Seekoeweg en de oever van de crocodile river. Een laatste groet aan de springbokjes, de impala’s, de giraffen en de wrattenzwijnen. Alhoewel we ze in de voorbije dagen bij tientallen ontmoet hebben, blijven we voor elk dier be- en verwondering betonen; zo mooi!

Laatste maal bij die mooie impala’s?…
laatste giraffe?…
en misschien wordt dit de laatste zebra…

Het souper wordt er eentje van restjes en overschotjes. Er zit nog een flesje Poncraz en ook een fles Chenin Blanc in de ijskast. We doen ons tegoed aan toast met tonijn, kaas met tomaatjes, en heerlijk opgewarmde pizza. Deze laatste uit de doggy-box van deze middag. Iets later op de avond komt er nog een muishondje goede nacht wensen…

Een muishondje komt goede nacht wensen.

Zaterdag 9 Februari. Relaxen in Xeni-lodge.

Uitslapen tot bijna 9 uur, en rustig ontbijt op ons terrasje. Na bijna één week zijn de mannen bijna het afdienen, afwassen en afdrogen verleerd, maar ze worden deze morgen vlug met hun neus op de feiten gedrukt. Opdracht is opdracht !                                     Rond 10 uur meldt Sutterke zich aan met het goede nieuws dat zijn electriciteitsprobleem opgelost is. Hij vertrekt dan ook direct terug naar zijn lodge, overstelpt met 3 zakken wasgoed. Zijn wasmachine zal al enkele uurtjes mogen draaien. De rest van de voormiddag wordt gevuld met zalig nietsdoen, kaartjes schrijven en wandelingetje maken. We krijgen het bezoek van de familie wrattenzwijn met haar ganse kroost. Papa zwijn waagt zich tot op ons onderterras, en de kroost doet zich tegoed aan Paul’s vetplantjes.

Papa wrattenzwijn waagt zich tot op het terras…
terwijl de kroost zich tegoed doet aan Paul’s vetplantjes.

Onze vrienden Guy en Erik en ook Trees en Anny zijn fervente bridgers. En gezien deze rustige dag kan het ook niet anders ofdat zij het kaartspel bovenhalen. Het wordt dus een paar uurtjes rustig in Xeni-lodge… alhoewel !

Onze bridgers in actie…
Bridgespecialist Guy.

Iets later in de namiddag is Paul daar al terug met het gewassen witgoed. Hij blijft nog wat prutsen aan de filters en kranen van het zwembad. Tot wij hem eensklaps horen roepen en tieren. Wij hollen naar de afsluiting, en daar ligt Sutterke krijsend en gillend te krullen op de grond. Met beide handen houdt hij een lange slang van zich af. Er kleeft bloed aan zijn armen. Zijn gekrijs snijdt door merg en been.Wij staan aan de grond genageld… tot plots blijkt dat het een plastieken slang is. En het bloed schijnt ketschup te zijn. Tenandere, slangenbeten bloeden niet, doch daar denkt men in paniek niet aan. Drommelse Paul toch! Dat was meer dan schrikken. Vanaf nu krijgt ook hij het etiket van “verschieter” opgekleefd.

Kermend op de grond… gebeten door een groene boomslang.
Fantast Sutterke met zijn plastieken slang.
Hilde voelt zich thuis…

In de vooravond begeven we ons naar de crocodile river, om daar van de zonsondergang te genieten, en misschien ook enkele dieren te spotten. De overkant van de rivier is immers het Krugerpark. We hebben een frigobox bij met een zestal biertjes en een fles Zuid-Afrikaanse Poncraz Champagne. Aangevuld met wat knabbelhapjes. Onderweg ernaartoe spotten wij al zebra’s, een kudu, en zelfs een eenzame struisvogel.

Zebra’s…
een kudu…
en zelfs een eenzame struisvogel.

Aan de rivier gekomen installeren we ons op een tribunneke, speciaal opgetrokken voor wildspotters. We zijn daar ook niet alleen. De drankjes, de hapjes, de zonsondergang; dit is pas genieten. De dieren echter vertikken het om hun snuit te tonen. Maar zelfs dat kan de gezellige ambiance niet verstoren.

Gezelligheid troef op het tribuuntje.
Geen dieren… of toch nog een luipaard? En wat moet die tekst betekenen?
Genieten van de zonsondergang op de Crocodile River.

Eén minpuntje; zowel Anny als Trees vergeten hun verrekijker, en tegen zij het ‘s anderendaags beseften waren de kijkertjes al verdwenen.

De avond wordt er eentje van Chef Paul De Sutter. Hij zal ons vergasten op heerlijk besauste kippeboutjes. Als hoofdgerecht presenteert hij ons een mals varkenshaasje, ook al met twee subtiele sausjes en Belgische fijne frietjes. De kers op de taart wordt een gebakken Amarula-banaan. Super! Inderdaad, Paul is ook van Kruishoutem. Hij mag gerust zijn Xeni-lodge omdopen tot “ ‘t hof van Xeni”.

Chef Paul van ” ’t hof van Xeni “

 

Vrijdag 8 Februari. Laatste dag Panoramaroute en terug naar Xeni-lodge in Marloth Park.

Het ontbijt in Graskop Hotel verloopt nogal chaotisch, waarschijnlijk omdat er een ganse bus hotelgasten op hetzelfde ogenblik als ons wil afreizen.  Maar op het voorziene uur (9 u) zitten we toch gepakt en gezakt in de wagen. Eerst 12 km terug naar God’s Window, Alhoewel de wolken vandaag ook niet al te hoog aan de hemel staan rijden we eerst 12 km terug naar God’s Window. En weeral is God ons niet gunstig gezind, want het wolkengordijntje blijft ook vandaag volledig dicht. Dan maar doorgereden naar de Mac Mac falls. Deze 65 meter hoge waterval stort zich te pletter in de Mac Mac rivier. Het wordt een flinke klim, maar dat zijn we intussen al gewoon.

De Mac Mac falls, weeral een wonder der natuur.
Groepsfoto met zicht op de falls.

En ook ditmaal worden we beloond met een prachtig wonder der natuur.                         De winkeltjes bij de uitgang van het park hebben succes. Omdat Anny en Hilde een paarse fleece dragen willen ze persé op de foto met een verkoopster die ook paars gekleed is. Three Purple Ladies. Intussen redt Trees het wel met de zoon van de verkoopster.

Three purple ladies…
Trees met de zoon van de verkoopster…

Iets verderop komen we bij de Horseshoe (hoefijzer) Falls. Deze waterval is niet al te hoog, doch door zijn aparte vorm toch wel opzienbarend. Het water valt inderdaad in de vorm van een hoefijzer naar beneden. Op onze tocht ernaartoe hebben we zelfs een hond, een labrador, als reisgezel.

Onderweg naar de Horseshoe falls.

 

Zelfs de luie labrador wandelde mee…
Horseshoe falls.

Creek Falls is onze volgende bestemming. Een driehonderd meter lang pad dat ons er heen voert, gaat door nevelig inheems bos. Het regenwoud zou men bijna zeggen. Hier voert Paul met behulp van enkele lianen een Tarzaniaans nummertje op, maar de lianen spelen Tarzan lelijk parten; binnen de kortste keren ligt onze vriend op de grond.

Paul is de plek aan het uitzoeken om Tarzan te spelen.

Bij de Bridal Veil Falls stort het water zich in een lange nevelige bruidsluier (Bridal Veil) vanop  70 meter naar beneden.

De bruidsluier falls.

Met deze bruidsluier nemen we afscheid van de Panoramaroute. We zijn het er unaniem over eens dat het een unieke ervaring was. We hebben nog een paar honderd kilometer te gaan naar onze thuisbasis, Xeni-lodge. In de vroege namiddag en ongeveer halfweg gaan we wat proviand en drank ophalen in een prachtig winkelcentrum nabij Nelspruit. In één van de aanpalende winkeltjes wordt mijn internetprobleem (gedeeltelijk) opgelost, waardoor de sandwich met het glaasje Chenin Blanc nog lekkerder smaakt. In het buitenrijden van Nelspruit passeren we nog de straat van de coiffeurs. Om de tien meter zit er een mannen- of vrouwenkapper met een tweetal stoelen en een spiegel aan een nabije boom. Wij tellen er wel een dertigtal.

Een dertigtal kappers op een paar honderd meter.
het laatste haarsprietje moet er af.

Honderd kilometer verder en anderhalf uur later zet Paul ons veilig neer bij onze vertrouwde Xeni-lodge. Dank u chauffeur Paul, en ook merci aan Nadine voor het uitstekend gidsen onderweg.  In Xeni-lodge zelf is er, waarschijnlijk door een onweer van de voorbije dagen, iets mis met de techniek van het zwembad. Op zijn zachts uitgedrukt heeft het water niet de kleur wat het zou moeten hebben. Maar Paul zal dat ook wel oplossen.

Toevallig wordt onze aandacht getrokken door een prachtige reuzespin die een afdak van de lodge verbindt met een boom. Wij hadden het prachtig exemplaar verleden week al opgemerkt (en gefotografeerd), maar intussen heeft ze een kanjer van een web uitgebouwd. Samen met de prooien in het web moet dit nu natuurlijk ook op de foto.

Een uitzonderlijke spin.

Tegen valavond komen Paul en Nadine ons afhalen, want we willen samen naar het nabijgelegen GRAND KRUGER LODGE voor het avonddinner. In de prachtige tuin, goed ingesmeerd met muggenmelk, genieten we bij kaarslicht van het lekkers dat de chef te bieden heeft. Ondertussen vernemen we dat Paul het in zijn woning zonder electriciteit moet stellen. Het onweer dat schade aangerichtte aan onze zwembadinstallatie moet bij Paul blijkbaar de ganse electriciteit uitgeschakeld hebben. Als dat maar goed komt. Want morgen is het weekend, en… we zijn in Afrika. Onze vrouwtjes hadden erop gerekend om een wasje te kunnen slaan in de wasmachine bij Nadine. Voorlopig dus uitgesteld, maar ook dit is niet zo erg… we zijn nog niet door de stapel onderbroekjes heen.

Donderdag 7 Februari. Vervolg van de Panoramaroute.

We ontbijten om 8 uur op het terras van onze lodge. Zalig weertje, mooie omgeving, gevarieerd buffet en goede bediening van Eugenia en haar ploeg.

Ontbijt op terras…
geserveerd door Eugenia en haar crew.

Een uurtje later zijn we al op weg richting Strijdomtunnel om langsdaar dezelfde Blyde Rivier Canyon te bezoeken, maar ditmaal vanuit de hoogte. We zijn nog maar pas de tunnel door, of daar laten de vrouwtjes zich al verleiden door de vele toeristenkraampjes. Er worden kiekjes gemaakt van Rina met haar giraffe en van Nivea met haar halssnoeren.

Rina’s giraffe, Hilde, Rina, Erik en Anny.
Nivea verkoopt geen Nivea, maar wel halssnoeren.
Winkeltjes en kraampjes… in overvloed.

We klimmen verder tot 1600 m hoogte en al vlug krijgen we de Drie Rondavels terug te zien, maar ditmaal vanuit een gans ander perspektief.

De Drie Rondavels; ditmaal vanuit de hoogte.
Paul en Trees op eenzame hoogte.
De vrienden in een schitterende natuur.
De Blyde Rivier kronkelt in de gelijknamige canyon.

Wij zakken terug af naar de ravijn, en op de plaats waar de Blyde en de Treur rivier samenvloeien komen we in het domein van de Bourke’s Potholes.

Bourkes Potholes.
Van hieruit prachtig zicht op de kunstige erosievormen.

Deze cilindervormige gaten zijn ontstaan door de rivier die met behulp van stenen en zand gedurende miljoenen jaren in de rotsen heeft uitgehold. Dit erosieverschijnsel, een wonder der natuur, zou ook een modern kunstwerk kunnen voorstellen.

Een modern kunnstwerk met de natuur als artist.

Van de Potholes gaat het naar de Berlin Falls. Om deze watervallen op zijn mooist te kunnen fotograferen moeten wij een gans stuk over puntige rotsen hoekige stenen afdalen. Balustrades zijn er niet en de randen van de rotsen zijn spekglad.

Gladde afdalingen om toch maar dat mooiste beeldje te schieten.

Paul heeft sowieso al natte schoenen, maar riskeert nu ook nog een natte broek om toch maar een mooie foto van onze groep te schieten.

Paul riskeert een natte broek…
Vanuit Paul’s hachelijke positie komen de dames goed tot hun recht…
en Guy kijkt er naar en ziet dat het goed is.

Wanneer wij de terugweg naar boven aanvatten begint de hemel vervaarlijk zwart te kleuren, en enkele ogenblikken later krijgen we een plensbui te verwerken.

Een plotse plensbui kan Erik niet deren.

Aan het einde van de Canyon willen we nog het vista point God’s Window ontdekken, doch de hemel zit nu potdicht, en er heeft zich een natuurlijk gordijn uitgespreid over het Goddelijk panorama. Er zit niets anders op dan rechtsomkeer te maken. We zijn nu op slechts 12 km van Graskop, ons logementstadje voor deze avond. Dus, dan maar daarheen.  Het is al 3 uur en onze magen laten zich al een tijdje horen, maar dit wordt goedgemaakt door een overstapje bij Harrie’s pancakes, het bekendste pannenkoekenhuis van Zuid-Afrika. We moeten al vlug toegeven dat ze deze renommee niet gestolen hebben.

Heerlijke pancakes.

Na dit culinaire intermezzo maken steken we de straat over naar de Afrika Silk Weavers, een zijdeweverijtje met uiteraard, hoe kan het anders, een aanpalend winkeltje. Een mooie bedoening; er zit er eentje de zijde uit de natte cocons te halen en op een droogrekje te spannen. Een andere is draden aan het spinnen. En een drietal vrouwen zijn aan het weven op primitieve handweefmachientjes. Op een gegeven moment beginnen ze gezamelijk te zingen op het ritme van hun handelingen. Een streling voor oog en oor.

De zingende spinster.

We vinden het nog te vroeg om onze intrek te nemen in Graskop Hotel, en daarom besluiten we om nog een overstapje van een twaalftal kilometer te maken naar Pelgrim’s Rest, een legendarisch oord, waar ooit de grootste goudkoorts van Zuid-Afrika heeft plaatsgevonden.

Mama met baby in Pelgrim’s Rest.

We ontmoeten er drie kinderen die dolblij zijn met een petje van Radio Shack. Een goede Wielsbeekse vriend heeft mij een pak van die petjes meegegeven. In België zijn ze niet meer zo populair, en de “zwartjes” zullen er nog blij mee zijn, had Noël mij gezegd. Met nog een centje bovenop zingen ze er op los, en maken ze allerlei kunstjes en kuren.

Lance Armstrong achterna…
Eentje heeft er een prachtige vogelschrik bij.

Iets verderop, aan een oud winkeltje, zitten twee Nbele vrouwen in hun typische klederdracht.

Twee Nbele vrouwen…
Volgens de Happy Pépé’s is dit de mooiste…

Wij voelen wel dat dit een beetje fake is, maar laten ons toch verleiden om het winkeltje binnen te stappen. Daar raakt Hilde bevriend met een baboon.

Hilde en haar baboon…

We drinken een heerlijk “Windhoek” biertje in de historische bar naast “Royal Hotel”. Deze bar was ooit een kapel in Maputo, de hoofdstad van Mozambique. Het gebouwtje werd integraal gedemonteerd en door een handelaar rond 1890 op een ossewagen naar Pelgrim’s Rest getransporteerd.

De fameuze Maputo-bar.

In de bar hangen honderden bankbiljetten aan drankrekken en muren. De Happy Pépé’s laten hier uiteraard ook een souvenir achter.

Waregem en de Happy Pépé’s zullen hier ook hun visitekaartje achterlaten.
Voor diegenen (Dirk VR) die hier binnenkort ook komen; HIER hangt het!
Als afscheid willen de obers nog één fotootje met onze dames.

De intrek in Graskop Hotel verloopt vlot, en we genieten van een heerlijke steak in het nabijgelegen Resto Mozambique. Een overvolle dag met tal van leuke belevenissen…