Woensdag 6 Februari. Van het dierenrijk naar de Panoramaroute.

Gomo Gomo in de vroege morgen.

We raken maar niet uitgekeken op de diertjes, en daarom laten we ons weer verleiden op de ochtenddrive in Gomo Gomo. Het is immers onze laatste kans, want deze middag verhuizen we naar andere oorden. Spijts het vroege ochtendgloren is iedereen toch goedgemutst, en we worden weeral getracteerd op impala’s,  olifanten, kudu’s, bavianen en buffels.

Impala’s aan de plas.
Groepje buffels.

Maar het luipaard, het enige van de big 5 dat ons nog ontbreekt is voorlopig nergens te bespeuren, zelfs niet door de fijne speurneuzen van onze rangers. Zij schijnen er nog in te geloven om ons een exemplaar te kunnen tonen, maar niets mag baten. De happy Pépé’s tonen natuurlijk alle begrip; immers wilde dieren kan men niet op commando oproepen. En onze vraag om nog eens naar het giraffekadaver te gaan zien wordt direct ingewilligd. Wij hadden gehoopt dat nu reeds andere dieren aan de dis zouden zitten, maar het zijn nog steeds de leeuwen, waaronder weeral een wit exemplaar, die het karkas liggen aan te vreten.

Witte leeuw aan uitgevreten karkas.
Prachtige foto, alhoewel ik het zelf zeg, van Simba die ligt na te genieten van zijn overvloedige maaltijd.
En zij zitten nog steeds te wachten…

En de gieren, die zitten met tientallen te watertanden (alhoewel gieren geen tanden hebben) in de omringende bomen. Op dezelfde plaats als gisteren worden we nu op een ontbijt vergast. Koffie met muffins. Uit het vuistje… heerlijk!

Muffins uit het vuistje… heerlijk.

Eenmaal terug in Gomo Gomo is het tijd voor het afscheid. Aan Dominiek, aan Rian en aan de lieve Mona. Hopelijk tot weerziens…

Afscheid aan Rian.
Mona wuift ons uit met haar djembetrommel.

Nog maar pas het resort verlaten en er komen ons nog twee giraffen midden op de verharde aardeweg gedag zeggen. En uit de naburige bosschage komen er nog een paar. Sierlijk groeten ze ons tot afscheid, op een manier zoals alleen giraffen dit kunnen.

Giraffen op ons pad.
Sierlijk afscheid aan Gomo Gomo.

Het feit dat we de vijfde spruit uit de big five niet gespot hebben (het luipaard) zit ons tamelijk hoog. Daarom gaan we maar al te graag in op het voorstel van Paul en Nadine om een kleine omweg te maken in Hoedspruit, en daar een opvangcentrum voor cheetah’s te bezoeken. De cheetah is immers dichte familie van het luipaard, en wordt ook jachtluipaard genoemd. Wij krijgen eerst een film te zien over de werking van het centrum. En dan weeral de safari-Jeep in op weg naar het park.

De zebra mag niet mee op tournee.

Hier zitten de dieren in omheinde parken, en veelal rijden we buiten de afsluiting. Maar ook één enkele keer binnen de omheining.

Ook mooi, deze cheetah of jachtluipaard.

Het zijn prachtige dieren, maar toch worden we hier niet met dezelfde gevoelens overladen als bij de in het wild lopende dieren. Het doet een beetje zoo-achtig aan. Na de rit drinken we een glaasje en eten een hapje op het terras van het centrum. En daar vinden we de ideale entourage voor een nieuwe Amarulla-affice, met vriend Sutterke als mannequin.

Nieuwe poster voor AMARULA.

Hierna gaat het naar de aanlegsteiger van een platte schuitboot die de Blyde Rivier opvaart, en een rondvaart maakt naar en rond de Blyde Rivier Canyon, ook weleens de “Afrikaanse Grand Canyon” genoemd. Wij zijn de allerlaatsten die er nog bij kunnen, want met ongeveer 80 personen zit het ding stampvol.We glijden langs de rode, roeste en grijze rotsen, die imposante toppen vormen. Afgewisseld met diepe kloven van leisteen. Her en der laten watervalletjes hun zilverdraden in de rivier dwarrelen.

Subtiele watervalletjes.

In de achtergrond zien we de Drie Rondavels, drie bergen waarvan de vorm inderdaad doet denken aan de Afrikaanse ronde strohutten.

De Drie Rondavels.

Als we de plaats bereiken waar de Blyde Rievier en de Treur Rivier elkaar ontmoeten maken we rechtsomkeer en varen terug richting aanlegstijger.

Na deze weeral boeiende ervaring wil Paul ons toch nog een voettochtje laten maken naar een punt waar we een stuwdam van zeer dichtbij kunnen bewonderen. En inderdaad, het voettochtje loont de moeite.

Hilde en Anny op de muur van de stuwdam.
Prachtig uitzicht op de Canyon.

Wij blijven hier ook wat rondslingeren, en tegen de klok van 6 uur rijden we richting Lodge. We rijden het Canyonpark uit, maar komen plotseling aan een gesloten poort te staan. “GATE HOURS 07:00-17:00” Ketting en slot rond de poort, dus geen ontkomen aan.

Poortje toe… wat nu?

Maar Paul zou Sutterke niet zijn moest hij ook daarvoor geen oplossing hebben. De scharnieren uit de hengsels geheven, en… klaar is Paul.

Klaar is Paul !

Een half uurtje later genieten wij, omringd door bijna tamme zebra’s, van ons welkomstdrankje in Blyde River Canyon Lodge. Weeral een super locatie.

Blyde River Canyon Lodge; weeral een super locatie. 
Erik, de dierenvriend…

 

 

Dinsdag 5 Februari. Een ganse dag wildlife in Gomo Gomo

Welcome to the wild…

Reeds om 5 uur in de morgen komt Ranger Rian ons wekken, want er staat een morgendrive op het programma. Omdat het zo vroeg is en nog maar pas begint te klaren hebben we nu wel onze KaWés bij. Een half uurtje later staan Rian en Dominiek ons op te wachten aan de Safari-Jeep, en weg zijn we. Het is wel frisjes, zo vroeg in de morgen.

Vroeg in de morgen en frisjes…
maar toch al met de glimlach.

Aanvankelijk is er niet zo veel te zien. En daardoor hebben we wat meer aandacht voor de kleinere diertjes. Een prachtig vogeltje trekt onze aandacht, en volgens Rian moet dit een Angolees blauwfazantje zijn.

Dat een fazant… in België gelooft dat niemand.

Volgens sommigen onder ons heeft dit weinig met een fazant te zien, maar Rian is gediplomeerd ranger; dus geloven we hem. Iets verder kruist een kolos van 3 ton onze weg, een Afrikaanse neushoorn. Alweer volgens Rian, één van de gevaarlijkste uit het dierenbestand. En toch benaderen we de kolos tot op een paar meter. Klikkerdeklik doen de fototoestellen, maar gelukkig stoort het monster daar zich niet aan. Gelukkig maar.

Een kolos van een neushoorn. Om en bij de 3 ton.

Plots wordt Rian langs zijn walkietalkie opgeroepen door een andere ranger. Onder mekaar spreken de rangers een soort dieventaaltje, opdat de toeristen het gesprek niet zouden begrijpen. Maar aan de opwinding van het gesprek te horen moet er toch iets speciaals gaande zijn. En inderdaad… enkele kilometer verder moeten een bende leeuwen een giraffe aangevallen en gedood hebben. Moeder giraffe heeft haar jong willen verdedigen, en beiden zijn ze een gemakkelijke prooi geworden van die hongerige leeuwen. Zonder treuzelen  trekken we recht naar de plaats van het gebeuren. De eerste indruk is er eentje van afgrijnzen; een giraffe ligt uitgestrekt op de grond. Half karkas en de andere helft nog in haar mooie huid.

Hallucinant…

Een tietal meter verder ligt het jong, en daar schiet bijna niets van over. Een zestal leeuwen ligt her en der met opgezwollen buik. Twee anderen zijn het kadaver verder aan het uithollen. Een luguber schouwspel, alhoewel volgens Rian; de wet van de jungle.

Eén kant nog bijna intact.

Bovenop dit stukje National Geografic maken we nog iets exeptioneels mee. Er zitten namelijk drie witte leeuwen in de groep. Rian zelf heeft in zijn zevenjarige carrière slechts drie maal een witte leeuw gezien. Weeral het bewijs dat we met de helm geboren zijn.

De witte leeuw; niet alledaags…

Om 9u30 zijn we terug in Gomo Gomo, en onze intussen uitgehongerde maagjes doen zich te goed aan het uitgebreid buffet, weeral geserveerd door Mona

Me and Mona.

Tot 16 uur is er freetime die door elkeen op zijn manier wordt opgevuld;  zwemmetje, zonnebadje, boekje lezen, licht lunchke, tukje doen, wandelingetje maken.

Groepsfoto met olifanten.

Op het grote terras komt Rian eensklaps aandraven met een lang groen slangetje. Hij geeft het door aan Erik, samen met de nodige instructies hoe hij het moet vasthouden. Uiteraard is Erik een beetje onwennig, en bij een kleine kronkeling van het beestje gooit Erik het van zich af. Achteraf, en volgens de boekskes, zou dit een groene boomslang geweest zijn – zeer giftig. Maar Rian lacht dit weg…

Stipt als we zijn staan we netjes op tijd klaar voor de namiddagdrive. Konfrontaties met olifanten, kudu’s, waterbokken en giraffes gaan we al lang niet meer uit de weg.

Mooie kudde olifanten.

Als we de plaats naderen waar de giraffe deze morgen werd opgepeuzeld, zitten al tientallen gieren geduldig hun beurt af te wachten om ook aan de maaltijd te mogen deelnemen.

En wat blijkt enkele ogenblikken later; de leeuwen zijn nog steeds aan de beurt, wat betekent dat de rest van het dierenrijk moet wachten. Her en der liggen er enkele te slapen met een opgewollen pens van het gulzig smullen.

Vetgesmuld…

Een paar minuutjes van het spektakel verwijderd ligt er een kleine waterpoel, waarrond een veilige zone is afgebakend. In een mum van tijd toveren Rian en Dominiek dit om tot een receptieplaatsje. We krijgen een ziveren beker gevuld met heerlijke wijn aangeboden. Aangevuld met olijfjes, tomaatjes en allerhande Afrikaanse versnaperingen.

Receptie middenin het wildlife-gebeuren…

Daar hoort een groepsfoto bij.

Onder het genieten van dit alles heeft Sutterke plotseling een slangetje vastgegrepen en hij dreigt ermee het ding op Trees te deponeren. Uiteraard grote paniek, maar wat blijkt; het is een langwerpig blad waarmee hij dreigt.

Sutterke jaagt Trees de stuipen op het lijf met zijn slangetje.

 

Ranger Rian… charmante jongen.
Dierenspotter Dominiek. Altijd alert…

De avond en de dinner verlopen ook weer onder een gezellige ambiance. En weeral vergast Mona en haar koor ons op een super recital. ‘t Was weeral een fijne dag.

Maandag 4 Februari. Eerste dag Gomo Gomo

Gomo Gomo is een privaat wildpark waar wij voor de twee volgende dagen willen op afgaan. Het resort maakt deel uit van een groep van parken, die allemaal verbonden zijn met het Krugerpark. Alle dieren kunnen grenzeloos door de verschillende parken laveren, waardoor hun habitat nog verruimd.

Ons kamermeisje in Sabie River lodge.

We hebben maar enkele kilometer te gaan, maar willen vooraf toch nog een kijkje nemen in het nabijgelegen stadje Hazyvieuw. Piepklein, zeer intiem, en voor de vrouwen… enkele prachtige winkeltjes.  Zelfs een Belgische bakkerij-chocolaterie. En ook een Tsonga-schoenwinkel. Verleden jaar heb ik een paar van die Tsonga’s gekocht; ze zijn bijna niet van mijn voeten geweest. Van veruit de beste Afrikaanse schoen, die zelfs kan concureren met de beste Italiaanse merken. Waregemse Gladys zou dit zeker be-amen. Met deze ingesteldheid trekken we de mooie winkel in, en binnen de kortste keren staat gans het kot op stelten.

Tsonga; best shoe of Africa !

De gerant is uiterst vriendelijk, doch overstelpt door zes bleekneuzen belt hij om versterking, want alleen ziet hij de boel niet te klaren. En inderdaad, twee minuutjes later verschijnt er een lieve verkoopster. Het wicht stort zich onmiddellijk op Eric, en binnen de minuut is ze met hem klaar. Eric glundert met een paar prachtige moccassins, en ze zijn nog spotgoedkoop ook.

Erik met het Tsunga-meisje. Doodkontent met zijn mocassins.

Een kwartiertje later heeft de zwierige dame ons vijf paar schoenen aangemeten, en we welgezind haar boetiek. Als afscheid krijgt elk koppel nog een lederen sleutelhanger kado, en moeten de mannen nog eens naar de fotosessie. Gepakt met hun nieuwe schoenen en poserend rond de verkoopster. Misschien de volgende Tsunga-poster.

Wordt dit de volgende Tsunga-poster?

In het buitenrijden van het stadje wordt benzine getankt, en nabij het tankstation maken wij een wandelingetje rond enkele prachtige Afrikaanse straattafereeltjes. Enkele dames braden brochettes op de braai (barbecue) die op de stoep staat. Daarnaast een container, omgetoverd in coiffuresalon – Dolly’s kapsalon.

 

Jill noemt in Africa Dolly. Kapsalon in de container.

Nog wat verderop verkoopt een lieftallig klein meisje, samen met z’n moeder van die mooie Afrikaanse tafelkleden. Afrika op zijn best, en iedereen wil op de foto.

Meisje met afelkleden…
Close-up van het tafelkledenmeisje.
Iedereen wil op de foto…

Tegen de middag bereiken we de Gomo Gomo gamelodge. In een mum van tijd zijn we ingescheckt en kunnen we op het terras al genieten van het immense uitzicht op de grote waterplas met achterliggend bush. Twee buffels liggen aan de overkant te genieten van water en zon.

twee buffels genieten van het water en de zon.
Groepsfoto op het terras van Gomo Gomo.

We genieten een paar uurtjes op het terras, en tegen 16 uur worden we opgewacht door Ranger Rian en dierenspotter Dominiek. Beiden supercracks in hun vak. En inderdaad, nog maar enkele honderden meters van de lodge verwijderd, of daar rijden we al pardoes op een koppel leeuwen.

Pardoes op twee jonge leeuwen…

Dat waren nu juist de enigen (samen met de luipaarden) van de big five die we gisteren niet gespot hebben in Kruger. Die twee koningen van het dierenrijk wandelen tergend dicht bij onze Safari-Jeep. De adrenaline in ons lijf viert hoogtij. Unieke ervaring…

De leeuwin passeert rakelings naast onze Jeep.

Waar wij, noch onze ervaren Rangers niet op gerekend hebben is dat de hemel op enkele minuten tijd gitzwart begint te kleuren. De eerste blisemschichten kondigen een Afrikaans onweer aan, en de KaWés zitten natuurlijk nog in onze valiezen. Gelukkig is er voor iedereen aan boord een soort regenkap ter beschikking, doch bij de eerste druppels blijken deze zo lek te zijn als een zeef.

Zelfs de plenzende regen kan de pret niet bederven.

Maar niet geklaagd; we zitten dicht op elkaar, we zitten midden in de wilde dieren en het blijft snikheet. We rijden nog rakelings langs een olifant, maar met gewapende Dominiek op voorkapstoeltje zijn we al niet bang meer.

Met gewapende Dominiek op de voorkap kan ons niets gebeuren…

Het apéritiefje bij zonsondergang midden in de bush moet, gezien de omstandigheden, wel afgelast worden, maar ook dat kan ons niet deren.

Het 3 gangen-souper wordt geserveerd door Mona. Als ik de dame vertel dat ik in België een vriendin heb die Mona noemt is zij in alle staten. We worden geserveerd als koningen, en tegen slapenstijd haalt Mona nog twee kollega’s uit de keuken. Met z’n drieën vergasten ze ons op enkele Afrikaanse liederen. Het kippevlees bekruipt ons, en de haartjes op onze armen komen rechtop te staan. Slaapwel allemaal, slaapel Mona, en baie dankie!

Mooie wensen van Belgische supporters – Aan de happy pépé’s en de lucky mémés in Zuid-Afrika.

Wij sturen, vanuit het winterse Belgiekske

veel lieve groeten aan Annieke en Erikske

en vanop afstand natuurlijk ook een bees

aan de andere echtelieden Guy en Trees

en aan dat andere stel van jullie gilde :

beter gekend als Christian en Hilde.

En doe in het Watergat de glazen nog eens vol

op de gezondheid van Nadine en van haar Pol.

Baie veel amusement daar bij de witte en de zwarte

dat wensen wij jullie oprecht van ganser harte.

Maar pas op voor de muil van de krokodillen

dat ze toch niet bijten in jullie malse billen!

En ga vooral niet plompverloren lanterfanten

in het territorium van een kudde olifanten.

Laat je niet verleiden tot een flinke knuffel

met een op het zicht vredelievende buffel.

Weet ook: een zichzelf respecterende giraffe

krast niet op, ook niet als je hard gaat blaffen.

En trek het je geen enkel sikkepitje aan

als de zebra’s op hun strepen blijven staan.

Kruipt de moeite of de heimwee toch in de leden,

verdrink die dan in een paar glaasjes Weltevreden

of laat je anders nog maar eens betoveren

door wat uit de fles komt van Van Looveren.

Geniet ervan met volle teugen – de tijd gaat vlug

en kom zeker veilig en gezond bij ons terug!

Zondag 3 Februari. Een dag in het Krugerpark.

Om 6 uur zijn staan we gepakt en gezakt voor een vijfdaage tocht door wildparken en de Panoramaroute. Voor vandaag staat een privé gamedrive op het programma, en dan nog wel in het befaamde Krugerpark. Onze gidsen Paul en Nadine zijn er klaar voor om ons op een deskundige manier in te wijden in de wereld van de wilde beesten. Paul is nog nooit met dergelijke intelectuelen als de Happy Pépé’s op safari geweest, en daarom heeft hij vannacht nog vlug het nieuwe boek van Chris Dussauchoit verslonden. We zullen de ganse dag in het park rondtoeren, nu eens aan een slakkengangetje, dan weer aan de maximum toegelaten snelheid van 40 km/uur. Soms is er weinig te zien, en dan weer weten wij niet waar eerst gekeken. Terwijl we op de grond de neushoorns bespieden bemerkt iemand dat in de kruin van de bomen drie grote aasgieren hebben postgevat.

Neushoorns op de grond en gieren in de boom.

We ontmoeten olifanten, giraffes, gnoes, aapjes en grote kudden impala’s.

Een grote kudde impala’s
Een jonge gnoe.
Olifanten in de modder

Tegen 9 uur zijn onze nuchtere magen wel aan het rammelen, en we nemen een uitgebreid ontbijt in een van de vele visiter-centres van het park. In deze centres hangen reuze grondplannen van het park, waarop iedereen kan aanduiden welke dieren hij of zij, en op welke plaats gespot heeft. De aanpalende shop is ook zeer verzorgd, doch de mannen zijn danig nieuwsgierig naar nieuwe dierenervaring waardoor de madams bijna de kans niet krijgen om alles eens van dichtbij te bekijken. Terug het park in, en binnen de kortste keren worden we weeral overstelpt door dieren van alle rang en stand. Koedoes, bavianen, bosbokken, wrattenzwijnen, vervetaapjes en zelfs een eenzame struisvogel worden ons gepresenteerd.

Zelfs vanuit de rustplaatsen blijft het verder dieren spotten.
Zelfs op de wegen vieren de bavianen feest.

National Geografic in het echt. Het is 3 uur in de namiddag voor we een sanitaire stop maken, en een belegd broodje binnenhalen.

Afscheid aan Paul Kruger en zijn immens dierenreservaat.

Achteraf nog een paar uurtjes rondtoeren in dierenland, en tegen 18 uur maken we onze opwachting aan Sabie River Lodge, net buiten het Krugerpark gelegen. Tot onze verbazing stellen we vast dat we vandaag, spijts het wandelgangetje toch bijna 250 km op de teller hebben.

Welkomstdrankje in Sabie River Lodge.

Na het verwelkomingsdrankje en een verfrissende douche installeren we ons op het prachtig terras voor een apéritiefje, en tegen 19 uur worden we op de verdieping van het terras verwacht voor een meer dan keurig avonddinner.

Het prachtig terras van onze Lodge.

Drie gangen is wel iets van het goede te veel, maar het is zo lekker dat er toch niet veel overblijft voor de doggy-box. Nog een half uurtje bijpraten over de mooie dag en de plannen voor morgen, een kruisje en een piepke… en weg waren we naar ons nestje.

Zaterdag 2 Februari. Zalig genieten van Afrika.

Tegen 9 uur is iedereen present aan de ontbijttafel, en aan de gezichten valt zo af te lezen dat ze een lange en deugddoende slaap achter de rug hebben. Er worden taken toegekend voor de volgende dagen, en omdat Erik en ikzelf thuis al gewoon zijn van afwassen- en drogen, worden wij voor de volgende dagen tot afwassers van dienst aangesteld. Taak welke wij met de glimlach aanvaarden.

Afwassers van dienst… wie dacht je ?

Terwijl de dames wat genieten van de zon, brengen de mannen een bezoekje aan de bouwwerf naast onze Xeni-lodge.

En genieten maar…

Omdat het zaterdag is wordt er maar op halve kracht gedraaid, en spijtig genoeg werken de spektakelmannen, de dakbewerkers, helemaal niet. Mortelmolens zijn hier nog niet uitgevonden, en er zijn twee mannen die manueel zand, water en aarde mengen en roeren met de schop, en deze loodzware karwei 48 uur per week uitvoeren. Volgt nog een aangenaam gesprekje met enkele van de arbeiders.

Vandaag, zaterdag, werken de dakdekkers niet…
Met blote handen en schop mortel maken… Acht uur per dag in de brandende zon.

Ondertussen is Paul de ganse tijd in de weer om de kleur van het zwembadwater terug om te toveren naar turquoise, en alhoewel Paul de man is die alles kan, schijnt dit hem voorlopig niet te lukken. Door het nachtelijk onweer van eergisteren en het scheuren van een dichting is het water inderdaad ietwat troebel geworden, en dat is helemaal niet naar de zin van Paul.

Eerste groepsfoto; hier op ’terras van Xeni-lodge

De winkels sluiten op zaterdagnamiddag, en daarom trekken we met z’n allen nog vlug naar de kleine superette en de bottle-store van het park. Kwestie van niet droog te vallen. De nieuwkomers hebben ontdekt dat er naast de superette ook een klein internetwinkeltje is en Guy, Trees, Erik en Anny besluiten om achteraf te voet terug te keren. In Xeni-lodge is er immers geen WiFi, en het thuisfront wacht ongeduldig op nieuws over hun goede aankomst. De lunch is eenvoudiger dan eenvoudig; een croissant gevuld met hesp en kaas. Kwestie van de afwassers niet meteen te overdonderen. En smaken dat het doet! In de namiddag toeren we wat rond in het park. Omdat het allemaal nieuw is, blijven we halt houden voor elke impala, zebra of nyala. De I-pads en fototoestellen klikken er op los. Bij het naderen van een torenhoge giraffe krijgen we in onze Hyundai aaaah’s en ooooh’s geserveerd, in een soepje van fotogeklik. Heerlijk…

Nieuwsgierige giraffe…
en schatjes van impala’s.

Paul en ikzelf kunnen het niet laten om ook met de Waregemse vrienden het grondstuk te bezichtigen waar Paul verleden week is vastgereden. Het ganse verhaal wordt hier nog maar eens opgedist, en het komt inderdaad veel impressionanter over als we op de plaats van de feiten staan.

Paul doet nogmaals zijn verhaal…
van modder en kwijl.

Bij het naderen van valavond trekken we naar het nabijgelegen en reeds gekende Ngwenga resort.

Bij valavond naar Ngwenga resort.

Op het buitenterras met zicht op de Crocodile-river genieten we van een biertje en/of wijntje. Pas voor zonsondergang maken we op de overkant van de rivier een spectaculair gevecht mee tussen twee neushoorns. In een wolk van stof vallen ze mekaar aan, alsof hun leven ervan afhangt. Gelukkig zitten we veraf, en laten we de kolossen hun gang gaan. Ze moeten maar zo dom niet zijn…

Vechtende neushoorns.
Trees en Anny aan ’t apéritief.
Zonsondergang aan de crocodile-river

Omdat het wat frisjes wordt nemen we het avonddinner binnen, en thuisgekomen in Xeni-lodge genieten we nog van een slaapmutsje. Moe maar tevreden trekken we naar onze slaapstee.

Vrijdag 1 februari. Afrika wenst Waregem welkom.

Na het ontbijt en tegen de klok van 10 uur rijden we richting Airport Nelspruit, waar onze vier Waregemse vrienden tegen 12 uur moeten landen. Eerst halen wij bij Europcar nog onze huurauto op, want vanaf vanmiddag zijn we met zijn achten. Een mooie witte minibus 8-persoons van het merk Hyundai zal ons vervoermiddel worden voor de komende 14 dagen. We hebben geen palmtakje of een Sint-Kristoffel bij, maar we maken toch een schietgebedje opdat het karretje ons in alle omstandigheden veilig naar de bestemming mag loodsen. En nu vlug naar de omheining van het vliegveld, want de vlucht Johannesburg-Nelspruit wordt juist gemeld als “arrived”.

Van zeer ver (misschien van in het vliegtuig) zullen ze ons al zien staan

Enkele mensen van de veiligheid kijken zeer wantrouwig als wij op die plaats ons  spandoek uitvouwen. Maar we storen ons aan niets, want de vrienden gaan boven alles. Juist op dat eigenste moment komen de eerste passagiers het tarmac opgestapt. M iddenin de meute herkennen we direct ons viertal; Guy en Trees Loosveldt met Erik en Anny Noreilde.

Ook in de aankomsthall kunnen ze ons niet mislopen

Groot is hun verbazing om op deze ludieke manier verwelkomd te worden. Tien minuutjes later, nadat hun bagage aangespoeld is op de rups, komen ze de aakomsthal binnengestuikt. Er volgt een verwelkoming, net alsof we mekaar in tien jaar niet gezien hebben. Komt daar nog iemand op mijn schouder kloppen die vraagt of ons spandoek misschien voor hem bedoeld is. De man ik kwestie is immers notaris in Zulte, en met de voetbalfusie van Zulte met Waregem weet je maar nooit. Wat is de wereld toch klein! Onze vrienden zien er zeer tevreden maar ook ietwat vermoeid uit. Hoe kan het immers anders; ze zijn ook niet meer van de jongste, en ze zijn meer dan 24 uur onderweg.

Moe, maar tevreden…

We beloven hen dan ook voor de rest van de dag en voor morgen een relax programma. We stoppen ze vlug in ons wit Hyundaike, en voeren zonder al te veel omwegen naar onze Xeni-lodge in Marloth-park. Het onweer van gisteren heeft danig huis gehouden in het park, zodat de aardewegen er zeer hobbelig bijliggen. De goede raad die we aan de ladies gaven om een sportbéha te dragen in Afrika lijkt hier al goede diensten te bewijzen. De kamerverdeling verloopt vlekkeloos. Een lichte apéro en dito lunch aan het zwembad doen wonderen. Binnen de kortste keren is ons viertal terug springlevend. De namiddag wordt verder ingevuld met rustig uitladen van de koffers, en het bewonderen van fauna en flora rond de lodge. Eén van de eerste beestjes die we ontdekken is een mini slangetje, en slangetjes zijn nu eenmaal niet de vriendjes van Anny.

Met dit beestje zal Anny wel nooit vriendin worden.

Maar met drie stoere mannen rond haar is de schrik vlug overwonnen. De klop van de hamer komt er echter toch, en er wordt beslist om toch nog een uurtje de bedstee op te zoeken.  Voor het avonddinner gaan we naar het nabijgelegen Pumula-restaurant, en daar kunnen Nadine en Hilde met zoveel animo de steak-Madagascar omschrijven, dat we ons alle acht aan die steak laten gaan. Het blijkt inderdaad een zeer goeie keuze. Zowel de witte (Van Looveren) als de rode wijn (Weltevreden) vallen bij Guy en Erik, die beiden nochtans grote Franse-wijn kenners zijn geweldig in de smaak. Danig zelfs dat er bij onze thuiskomst, en spijts de vermoeidheid van de nieuwkomers, nog een paar flesjes soldaat worden gemaakt. Volgt nog een uurtje gezellige ambiance, en het is bijna nacht als we ons beddeke aandoen, doch niet vooraleer af te spreken dat iedereen morgenvroeg rustig en zonder beperkingen mag uitslapen.

Van maandag 28 tot donderdag 31 Jan. Vier dagen zalig genieten in Marloth-park en omgeving.

Terug van weggeweest in Xeni-lodge. Vier dagen genieten, en intussen één en ander voorbereiden voor de komst van de Waregemse Happy Pépé’s, zijnde onze kaartersvrienden waarmee we bijna 50 jaar kleurenwhisten. Maandag gaan we op boodschappen naar het nabijgelegen Malelane. Onderweg genieten wij van enkele typisch Afrikaanse gewoonten. Een kapster (op straat) vlecht een reuze pruik in het haar van haar klant; het kunsthaar is beige, en zal achteraf geverfd worden. Sinds enkele jaren willen de zwarte vrouwen ook recht haar, en moeten alle krulletjes willensnillens verdwijnen.

De kapster plant een witte extensie in, die later zal geverfd worden.

Bij onze thuiskomst worden wij op de vensterbank van onze kamer begroet door een grote leguaan. Niet direkt om vriendschap mee te sluiten. Als ik ze toch efkes wil aaien begint ze vervaarlijk te sissen. Vlug het venster gesloten en gordijntje dicht…

Oesje… gevaarlijk serpent. Kamervenster maar vlug afsluiten.

Een half uurtje later komen een koppeltje zebra’s goeiedag zeggen aan onze Xeni-Lodge. Ze zijn blij dat we thuis zijn, en dat er dames aanwezig zijn. Gewillig laten ze zich aaien.

De zebra’s laten zich gewillig aaien.

Masterchef Paul trakteert ons vanavond op een barbecue. Gemarineerde kip met gembersausje en voor dessert een Amarulla-banaan.

Dinsdagmorgen gaan Paul en ikzelf naar het nabijgelegen perceel van Xeni-lodge om de nieuwbouw te inspecteren. Met het gespecialiseerde oog van Europese deskundigen. Wij hebben geluk, want ze zijn pas gisteren begonnen met de grasbedekking van het dak. Wat bij ons een strodak zou zijn, wordt hier vervangen door een grasdak. Bundel per bundel gras worden van beneden naar de verdieping gegooid. Daar zitten dan de grasleggers op een nauwelijks vastgesjorde balk om de bundels op te vangen en voorlopig op hun plaats te schikken.  Een boeiende bedoening.

Het stro van bij ons wordt hier vervangen door gras
En vangen maar, die bussels gras…

Omdat we dan toch in het vastgoed beland zijn, gaan wij in de namiddag enkele eigendommen bekijken die in het Marlothpark te koop staan. Paul heeft een goede relatie met juffrouw Charmène van een immo-kantoor, en regelmatig krijgt hij van de jonge freule een lijstje van de eigendommen in “verkoop”. Het stuk bouwgrond waar hij verleden week op vast reed valt niet meer onder zijn favorieten, dus nu maar naar iets anders op zoek. We bezoeken drie bebouwde percelen, maar geen enkel voldoet volledig aan Paul’s of Nadine’s eisen, alhoewel er van eentje toch nog vlug een grondplannetje geschetst wordt.

Van deze eigendom wordt wel een grondplannetje geschetst.

Omdat we nu in de omgeving van de Otterstraat zijn, gaan we terloops nog een kijkje nemen naar de plaats des onheils. Daar waar we vastreden met Paul’s 4×4, en waar er achteraf een echte ravage werd aangericht. Het leek op een waarachtig slagveld.

De ravage na het vastrijden in de Otterstraat. Dit perceel komt zeker niet meer in aanmerking.
De dames bekijken het slagveld wijselijk vanuit de wagen.

We genieten achteraf van de zonsondergang op het terras van Ngwenga domein, gelegen aan de oever van de crocodile-river, die hier grens vormt met het Krugerpark. Aan de overkant van de rivier zien wij huppelende impala’s, buffels, waterbokken en twee neushoorns met hun baby.

Enkele neushoorns in Kruger.

Op woensdag trekken we op stap naar Nelspruit, een grote provinciestad op ongeveer 120 km van Marlothpark. Onderweg  maken we een ommetje van 14 km om de Suduwala grotten te bezoeken. Onze gids, Antoinette begeleidt ons door de enorme kamers met hun bizarre druipsteenformaties.

Prachtig decor in de grotten van Suduala.

 Antoinette vertelt ons dat op heden nog niemand weet hoe het komt dat de temperatuur in de grotten het ganse jaar door constant 17° Celcius is. Zij dweept met de miljoenen jaren van deze stalagtiet en gene stalagmiet. Het bezoek wordt afgeslopen met een doorgang door een kruipgrot, en wie hierin slaagt bekomt een certifikaat van “GATKRUIPER”.

Gevaarlijk voor de voeten en gevaarlijk voor het hoofd…
Weeral een diploma.

Weeral een diploma bij aan ons al zo grote kollektie. Bij het verlaten van Antoinette en haar grotten hebben we  beloofd om voor haar uit te kijken in België naar een lieve boyfriend. Eventuele kandidaten kunnen naam en adres naar de redactie van deze blog laten geworden.

Antoinette en Hilde.

In Nelspruit doen we de nodige inkopen in het reuze winkelcentrum Elanga. We maken ook nog enkele stops onderweg. In de vooravond hebben we afspraak in “Het Watergat” (niets te zien met de gatkruiper van deze middag), een staminee op enkele minuten van onze Xeni-Lodge. Daar organiseert Paul een traktaat voor alle vrijwilligers die ons tien dagen geleden door en uit het slijk haalden. Allemaal toffe kerels en grieten, en met dit traktaat voelen ze zich meer dan vergoed voor de geleverde inspanningen en de geleden schade. Weeral typisch Afrikaans. En de verhalen die we te horen krijgen zijn nog straffer dan we ons ooit hadden voorgesteld. Op uitzondering van onze 4×4 is niemand die fameuze zondagavond nog bevrijd geweest. Er is zelfs nog een tweede landbouwtractor aan te pas gekomen, maar die is ook binnen de kortste keren vastgereden. Uiteindelijk werd er de maandagmorgen een grote bulldozer bijgehaald, en die heeft één voor één bevrijd. Het traktaatfeestje start nogal stroef, maar na een vijftal pintjes (de Afrikanen mengen hun pintjes maar al te graag met een kortdrankje) komt de boel los, en binnen de kortste keren is er een ambiance van jewelste. Er worden snode plannen gesmeed; de helft van het gezelschap is al van plan naar België op vakantie te komen. Er is er zelfs een koppeltje bij die aan de Belgische kust hun huwelijk willen voltrekken. We hebben in de toekomst dus wel één en ander te verwachten in België. Als dat maar allemaal goed komt.

Donderdag stappen we wonder boven wonder zonder hoofdpijn uit bed. Maar best ook, want vandaag staat grotendeels in het teken van de goede ontvangst waarmee we onze Belgische vrienden willen verrassen. Eerste werk; schilderen van een welkomst-spandoek.  Een oud onderlaken doet dienst als gronddoek, en de tekst “AFRIKA WENST WAREGEM WELKOM” komt wonderwel tot zijn recht. Paul vindt het zelfs nodig om met zijn sjabloontjes er nog een soort big six bij te schilderen.

Spandoek met mooie beestjes

Die karwei is nog maar pas uit de voeten, of krijgen we daar het bezoek van een bende blauwaapjes. Terwijl een tweetal zich te goed doet aan het zwembadwater, is er een ganse kudde die gaat splaschen in het klein waterputje in de tuin.

Drinken uit het zwembad… moet toch kunnen!

Meer dan een half uur vieren ze feest in die put. Een spektakel van jewelste.

Leuke troep…

Ze storen zich niet het minst aan ons, alhoewel we de boel vanop zeer korte afstand gadeslaan. Van zodra er eentje uit het water komt staan ze met drie anderen klaar om het natte beestje te otluizen.

Ontluizing-ceremonie.

Tegen valavond trekken wij naar de Spar om nog wat proviand op te halen voor het bezoek van de vrienden, en ook voor het souper van vanavond. We willen het eens rustig aan doen, en thuis van een licht avondmaal (pizza’s) genieten. We staan aan te schuiven aan de kassa als daar plots een oorverdovende donderslag een stroompanne veroorzaakt. Op uitzondering van enkele lampjes van de noodverlichting zitten we in het pikdonker. Mensen van de security sluiten onmiddellijk alle deuren af zodat niemand kan ontsnappen. Gelukkig komt de boel al na een vijftal minuten terug op gang, waarschijnlijk door een stroomgroep van de Spar zelf. De computers aan de kassa’s terug aan de praat krijgen is een ander paar mouwen. Maar wachten is de Afrikanen op het lijf geschreven, en wij… wij willen niet opvallen en verbijten gedwee  een half uurtje surplace. Eenmaal uit ons lijden verlost, rijden we in de plenzende regen terug naar Marloth-park. Door het onweer zit het ganse park zonder stroom, onze Xeni-lodge incluis. Dit  zal duren tot na middernacht. Intussen zitten we al lang in dromenland. Onze dîner aux chandelles bestond uit lekkere citronellakoekjes met fruitsap. Romantischer kon toch niet?

Zondag 27 jan. 2013. Terug naar onze gekende en geliefde Xeni-lodge in Marloth Park.

Vandaag van Mkuze terug naar Marlot Park. Dikke 300 km, maar zonder geplande bezoeken onderweg. Dus hebben we tijd zat.

Vandaag de paarse lijn. Ongeveer 300 km.

Na enkele kilometer al worden we opgehouden door een uitzonderlijk vervoer. En omdat Paul in zijn vroeger leven veel met zulke zaken te doen had moet hij dit natuurlijk ook van dicht inspecteren. Als n’en echten stapt hij de volledige lengte van de opligger af, en komt aan 103 stappen (=103 meter). Onder de opleggers zitten niet minder dan 240 wielen. De machine zelf die vervoerd wordt kunnen wij niet identificeren.Het ziet er zoiets uit als een droogoven.

Uitzonderlijk vervoer. 103 meter lang.

 

Wij hebben ook weer twee maal af te rekenen met in- en uitgangsformaliteiten aan de grensovergangen van Swaziland, maar dat verloopt telkenmale tamelijk vlot.

Ruraal tafereeltje, dicht bij de grens van Swazieland.

Het is Zondag, en daardoor bemerken we hier en daar speciale tafereeltjes. Mensen van verschillende Godsdiensten begeven zich op weg naar hun zondags ritueel.

Op stap naar de religieuze viering.

Religie en Zuid-Afrika zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In elk dorpje staat wel een kerk, en in de grote steden kan men tussen de vele kantoren en huizen meerdere kerken, moskeeën en synagoges vinden. De diversiteit aan verschillende geloofsrichtingen in Zuid-Afrika is talrijk.Het geloof speelt voor de meeste Zuid-Afrikanen een belangrijke rol in hun leven. Niet alleen het Christendom met zijn vele stromingen, maar ook de traditionele Afrikaanse godsdienst, het Hindoeïsme, Jodendom, de Islam en de Zionistische kerk komen hier veelvuldig voor.

Volgelingen van de Zionistische gemeenschap.

Tot twee maal toe kunnen we (vanop afstand) een soort eredienst van deze laatsten, de Zionisten, gadeslaan. De dames zijn gekleed in felblauw of felgroene uniformen, met wit hoofddeksel, terwijl de mannen een beige uniform dragen met zwarte kepi. Er wordt gedanst, gezongen, geroepen en gestampt. Bij de mannen danig hard, dat men het stof ziet opwaaien. Sommigen stampen zo hard dat ze er hun kepi bij verliezen.

Ze zingen, ze roepen, ze dansen en ze stampen.

Ikzelf kan me niet bewingen, en begeef mij naar een soort buitenwipper aan de ingang om toestemming te vragen voor het maken van een paar foto’s. Maar dit wordt vriendelijk doch kordaat geweigerd. Met alle begrip en respect van mijnentwege natuurlijk. Dan maar enkele kiekjes geschoten van op afstand en vanuit de wagen.

Een kiekje vanuit de wagen.

Aangekomen in Marloth park, op een paar honderd meter van onze Xeni-lodge worden we verwelkomd door maar liefst vier giraffes. In het nabijgelegen Pumula restaurantje eindigen wij de avond met een lekkere steack-frites.

We worden begroet door 4 giraffen.

Zaterdag 26 januari. Kleine verplaatsing naar Mkuze.

Oranje lijn is het ritje van vandaag (ongeveer 60 km).

Ons tweede en Laatste ontbijt in Falaza Lodge. Spijt dat het zo vlug voorbij is. En daarenboven regent het. We zijn nog maar pas onderweg, of we passeren een ananas-plantage, waar mensen aan het werk zijn. De ananas wordt gekweekt in gebogen bedden, die overtrokken zijn met een soort zwart plastic, eigenlijk een beetje als bij ons de aardbeien. Dat moet boerezoon Sutterke natuurlijk van dicht zien. En de werksters zien er ook nog nette dames uit (van ver) zodat ikzelf ook mee optrek.

De ananas-missen.

We krijgen daar in enkele minuten een snelcursus annanaskweken. Nog maar een geluk dat we het Afrikaans machtig zijn. Heeft tenandere veel mee van Waeregems, zodus.. De zwarte plastic schijnt een soort polyprop te zijn, die die na enkele weken door het zonlicht verteerd wordt. En de Zoeloedames moeten vandaag op elke plant een handje calciumcarbonaat strooien. De rest kunnen we niet verklappen want Paul is van plan een plantageke op te richten in Kruishoutem.

Een hoopje calciumcarbonaat op iedere plant.

Door de nieuwe regen moeten we een eind verder terug een iets te diepe plas door. Paul gaat zich ter plaatse vergewissen van de toestand… een niemendalletje volgens hem.

Een niemendalletje…

Maar de vrouwtjes zijn het avontuur van verleden week nog niet volledig te boven, en de opdracht luidt; rechtsomkeer! Met uitroepingsteken! En hun wil geschiedde.                  Een eind verder maken we halt bij een curio-shop, annex museum.

Interessant weefprocédé in de curio-shop.

Er is een tijdelijke fototentoonstelling met prachtig werk. De fotograaf heeft met een typisch Afrikaanse fauteuil rondgezeuld allover Zuid-Afrika. Hij heeft overal mensen van elke rang en stand in die stoel gedeponeerd. Zowel een bokser als een disc-jockey, een kapster als een minister passeerden de revue. Hij liet die mensen hun verhaal en hun dromen vertellen, en intussen rijgde hij reeksen sublieme foto’s aan elkaar.

De fauteuil reist gans Zuid-Afrika rond… hier in het kapsalon,
… en hier bij de disc-jockey.

In de namiddag bezoeken we nogmaals een wildcamp; Umkhuze. We worden er getrakteerd op aapjes, schildpadden, buffels, nyala’s, gnoes, giraffes, impala’s en zoveel meer.

Giraffes alom…
en een mooie nyala.

Tegen 17 uur nemen we onze intrek in de Ghost Moutain (spookberg) Resort, en bij het souper hebben we gesprekjes met een groep Belgen die met “Anders dan Anders” op Afrika-toer zijn. Ze lijken allemaal heel tevreden met hun belevenissen. Alhoewel ze vandaag twee uur stil stonden met een defecte bus. En gezien op een zondag, was het niet evident gedepanneerd te worden.