Vrijdag 25 Januari. Ganse dag in en rond Hluhluwe (Schloeschloewé)

Het ontbijt is iets uitbundiger dan normaal, want Paul viert vandaag immers zijn 60ste verjaardag. Dit verdient een dikke kaars en een foto bij Papa Afrika. En jarige Paul poseert zo fier als een gieter.

Jarige Paul met dikke kaars en Papa Afrika

In de latere voormiddag trekken we het wildpark binnen. Dit reservaat van bijna 100.000 hectaren behoort tot de oudste van Zuid-Afrika. De afwisselende topografie, van zongebleekte savannes tot de vele Zoeloe-dorpjes en de suikerrietplantages zorgt voor fotogenieke uitzichten. En we krijgen binnen de kortste keren een zeer uitzonderlijk beeld te zien, namelijk een liggende giraffe. Kort daarop gevolgd door een prachtige groep buffels.

Uitzonderlijk; een liggende giraffe.
Groep buffels in prachtige savanne.

We raken niet uitgekeken op fauna en flora, en in de namiddag bezoeken we nog een tweede park; Isimangaliso bij False Bay. Dit park herbergt meer dan 500 verschillende vogelsoorten. Waarvan wij er wel een twintigtal ontdekken. Van de ooivaar tot de lepelaar, van de stork tot de pelikaan. Elk specimen dat we ontdekken zoeken we op in onze mini-vogelgids, en we kunnen er enkele mooi in beeld brengen.

Grijze stork
Watergriel.
Afrikaanse ooievaar.

We blijven ook geruime tijd stilstaan (of liggen) bij de nestwevers en de mestkevers. Super boeiend om deze diertjes in hun bedrijvigheid te observeren.

Staande, knielend of liggend; mestkever observeren.
Bedrijvige mestkever.
De textielarbeiders van Afrika; nestwevertjes.

Voor het apéritief en avonddinner worden we door de staff van de Falaza lodge vergast op de wijn en een mooie taart. En Paul, fier als hij is met zijn 60 jaren, trakteert de dinner. Meer moet dat niet zijn! Bedankt Paul, en nog véééle jaren!

Bedankt Paul, en nog vele, vele jaren!

Donderdag 24 Januari. Bezoek aan Zoeloeland.

Vandaag een kleine verplaatsing (plusminus 100 km) van St Lucia naar Hluhluwe. Spreek uit als “schloeschloewé”. Inderdaad, de Zoeloetaal is moeilijk phonetisch om te zetten. Onderweg de klassieke inkopen van drank en proviand, aangevuld met een zak ijs voor de frigobox.

De gele lijn is ons traject van vandaag.

We doorkruisen twee wildkampen, Charters Creek en False Bay, waar we weeral prachtige species van nyala’s, duikertjes, impala’s, kudu’s en zelfs enkele prachtige giraffen te zien krijgen.

Prachtig donkerkleurige giraffe.

Rond de middag maken we onze opwachting in het culturele dorp van Shakaland, genoemd naar Koning Shaka Zoeloe. “Sawubona unjani” zegt de zwarte gids, “Hallo hoe gaat het?”

Onze Zoeloe-gids leert ons de etiquette…

Daarna leidt hij ons naar de kraal, en vertelt een aantal bijzonderheden over de regels van de Zoeloe-etiquette. Iedereen die een Zoeloe-hut nadert moet eerst toestemming vragen om te mogen binnenkomen. Bezoekers moeten altijd het eerste groeten, omdat de andere de sociale status van de nieuwaangekomene nog niet kent. In de nederzetting is er slechts één ingang. Binnenin de kraal staan talrijke ronde hutten; rondavels. We maken kennis met Zoeloe-dames die typische ornamenten vervaardigen van kleine felgekleurde pareltjes. Aan een andere hut zijn de mannen hun metalen speren aan het bijwerken.

Zoeloe-dames met typische sieraden.

de medicijnman.

En de medicijnman ontbreekt uiteraard ook niet. Ietsje verderop worden we in een open ruimte opgewacht voor het bijwonen van Zoeloe krijgsdansen. Met stokken in de ene, en een lederen schild in de andere hand dansen, springen, kloppen en stampen de krijgers er op los. Aangemoedigd door de gillend zingende en joelende vrouwen. Twee jonge meisjes kloppen op de lederen trommels alsof hun leven ervan afhangt.

Zoeloe dansers.

We weten ondertussen dat die meisjes ongehuwd zijn, want ze hebben een ontbloot bovenlijf. Zo zie je maar dat we aandachtig geluisterd hebben naar onze gids. Als afsluiter mogen Nadine en Hilde ook nog eens Zoeloe spelen, al was het maar om de foto.

Hilde Zoeloe en Shaka Zoeloe.

Een uurtje later zetten we voet aan wal in de prachtige Falaza Lodge, waar we twee nachten zullen verblijven. In de receptie staat het welkomstdrankje op ons te wachten, en ge-uniformeerde diensmeisjes dragen onze bagage intussen naar onze lodges.

Welkomstdrankje in de FALAZA Lodge.
De dienstmeisjes met onze bagage.

De kamers zijn half baksteen – half tentzeil, en Hilde is vooral opgetogen met het buiten-ligbad.

Het buitenbad is … de max.

Bij het schemeren van de avond genieten we op het terras van onze buren (Paul en Nadine) van een heerlijk apéritiefje, terwijl enkele meter verder Moeder Neushoorn met haar dochter de avond tegemoet wandelt. Voor het avonddinner staat onze tafel opgesteld in een door stokken afgeboorde kraal, met middenin een reuze houtvuur. Dinner bij kaarslicht en kampvuur… we wanen ons koning Shaka Zoeloe.

Woensdag 23 Januari. 2013. Een ganse dag in de wetlands van St Lucia.

Na het ontbijt rijden we naar de Lake St Lucia. De sportvissers zijn al terug aan wal, en op grote stenen tafels wordt de “catch of the day” opgekust en aan de man of vrouw gebracht.

De vangst van daarnet wordt direct versneden en verkocht.

We maken een wandeling langs de baai. Deze baai wordt vanaf de oever snel dieper, en we krijgen een prachtig zicht op de koraalvertakkingen, de rotsuitsteeksels en de paddestoelrotsen.

Wondermooie koraalriffen.

Van de Lake gaat het naar het nabijgelegen Isimangaliso park. Een reservaat van 328.000 hectaren. Het moeilijke woord “Isimangaliso” staat voor “wonder” in de Zoeloe taal. We bevinden ons immers in de provincie Kwazulu Natal, hoofdzakelijk bevolkt door de Zoeloe’s. Het park behoort tot het oudste Werelderfgoed van Zuid-Afrika. We worden begroet door zebra’s, kudu’s, waterbokken, nyala’s, giraffen en uiteraard door massa’s blauwaapjes.I

Nieuwsgierige Mama Kudu.

In een souvenirwinkeltje van het park slaan we wat proviand op voor onze picknick. We hebben genoeg aan een belegd broodje en een doosje koekjes, maar Paul wil persé een conservedoos groentenmengeling mee. Het openen van de doos is reeds een ganse bedoening, en de inhoud ziet er echt onsmakelijk uit. Maar Paul plooit niet en speelt de brei probleemloos naar binnen.

Smakelijk Paul!

De chocoladekoejes zijn een lekker dessert, maar nog maar pas het eerste koekje geproefd, of springt daar een blauwaapje uit de boom, pardoes op ons tafeltje, en…scharrelt weg met de doos koekjes. Maar die stinkerd heeft wel zonder Nadine gerekend. Katterap kan zij nog net de doos teruggrijpen, en weg is de aap… met het plastic omhulsel van het doosje.

De chocoladekoekjes waren misschien voor Baby-aap.

Tegen 16 uur zijn we verwacht voor de boottocht in de baai van St Lucia. En nu maar hopen op krokodillen en nijlpaarden. Binnen de kortste keren worden we op onze wenken bediend. Zeker wat de nijlpaarden betreft.

Oesje… pas op….

We maken een prachtige tocht op de Lake en de wetlands. De gids op de boot is er ene van de bovenste plank, en hij komt aan elk groepje toeristen in hun eigen taal de uitleg geven. Bij ons in het Afrikaans/Vlaams, maar zeer goed te begrijpen. Hij komt zelfs een demonstratie geven met een onderkaak van een nijlpaard.

Anatomie van het nijlpaard.

De krokodiel is voorlopig niet van de partij, maar als afsluiter vaart de gids ons naar een plaatsje waar we er zeker eentje zullen te zien krijgen. En zo geschiedt. Maar het dier zag er danig synthetisch uit, en was daarbij totaal beweegloos, dat ik nog steeds denk dat het een plastieken krokodiel was.

Maar het doet er niet toe. We hadden een wondermooie tocht, en die krokodiel kan ons humeur niet bederven. Daarbovenop hebben we op die boot ons eerste laagje bruin opgedaan. De avond wordt besloten met een light dinner bij Alfredo. Voor Hilde lekkere tonijn, en voor de anderen een stoofpotje van Impala. Meer moet da niet zijn.

 

Dinsdag 22 Jan 2013. Rustige dag naar St Lucia.

We worden lui, en slapen tot 8 uur. We hebben ongeveer vierhonderd kilometer af te haspelen tot St Lucia.

De blauwe lijn is onze rit van vandaag. Ongeveer 400 km.

Om geen nieuwe verkeersboetes op te stapelen doen we dit rustig aan. Ook met de nodige stops. Terug grenscontrole bij het verlaten van Swaziland, en we bereiken onze bestemming voor de volgende twee dagen; de prachtige Lodge Afrique. Het is intussen 16 uur, en we zijn blij dat er nog enkele croissants van eergisteren in de frigobox zitten. Deze worden in een mum van tijd soldaat gemaakt, en we smaken zelfs niet dat ze al tamelijk uitgedroogd zijn. Achteraf nog een bezoekje aan de bar van Deep Sea Angelina Club, waar we vanop het terras reeds een eerste impressie opvangen over de wetlands van St Lucia en zijn weelderige fauna en flora. Van heel veraf ontwaren we de eerste nijlpaarden.

Alhoewel van zeer ver, ontwaren we al enkele nijlpaarden.

Onze dag wordt bezegeld met een lichte dinner in John Dairy’s, een restaurant die deel uitmaakt van een gelijknamige keten. In onze lodge beschikken we over BVN, en maken we voor het eerst kennis met het Belgische nieuwsbericht.

Maandag 21 Jan. Start van een zesdaagse naar Swaziland en St Lucia.

Woelige nacht met dromen van modder en nog meer modder. Maar al bij al toch nog wat geslapen ook. Tegen 8 uur zitten we aan ‘t ontbijt, en een uurtje later zijn we klaar voor onze zesdaagse tocht naar Swaziland en St Lucia. Swaziland is een klein koninkrijkje (200 km van Noord naar Zuid). Gelegen onder het Krugerpark, en in het Oosten palend aan Mozambique. De mannen stellen voor om eerst nog eens aan de plaats des onheils van gisteren te inspecteren, maar de vrouwtjes vinden dit geen goed idee. Een klein uurtje later staan we aan de grens, en naar Afrikaanse normen verlopen de grensformaliteiten uiterst vlot. Nog een half uurtje en 50 km verder bereiken we het stadje Pigg’s Peak, waar we een kleine pauze inlassen. In de 19e eeuw was dit een stadje van goudzoekers, maar nu leeft men hier hoofdzakelijk van bosbouw. We maken er een picknickstop, en worden al direct omringd door een groepje kinderen. Voor een snoepje laten ze zich wel verleiden tot een dansje. Er is er zelfs ééntje die een rode tong overhoudt aan het snoepje.

De jeugd van Pigg’s Peak
Eentje houdt een rode tong over aan onze snoep.

Enkele kilometer verder bezoeken we een glasblazerij. Niet artisanaal, maar bijna industrieel. Ze gaan er prat op dat al hun producten gemaakt zijn van gerecycleerd glas. Op elk afgewerkt product hangt een labeltje “in mijn vorig leven was ik een wijnfles”.

De fiere glasblazers van Ngwenya Glass.

In het winkeltje naast de fabriek een stel oorhangers gekocht voor kleindochter Léonie.

Eén stel oorhangers voor Léonie.

En nu terug de baan op. Maar weeral niet voor lang; een twintigtal kilometer verder worden we gestopt door een Zwasie politiewagen. We zouden meer dan 90 km per uur gereden hebben, daar waar de snelheidslimiet 80 was. Weeral pech, maar gelukkig best betaalbaar; 180 Rand, wat neerkomt op ongeveer 15 Euro. Een uurtje later bereiken we onze Bed&Breakfast in Mbabane, de hoofdstad(?) van Swasiland. Een prachtige nederzetting, gebouwd tussen de rotsen, met een schitterend panoramisch vergezicht.

Onze B&B Ematjeni. Ronduit geweldig!

We worden ontvangen in een prachtig salon door een supervriendelijke Zwasiemadam, die ons verwelkomt met zelfgebakken chocoladecake en koffie. Omdat er die dag niet veel klanten zijn is het niet mogelijk daar ter plaatse te souperen. Dus trekken we tegen de avond richting stad. Reeds na enkele honderden meters bereiken we een golfclub met aanhorend Restaurant “Ramblas”. Ons souper is danig lekker dat Hilde het katalogeert in haar “topper” lijstje.

Zuid-Afrika – Vergroot in kaart hieronder.
Detailkaart. Groene lijn is rit vandaag.

Zondag 20 Jan. What a wonderful day!!!

Gisteren aan de Spar stopte een vriendelijke man ons een reklamefoldertje toe. Restaurant “Carpe Diem”, met op zondag life music en gratis mojito. Het is (tijdelijk) gestopt met regenen, dus trekken we er op af. En inderdaad; zeer gezellige bedoening. We genieten op het buitenterras van een limonade-achtige mojito, maar een gekregen apéro kijkt men niet in het glas. Pizza’s en steaks zijn overheerlijk. En ook de wijn mag er zijn. We worden geserveerd door een leuke dienster, maar Sutterke vindt dat de duifjes iets te dicht bij de draad zitten. (zie foto)

Volgens Sutterke zitten de duifjes dicht bij de draad…

De goede gastronomie, de life countrymusic en de gezelligheid zorgen er voor dat het vier uur in de namiddag wordt voor we de keet verlaten. Intussen is het weeral gaan regenen, maar we besluiten toch om in ons Marlotpark nog een rondritje te maken. Om huizen en grondstukken die te koop staan wat van naderbij te inspecteren. Wat onze laatste post moest worden, een stuk bouwgrond van bijna één hectare, kende vriend Desutter al even goed  als zijn broekzak. Hij had immers zijn oog laten vallen op dit perceel, en had er stiekem reeds verschillende keren langs- en opgereden. Hij wil ons dan ook dat grondstuk tot in de details tonen, maar gezien het intussen weeral pijpestelen regent, gebeurt alles vanuit de wagen. Wij (Nadine, Hilde en ikzelf) maken Paul verschillende keren attent op het water dat in het hoge gras steeds maar blijft stijgen. Maar Paul wuift alle opmerkingen weg, want hij weet tot op de centimeter na waar de verharde ondergrond onder dat gras zit.  En je raadt het al; we rijden vast. Enkele korte snokken aan de versnellingspook, plankgas, en … we zakken dieper en dieper. Binnen de kortste keren zit de Mitsu tot aan zijn chassis in de modder. Zelfs de trekhaak is niet meer zichtbaar.

tot aan het chassis in de modder.

Gelukkig heeft Paul al heel wat vrienden in Marlotpark, en dat komt nu wel goed van pas. Een onbebouwd perceel is ook niet gemakkelijk te situeren aan de telefoon. Meer uitleg dan “Otterstraat” zit er niet in, en tot overmaat van ramp is er zeer zwak telefoonbereik.  Binnen het half uur komt er een Nissan Pick-up het erf opgereden. We voelen ons al uit ons lijden bevrijd.

Kabel van de Nissan naar de Mitsu.

Maar wat dacht je? De trekkabel wordt aangespannen, doch die springt bij de eerste snok kapot. De hulpvaardige man wil naar huis om een zwaardere kabel te halen, maar… hij rijdt zich ook vast. Die kerel heeft gelukkig ook vrienden, en in een mum van tijd (het is nu wel al vlug aan het donker worden, en het giet water) staat daar een superzware GMC 4×4, en de man van die mastodont heeft een sleepkabel bij waarmee je een trein in beweging krijgt. Kabel aangespannen, volgas in veldversnelling; de modder spat 10 meter hoog in de lucht, maar de GMC zakt ook de modderbrij in. Tot op zijn gat. Dit is nu letterlijk “Drie op een rij”.

Drie op een rij…

Intussen alsmaar harder regenen en bijna pikdonker. Een twintigtal meter verder staan in de Otterstraat reeds 3 securitywagens met flitsende blauwe stralers. Sutterke ziet het niet meer zitten en slaat zijn handen ten hemel. Kent hij daar misschien ook iemand?

Sutterke aanroept de Goden…

De tamtam doet zijn werk, en nu komt er een John Dheere landbouwtraktor het modderbad binnengezwalpt. Die kerel zal dat hier vlug eens oplossen. Maar wat dacht je; hij boort zich, net zoals de anderen, binnen de kortste keren in die moespap.

Wat nu ???

Oh, what a wonderful day!  Weer tamtam. Enkele ogenblikken later komt daar een stoere mooie madam op de proppen, met een super-uitgerustte Jeep. Vooraan met een whinch (optrekrol). Koelbloedig als madammen kunnen zijn legt ze de whinchkabel aan de trekhaak van onze Mitsu, beveelt ze alle aanwezige mannen (intussen een twintigtal) om de wagen heen en weer te schudden, en centimeter per centimeter trekt ze Paul’s Mitsu uit de modder. Het wonder is geschied; het regent en we klagen niet! Integendeel… zeer blij dat we uit onze miserie verlost zijn. Maar wie zal dat betalen? Paul gaat hierover informeren bij de drie chauffeurs die nog steeds vastzitten, en unaniem wordt de klus onder “vriendendienst” gekatalogeerd.      Dat is Afrika… Maar Paul zou Sutterke niet zijn als hij hen niet allen uitnodigt voor een drinkparty op het einde van volgende week. Hoe en wanneer de anderen bevrijd werden zullen wij dan wel vernemen. Verkleund van de koude voert Paul ons naar onze Xeni-lodge, waar een hete douche wonderen doet. Wat een avontuur!

Zaterdag 19 Jan 2013. Onze eerste volledige (aanpassings)dag in Zuid-Afrika.

Tegen 8u30 komen Nadine en Paul ons vervoegen, en alhoewel het nog steeds (uitzonderlijk) lekker aan het regenen is genieten we van een heerlijk ontbijt op ‘t overdekt terras van onze Xeni lodge. Paul zorgt voor een heerlijke omelette Popol en zelfs de regen kan de stemming niet temperen. We rijden daarna naar het dichtsbijgelegen stadje Komatiepoort (ook een ingang van het Krugerpark) om proviand op te slaan voor de volgende paar dagen. De Spar, de Bottle Store en de Vodafone (telefoon- en internetkaartjes) doen goede zaken. Op de terugweg kan Paul het niet laten een bananenplantage binnen te rijden. Het is immers zaterdag; er wordt niet gewerkt, en de ingangsbareel staat onbewaakt en wagewijd open. Hilde kan zich ook niet bedwingen, en ze tsoept binnen de kortste keren het allermooiste mini-halfrijp banaantje van de ganse troep.

Hilde plukt het mooiste banaantje.

Iets verder komen we bij de arbeidershuisjes van de farm. Onder een afdakje (dat ditmaal bescherming biedt voor de regen en niet voor de zon) zien we een vriendelijke zwarte man die matjes weeft van gedroogd gras. Bij ons eerste oogcontact doet hij al teken dat we dichterbij mogen komen. Ikzelf heb al veel van weven meegemaakt en gezien, maar dit is nu toch wel héél speciaal. De kettingdraden (vertikale) bestaan uit gekleurde PVC bandjes, die opgespannen worden met steentjes. De inslagdraden (horizontale) zijn gedroogde grasstengels, welke hij per twee op zijn weefrek legt, om ze achteraf vast te verbinden door kruising met de vertikale PVC kettingdraden. Artisanaler dan artisanaal, maar het eindprodukt mag er zijn. En de fierheid waarmee de zwarte man zijn handwerk laat zien verdient een pluim en een fooi. En gelukkig dat hij is…

Weven met gekleurde PVC bandjes, gedroogde grasstengels, een weefraam en steentjes.
Onze lieve wever is apetrots op zijn mooi geweven matjes.

Op de terugweg zouden we efkes binnenwippen bij George en Laurette, de eigenaars van een buffelfarm. Op het weggetje ernaartoe komen we plots voor een ogenschijnlijk ondoorwaadbare plas te staan die pardoes het weggetje overspoelt. Hilde en Nadine willen de overtocht niet riskeren, ikzelf twijfel, en Paul vindt het maar een niemendalletje om de plas te doorwaden. En wat geschiedt? We keren op onze stappen terug. Juist op dat eigenste moment komen de eigenaars van de farm, George en Laurette, ook met een 4×4 aangereden, en nodigen ons uit hen te volgen. De plas in kwestie werd veroorzaakt door de enorme regenval van de twee laatste dagen. Maar de ondergrond is hard, en de plas oversteken mag geen problem opleveren. George stelt zelfs voor om in zijn zog te volgen. Maar Hilde en Nadine zien het nog altijd niet zitten, dus… saluu George en Laurette.

George en Laurette willen ons mee, maar Nadine en Hilde denken er anders over.

De namiddag wordt er eentje van rustig genieten, boekje lezen en de diertjes spotten rond onze Xeni lodge. Vele van die diertjes voelen zich niet in hun nopjes wegens aanhoudende regen. Dat zijn ze zeker niet gewoon.

Spijts de regen lopen de impala’s er nog goed bij…
maar het doorweekte wildebeest is zichtbaar niet in zijn nopjes.

Wegens overslaan van de lunch gaan we al in de vooravond naar “het watergat”, een restootje in de omgeving, en verorberen we er heerlijke calamares. Hier zal ik wel mijn eerste  (en hopelijk laatste) kemel schieten; ik informeer bij ons lief dienstertje Hariette voor wanneer de bevalling gepland is. Het meisje is helemaal niet zwanger…ouw, ouw, ouw, wat een blunder…

Onze nieuwe Afrikaanse belevenissen.

Donderdag 17 Jan 2013. Nadat we gisteren nog van een gezellig afscheidssoupeetje genoten bij Caroline en Bert, deponeert zoonlief Mehdi ons deze middag netjes aan de ingangspoort van onze Nationale Luchthaven. Zonder tegenslag zullen we morgenmiddag Nelspruit bereiken, waar onze vrienden Paul en Nadine Desutter ons zullen opwachten. Maar daarvoor moeten we drie maal de lucht in. Een uitzonderlijk vriendelijke hostess verbetert nog onze zitplaatsen op twee van de vluchten, en helpt ons om de handbagage zodanig te schikken dat we geen overgewicht dienen te betalen. Er bestaan dus nog wel degelijk goede “ost-issen”. Gelukkig wordt er (vooralsnog) geen overgewicht gerekend op de passagiers zelf. We vliegen met Egyptair, en de eerste vlucht brengt ons probleemloos naar Caïro.  Vier uur wachten op de volgende verbinding zou oervervelend zijn, als we daar in de snackbar niet zouden verbroederen met vier Zuidafrikaanse tourist-operators. Zij hadden een Europese commerciële trip gemaakt, en hun laatste bezoek was bij een Belgische  touroperator in… jawel; Kortrijk. Het ijs is dus direct gesmolten. Supersympathieke mensen; Andries, de eigenaar van “Buffelsdrift” Game Lodge in Oudtshoorn. Christine is manager van Sefapane Lodge bij Kruger Park. Glenda is marketing director van de groep Cape Hotels en organiseert wijntours in de Western Cape.

België verbroedert met Zuid-Afrika in… Caïro

We wanen ons reeds in Zuid-Afrika en verschillende afspraken en ontmoetingen worden al vastgelegd voor de komende weken. Onze tussenstop van vier uur voelt véél te kort.

Caïro – Johannesburg verloopt vlekkeloos. Zowel Hilde als ikzelf haspelen deze rit hoofdzakelijk in dromenland af.

 

Vrijdag 18 Jan. We worden om 5u30 gewekt met een vliegtuigontbijtje, en anderhalf uur later zetten we voet aan wal in Jo-burg. Dag Afrika… Juist voor ons zijn een drietal andere machines geland, waardoor we eventjes twee uur moeten aanschuiven voor de pascontrole. We komen gelukkig niet in tijdnood, want deze tussenstop is er ook eentje van vier uur. Het laatste luchtbrugje van 50 minuten naar Nelspruit is een niemendalletje, en bij het taxiën naar de arrival gate bemerken we door het patrijsvenstertje een mannetje dat wijdarms staat te wuiven aan de Bekaert-omheining van de airport… jawel, Sutterke! (Verkleinnaam voor Paul Desutter).

Hilde zet voet aan wal in Nelspruit.

Valiezen opgehaald en hartelijk verwelkomd door Paul en Nadine Desutter. Met hun 4×4 Mitsu gaat het richting onze lodge in Marlot park, doch niet vooraleer wat proviand in te zamelen in de Spar van Malelane. Daarna richting onze Xeni-lodge, waar we op het terras aan het zwembad onze wederzijdse belevenissen ophalen, doorspekt met frisse Sparhapjes en lichtjes overgoten met een heerlijke Van Looveren Sauvignon Blanc. Een mama wrattenzwijn met haar voltallige kroost komt ons al gezelschap houden; we voelen ons dus weeral helemaal Afrikaans.

Mama wrat met haar twee kleine zwijntjes.

We worden ook getrakteerd op een regenbui, hetgeen niet zo Afrikaans is. Maar onder ons overdekt terras stoort het nog niet te veel. Tussen de hapjes door worden de valiezen uitgepakt, en tegen de klok van zes gaan we in het nabije park (phumula lodge) van een heerlijke steak genieten. We zijn danig vermoeid van de 24 uur die we onderweg waren, en tegen de klok van negen liggen we reeds te bed, niet vooraleer echter nog een kwartiertje in het zalig zwembadje geplonst te hebben. Het water tekent 32° C en buiten is het ook nog steeds 25° en zeer doef. Niet jaloers worden in België! Maar deze zwoele warmte zal een uurtje later omslaan in een onweer van jewelste. Bliksemschichten en donderslagen vullen onze kamer, en spijts onze vermoeidheid vatten we toch moeilijk de slaap.