Dinsdag 26 Februari. Eerste ganse dag alleen in Kaapstad.

Alleen met z’n tweetjes wel te verstaan. ‘t Wordt afkicken en wennen, en de verslagen zullen véél korter zijn. Het begint al goed na het reuzen-ontbijt van de Westin. Bibi heeft geen goesting om mee te trekken naar ‘t Waterfront, en Hilde trekt er dan maar op haar eentje heen. Met het shuttlebusje van het hotel. In de vroege namiddag is ze terug daar, met uitgebreid relaas over haar belevenissen en met een belegd broodje Made in Waterfront. Lekker! We maken een wandeltochtje rond het hotel en het tegenoverliggend ICC Internationaal Congres Centrum. Prachtige architectuur van het gebouw met zijn hoge toren. Wij zijn al dikwijls onachtzaam voorbijgegaan aan een hoge rode moderne mannentorso die voor de toren staat opgesteld. Toevallig valt onze aandacht nu op het bijhorend koperen bord met de uitleg over dit kunstwerk. Na dit aandachtig gelezen en vertaald te hebben zullen wij dit mooie beeld nooit meer achteloos voorbijlopen.

IMG_4596
“Olduval” het grote rode gebogen beeld aan het Congres Centrum
Vrije vertaling van "Olduval"
Vrije vertaling van “Olduval”
IMG_4595
De weerspiegeling van “Olduval” in het Congresgebouw.

Deze namiddag willen we ook een bezoekje brengen aan een heel speciale wijk in Kaapstad, namelijk “De Waterkant”. Niet te verwarren met Waterfront.  Aanvankelijk was het de bedoeling geweest om hier een appartement te huren om drie dagen te verblijven met de vrienden. En daarom willen we de Waterkant nu wel eens van dichter bekijken. Wij weten niet precies waar de wijk gelegen is; dus spreken we maar een taxi aan. We zijn nog niet goed gezeten of de taximan laat ons al uitstappen. De Waterkant is inderdaad niet veel meer dan 500 meter van ons hotel verwijderd. De wijk telt maar een viertal straatjes, waaronder de bijzoderste, de Loader street. Deze straat is zo kleurrijk, als het ware uit een postkaartje weggeplukt.

Als het ware weggeplukt uit een postkaart.
Als het ware weggeplukt uit een postkaart.

De Waterkant lijkt een gemoderniseerde versie van de Bo-Kaap , een trendy wijk die de kleurrijke, vrolijke, semivrijstaande huizen heeft onderhouden en zelfs heeft geaccentueerd, door ze te herstellen in modieuze huisjes die samen met de geplaveide straten met rijen bomen en een spectaculair uitzicht doen denken aan het New Yorkse Greenwich Village en de Londense wijk Soho.

Super trendy.
Super trendy.

We springen even binnen om wat documentatie bij “Waterkant Village”, een organisatie die een dertigtal panden groepeert. Panden welke je geheel of gedeeltelijk kunt huren als vakantieverblijf.

De huisjes doen dienst als vakantieverblijven.
De huisjes doen dienst als vakantieverblijven.

Een heel speciaal concept met tal van accommodatiemogelijkheden, en dit in alle prijsklassen. Leuk aan het systeem is ook dat je bijna altijd je eigen voordeur hebt, waardoor het lijkt alsof je hier eventjes woont. De huizen die je hier kunt huren zijn grotendeels in handen van buitenlanders, die hun huis hebben ingericht, en het af en toe eens zelf gebruiken. Voor de rest van het jaar verhuren ze hun pand via “Waterkant Village”. We genieten van een cappucino op een schilderachtig binnenpleintje waar rond de fontein verschillende retaurants, winkeltjes en ook een paar kunstgalerijen gevestigd zijn.

Knusse restaurantjes.
Knusse restaurantjes.

Tevreden over het nieuwe dat we weeral ontdekt hebben trekken we naar onze vertrouwde Westin. We brengen de avond daar door in de gezellige sfeer van het upperdeck restaurant op de 21e verdieping. Het unieke zicht van daaruit over de ganse stad blijft verwonderen en bekoren.

De Skyline van Kaapstad vanop het upperdeck van de Westin.
De Skyline van Kaapstad vanop het upperdeck van de Westin.

 

Maandag 25 Februari. Afscheid aan de vrienden.

Alhoewel dit liedje bijna een maand duurde is het toch nog veel te vlug uitgezongen. Inderdaad, vandaag zullen Trees, Anny, Guy en Erik ons achterlaten. Het is dus heel stil bij het ontbijt, misschien ook mede door het nogal overdadig drankverbruik van gisteren. Een uurtje valiezen maken, schikken en herschikken, en tegen 11 uur komt Deon van het verhuurbureau de inventaris controleren. Maar wij zijn zorgzame en propere mensen, dus valt er niks op te merken. Wij zullen vanavond ons minibusje inleveren op de vlieghaven, en daarom rijden we nu eerst nog tot aan de Westin, het hotel waar Hilde en ikzelf enkele dagen zullen verblijven.

De Westin.

Wij deponeren er onze valiezen op kamer 1419, die gelukkig al vrij is. Omdat we toch nog een paar uurtjes kunnen genieten vooraleer naar de airport te rijden laten we ons busje in de parking van de Westin, en we maken een wandeling door Longstreet en Green Market. Green Market is een toeristische trekpleister met tientallen kraampjes waar je alle denkbare en ondenkbare Afrikaanse hebbedingetjes kan aantreffen. Wie dus nog iets mankeert voor het thuisfront zal hier zeker zijn gading vinden.

Green Market; voor elk wat wils…
Van hebbedingetjes tot kamelot…
“Echte” juwelen aan spotprijzen…

We stellen voor om voor één uurtje terug de man/vrouw-split te maken, doch het wordt 4-2. Erik vindt het geraadzamer van bij Anny te blijven. Guy en ikzelf laveren ook wat tussen die kraampjes, maar we gaan eerder op zoek naar nog wat religieuze documentatie voor Margaux Casteur. We belanden in het kerkje van de Gereformeerde Kerk, en daar vertelt een vriendelijke jonge gast ons over de werking van dit mooi kerkje op Greenmarket.

Het kerkje van Green Market.

Om de drempel te verlagen hebben ze naast het portaal achteraan een cafetaria ingericht en de voorbijganger zit dus in de kerk voor hij het beseft. In de namiddag wordt de cafetaria voor één uur gesloten, want dan is er gratis ontvangst van de drug- en alcoholverslaafden uit de omgeving. Zij krijgen hier dan een lichte maaltijd en enkele tips of raadgevingen die soms helpen om hen terug op ‘t rechte pad te brengen. De jonge man loopt over van enthousiasme; hij doet ons zelfs twee misboekjes cadeau voor Margaux, en hij weet ons ook te vertellen waar we in de nabijheid een bijbel op de kop kunnen tikken. En inderdaad, honderd meter verder en vijf minuten later hebben we een prachexemplaar in handen. Wij vinden dat we het nu gezien hebben, en we nestelen ons op het terrasje waar we met de rest van de groep afgesproken zijn. We vinden zelfs dat we al recht hebben op een dikke pint.

Een “bijbelse” pint…

Als de dames en Erik eraan komen is het reeds tijd voor onze lichte lunch in de Daddy Cool, een gekend resto-staminee in de Long Street. We genieten er van een fantastische spaghetti, hartelijk opgediend door dienster Liza. (Zwarte Liza). Van hieruit gaat het met rasse schreden terug naar de Westin. Op onze kamer zetten  Trees en Anny zich nog vlug in vlieg-tenue (wat dat ook mag betekenen), en weg zijn we, richting Cape Town International Airport. Eerst ons minibusje nog boordevol getankt om het dan in uitstekende conditie af te leveren aan het drop-out punt. Maar controleur Johny denkt hier anders over. Hij ziet enkele schrammen op de linker voorwielschijf, schrammen die er bij het afleveren van het busje volgens hem niet op waren, en ook niet genoteerd staan op de afleverfiche. Wij vinden echter dat er niets aan die schijf veranderd is, en elke partij blijft bij zijn stelling. Afwachten dus of dit nog een staartje krijgt. Van hieruit gaat het met pak en zak naar de incheckbalie.

Op weg naar de check-in.

Daar zorg ik er op mijn Afrikaanse manier voor dat alles vlot verloopt, dat de vrienden geen overgewicht dienen te betalen, dat ze een goede plaats krijgen in het vliegtuig en dat ze alle vier samen zitten. Ik vertel de man aan de balie dat ze voor de eerste maal vliegen, en dat ik speciaal ben meegekomen om hen wat te helpen. De man heeft hier alle begrip voor, maar als hij de reispassen overloopt fronst hij toch de wenkbrauwen; die passen staan immers vol landenstempels.

Qatar staat al klaar. Inderdaad, zij vliegen over Qatar.

En dan… dan is het zover. Een laatste drukkie, een dikke kus, een stevige handdruk, en weg zijn ze… Trees, Anny, Guy, Erik…

Wijzelf staan er enkele seconden of minuten, -ik weet het niet, wezenloos bij. We geven elkaar ook een knuffel, vegen dat traantje weg en verdwijnen zo vlug mogelijk naar… het busstation. Een half uurtje bus, waar we zonder woorden de ganse film van de voorbije weken terug zien voorbijflitsen. Als we na een half uurtje in het centrum van Kaapstad arriveren en we de bus zijn uitgestapt knijpt Hilde in mijn hand en zegt heel stil; “Ik denk toch dat ze héél tevreden zijn”.                                                                                       Alhoewel bijna drie kilometer stappen we te voet naar de Westin. We laten ons onderweg slechts één keer afleiden, en dit is door een prachtig bronzen beeld van onze Vlaamse Kunstenaar Herman Van Nazareth.

Eenmaal in de Westin aangekomen hebben we niet de minste behoefte om nog het hotel te verlaten. Het blijft voor mij bij wat laptoppen, en voor Hilde bij wat uitpakken, want we slapen hier drie nachten. We moeten ons echt forceren om nog een kleine snack te gaan eten in het restaurant. Waar ergens zouden de vrienden nu in de lucht hangen?

Zondag 24 Februari. Een ganse dag rond De Kaap met Gaston en Yvette.

We genieten van het lekker ontbijt, ditmaal wel met koffie dank zij Yvette. Alhoewel ze er nog niet willen aan denken zijn Anny en Trees reeds stiekem begaan met de valiezen voor de grote reis van morgen.

Onze duplex...

De dames zien het wel zitten…

Weeral horlogestipt bellen Gaston en Yvette aan. In een vlugje nemen ze een kijkje in onze chique stolp, en weg zijn we, want ‘t wordt een drukke dag. Ditmaal kruipen we alle acht samen in onze minibus. Reeds na 500 meter rijden we door de Bo-Kaap, een Maleisische en meest schilderachtige wijk van Zuid-Afrika. Dat de huizen in de wijk er altijd fris geverfd bij staan, is niet voor niets. In de Bo Kaap is het traditie dat de bewoners na de periode van vasten tijdens de jaarlijkse Ramadan hun huizen opnieuw verven. Een korte fotostop is hier dus wel op zijn plaats.

Kleurige Bo-Kaap.
Boss-paints zou hier goede zaken doen…

Enkele kilometer buiten het centrum komen wij in Constantia. Spijts we al heel wat wijn-estates op ons actief hebben is Groot Constantia toch nog een must. Het is Zuid-Afrika’s bekendste wijnhuis. Voor architectuurliefhebbers een gelegenheid om een perfect bewaard gebleven stukje Cape-Dutch-architectuur te bewonderen.

Groot Constantia.
Een stukje Kaap-Hollandse stijl.
Constantia-bank met vier dames…
Constantia-bank met acht vrienden.
Drie Constantia ganzen… en ’t zijn echte!

Deze boerderij behoorde vroeger toe aan gouverneur Simon van der Stel en is vandaag de oudste van Kaapstad. Al eeuwenlang wordt hier wijn geproduceerd die tot de beste op internationaal niveau behoort. Wegens te vroeg op de middag en het drukke programma beperken we ons tot een kort bezoek zonder proeverij. Na dit prachtig wijngoed en de kleurijke huisjes van de Bo-Kaap gaat het naar de nog kleurrijker strandkabientjes van Muizenberg. Op het strand lopen hier dagelijks bewakers om de zwemmers te behoeden voor haaien. Als er een invasie van die beesten verwacht wordt, dan worden over een afstand van honderden meters netten gespannen in zee. Maar zowel voor zwemmers als voor surfers blijft het opletten geblazen.

Ook kleurrijk.

Over Kalk Bay, waar wij twintig minuutjes verliezen door wegeniswerken gaat het nu naar Fish Hoek, een plaatsje dat door de jaren heen niets van zijn oorspronkelijke uitstraling verloren heeft.

Fish Hoek; een paradijs voor wandelaars en surfers.

De grootste aantrekkingskracht van dit dorp is het prachtige uitzicht op de baai en het lange witte strand wat uitnodigt tot zwemmen, snorkelen, zonnebaden en surfen. En tussen september en november is het een goede plaats om de walvissen met hun kalveren voorbij te zien zwemmen.                                                                                    Nog enkele kilometer verder bereiken we Simon’s Town, het stadje waar vriend Herman De Clerck zijn optrekje heeft. Herman komt ons rond 8 maart een weekje gezelschap houden in de Kaap. Simon’s Town is het ook de thuisbasis van een kolonie Afrikaanse pinguïns. Tussen de rotsen van Boulders Beach wonen 3000 van deze beschermde vogels. 

Je kunt ze vanaf een afstandje bekijken. Maar ook wandelend over de houten wandelpaden die speciaal zijn aangelegd boven het strand waar de pinguïns samen liggen, waggelen en zwemmen.

Boulders Beach, de biotoop van de Afrikaanse pinguïn
Boulders Beach; de biotoop van de Afrikaanse pinguïn.
Mama en Papa Pinguïn

Van hieruit gaat het naar het uiterste punt van het schiereiland, naar Kaap de Goede Hoop en naar Cape Point. Gelukkig kunnen we een belegd broodje bemachtigen aan een van de tickethuisjes. Behalve dat Kaap de Goede Hoop een plek is met een rijke historie en het leuk is om bij het bord ‘’Kaap de Goede Hoop’’ op de foto te gaan, zijn het vooral de wilde bavianen en struisvogels die voor het grootste enthousiasme zorgen.

Her en der struisvogels…

In het park beklimmen we de rots op het meest zuidelijke punt van het schiereiland.

Hier moeten we met z’n allen op de foto.
Hier leiden alle wegen naar …
Onze tour van vandaag.

Helemaal bovenop staat een vuurtoren en vanaf daar hebben we een schitterend uitzicht. Om boven te komen nemen we de “funicular”. Dit is een kabelbaantje, met de naam Flying Dutchman, die je 238 m boven de oceaan brengt.

Met het kabelbaantje naar boven…

Het is hier prachtig; er zijn rotsen waartegen de golven onophoudelijk met grof geweld beuken, de vergezichten, de dieptes. Een koppel Moslim Kuwaities is danig gepakt door deze indringende sfeer; ze vragen zelfs om met mij op de foto te komen.

Me and the Kuwaitie!

Als we doorlopen tot het uiterste puntje komen we bij het Cape Point Lighthouse.

Aan Gaston is het niet meer aan te zien dat hij 5 weken geleden een nieuwe heup kreeg.

Overigens staan we hier niet op het zuidelijkste puntje van Afrika, die titel behoort aan Cape Agulhas 160 kilometer naar het oosten.

Bijna op het meest zuidelijk punt…

We trachten ons voor te stellen hoe de schepen hier vroeger voorbij voeren en schipbreuk leden vanwege de heftige stormen en de gevaarlijk hoge kliffen. Het werd in het verleden ook wel “Cape of Storms”genoemd en dat was niet voor niets. Het ging hier ook regelmatig mis omdat de oude vuurtoren vaak gehuld was in mist.

De vuurtoren van Cape-Point.

Van hieruit zijn we nog een half uurtje verwijderd van Chapman’s Peak. Met zijn slingerende wegen en waanzinnige uitzichten is Chapman’s Peak niet alleen een toeristische trekpleister, hij is nog funktioneel ook; Hij brengt ons van Kommetjie naar Hout Bay. De negen kilometer lange Peak telt 114 bochten en verrast ons met een adembenemend landschap. Veel Kaapstedelingen beweren  dat Chapman’s Peak niet alleen tot één van de mooiste plekken in Kaapstad gerekend mag worden, maar zelfs tot de mooiste routes ter wereld.

Prachtige vergezichten.

Adembenemend…

Tot drie maal toe maken we halt bij een van de vele utzichtpunten. Eenmaal de bergpas voorbij zijn we al een eind op Kaaptad genaderd, en komen we in Hout Bay, een idyllisch havenstadje met een uitgerekt wit strand aan de azuurblauwe zee. Waar soms wel eens een zeehond te bespeuren valt, en dat geluk hebben we.

Het haventje van Hout Bay.
En we hebben geluk; we spotten een zeehondje.

Nu zijn we al op een tiental kilometer van Kaapstad genaderd, en onze laatste stopplaats is Camps Bay, het Knokke-Zoute van de Kaap. In deze super trendy plaats vinden we een bezoek aan de “Blues”, het icoon van deze badstad dan ook best op zijn plaats.

BLUES

Dit hippe restaurant ligt op de eerste verdieping waardoor we een prachtig uitzicht geserveerd krijgen op het strand en de oceaan. Een tafel voor 8 is niet direct beschikbaar, maar we worden vriendelijk omgeleid naar de bar. Terwijl het mannevolk van een heerlijke pint geniet laten de madams zich gaan aan een mojito. Met veel liefde geshaked door de barman. Om nog beter in stemming te komen bestellen ze een schotel oestertjes die ze tussen de mojito door als tappa’s naar binnen spelen.

Drie mojito’s en één pijtje.

Aan tafel genieten we van een superlekkere Kingklip, een Afrikaanse vis die doet denken aan de zeeduivel van bij ons. Eenmaal thuisgekomen nemen we afscheid van Gaston en Yvette. Gedurende anderhalve dag waren zij aangenaam gezelschap en goede gidsen. Het uurtje bridge wordt vanavond vervangen door een lange babbel. Als het ware een evaluatie van de vier weken die we samen beleefden. Soms uitbundig over alles wat we meemaakten, soms melancholisch omdat we aan het einde gekomen zijn. Het animo steeg naarmate de witte Chenin Blanc en de rode Cabernet Sauvignon minderde. Drie maal raden wie morgen een houten kopke zal hebben… mis… want in de Blues heb ik op uitzondering van twee biertjes niets gedronken wegens chauffeur.

Zaterdag 23 Februari. Verkenning van Kaapstad.

Godver… godver… in de muessli zitten gedroogde stukjes banaan, en op één van die smeerlapjes bijt ik er wel die gekleefde tand vanaf zeker. Mijn imago dus weeral geschonden, en dat zal nu wel zo blijven tot in België.                                                           Na het ontbijt genieten wij nog een uurtje ons mooi appartement. Terwijl de vrouwtjes een zoveelste wasje slaan genieten de mannen op het terras, van waaruit we een prachtig zicht hebben, zowel in de verte als op het straatbeeld onder ons.

Zicht vanop ’t terras om 6 uur in de morgen.
Kleine wasjes, grote wasjes…

Onze aandacht wordt getrokken naar de straathoek vlak onder ons, waar tientallen zwarten samentroepen. Wat zitten, liggen of staan zij daar in godsnaam te doen? Het antwoord laat niet lang op zich wachten. Op geregelde tijdstippen komt daar een bakkie (Afrikaans voor een jeep met laadbak) of een vrachtwagen halt houden. Met z’n allen vliegen ze er naartoe, en na een discussie van jewelste mogen er twee, drie of nog meer mee in de laadruimte. De straathoek is als het ware een arbeidersbeurs, en de aannemers komen hier dagelijks de handlangers oppikken die ze die dag nodig hebben.

Arbeidersbeurs…

Om 10 uur halen we onze minibus van stal, in dit geval een dubbele ondergrondse parkeerplaats, behorend tot het appartement. Een pure luxe in hartje Cape-Town. Vijf minuutjes later zet GPS Ellen ons af in de Woodstockwijk, recht tegenover de Biscuit Mill, een oude koekjesfabriek. Sinds enkele jaren werd deze oude verlaten fabriek door enkele fanaten omgetoverd tot een markt-, eet- en boetiekcentrum waar elke zaterdagvoormiddag honderden mensen, zowel Afrikanen als toeristen op af komen. In het voorbije jaar werd zelfs een volledig glazen verdiep met dito lift opgetrokken op het dak van de fabriek.

Volledig glazen verdiep en dito lift.
The Old Biscuit Mill – de oude koekjesfabriek.
Er speelt zelfs een madammekesbandje…

Hier flaneren en slenteren we door designgalerijen, wijnhuisjes, antiekwinkeltjes, boekhandels en hippe modezaakjes.

Hier is vanalles te koop.

De geslachten worden binnen de kortste keren gesplit. Terwijl de vrouwtjes (zo benoemd naar prins Filip) de boetiekjes aandoen gaan wij meer voor die wijn- en boekhandeltjes. Enkele dagen geleden vroeg goede vriend Stefaan C. uit Waregem om zoveel mogelijk inlichtingen en eventuele documentatie over de godsdienstbelevenis in Zuid-Afrika. Zijn dochter Margaux kan binnen een paar weken een verblijf van enkele weken in Zuid-Afrika versieren, maar dan moet ze doorstoten tot de top twintig op ongeveer tachtig student(inn)en die elk een bepaald aspect van Afrika moeten presenteren. En Margot ging voor de religiebeleving in Zuid-Afrika. Als je het mij vraagt; geen makkelijke keuze. Er zijn immers meer dan 50 verschillende godsdiensten in dit land. In de meeste townships staan er tussen de 15 en 20 verschillende kerkjes. Nu maar snuisteren in elke boekenwinkel, want de tijd dringt.

boeken zoeken…

De documentatie moet mee met de vrienden die binnen reeds vertrekken. Inderdaad… het afscheid nadert snel, maar daar denken we nu nog niet aan. Het is ondertussen weeral elf en twintig, dus… tijd voor een…

Wie is het wit en wie is het zwart schaap? Inderdaad… tijd voor ’n pinte !

Nadat de vrouwtjes ons, overladen met pakjes en zakjes, ons terug vervoegd hebben lopen we nog eens samen door de grote hangaar die volledig aan de voeding is besteed. Kraampjes met Brusselse wafels, Japanse sushi’s, Franse foie-gras, Hollandse kaas en Italiaanse pasta’s staan opgesteld tussen lange tafels waar je kunt aanschuiven. Als er tenminste plaats is. Wij zien het niet zitten om hier een snack te versieren, want je kan hier op de koppen lopen. Bijna geen doorkomen aan. Jammer, want met wat minder volk zou het hier wel aangenaam vertoeven zijn. Oppassen maar dat Bisquit Mill niet ten onder gaat aan zijn eigen succes.

Veel te druk…

Schuin tegenover de koekjesfabriek ligt Bromwell, een luxe-bordeel uit vorige tijden, maar hedentendage omgebouwd tot restaurant met aanpalende design- en kunstgalerie. Dus gaan we hier maar een snakske proeven.

Bromwell ; een opgekalefaterd bordeel.
Ook kunst in Bromwell…

Nu vlug terug naar Waterfront, want Trees zit op hete kolen. Immers, ze heeft een afspraak gemaakt in “Den Anker” met een bridge-vriend van Oudenaarde.

Terug naar Waterfront.
Ken je ze nog ?
Den Anker bij dag.

Gaston en Yvette Vanden Bossche wonen twee maal per jaar voor twee à drie maand in Zuid-Afrika (Blauwbergstrand) en voor de rest van het jaar in Oudenaarde. Wij bestellen een koffie in Den Anker, en stipt om 14u30 maken Gaston en Yvette hun opwachting. Hartelijke mensen die heel wat te vertellen hebben over De Kaap.

Yvette Vanden Bossche.

Zij stellen voor om zo vlug mogelijk de Tafelberg te gaan bezoeken, want momenteel is er geen wolkje te bespeuren, en voor hetzelfde geld zit die meer dan 1000 meter hoge reus morgen volledig in de wolken. We rijden naar de voet van de reus met twee wagens; Hilde en uiteraard vriendin Trees rijden mee in de wagen van Gaston, en Yvette komt ons in de minibus entertainen.

Hilde en Trees nemen Gaston onder hun goede.
En er kan natuurlijk een grapje af…

Ellen van GPS wordt het zwijgen opgelegd, en Yvette neemt op voorbeeldige wijze haar plaats in. Ze babbelt wel veel meer en veel vlugger. De Tafelberg heeft een kenmerkende platte bovenkant, en is ongeveer drie kilometer breed. Hij is vanuit de weide omgeving te zien en is beeldbepalend voor de omgeving. Op het westelijke uiteinde van de Tafelberg werd een kabelbaan aangelegd.  De cabine kan plaats bieden aan 65 personen, en gedurende het stijgen en dalen roteert ze rond haar as, waardoor iedereen kan genieten van het prachtig panorama. Eenmaal boven zijn er, naast het weidse uitzicht op de omgeving een restaurant en enkele curiowinkeltjes. Hier is ook het startpunt van een vijftal korte uitgestippelde wandelingen. Vanuit de cabine bemerkten we ook enkele jonge sportievelingen die de berg helemaal te voet op- en afdalen.

Prachtige panorama’s.
Het nieuwe voetbalstadium van Cape-Town.
Hier hoort uiteraard een groepsfoto bij.

Hadden wij twee iets jonger geweest, dan hadden wij dit zeker ook geprobeerd, maar de laatste twee jaar zijn er te veel aan. Wij maken wel één van die kleine wandelingen op het blad van die tafel en genieten van de duizelingwekkende uitzichten. Alsof we er nog niet genoeg van hebben beklimmen we achteraf nog Signal Hill (met de wagens uiteraard), een uitloper van de Tafelberg. De heuvel kreeg de naam Seinheuvel in de Nederlandse koloniale tijd. Vanaf de heuvel werden seinvlaggen gebruikt om schepen te waarschuwen voor slecht weer. Vanaf de negentiende eeuw werden ook seinschoten afgevuurd voor elk schip dat men vanaf de heuvel de haven zag naderen. Bovendien ontstond de traditie om elke dag stipt om twaalf uur ’s middags een schot af te vuren ter ijking van de scheepsklokken. Nog elke dag om twaalf uur wordt zo’n kanonschot gevuurd. De knal is in het grootste deel van de City Bowl te horen.

Risicojongen op Signal Hill.

Signal Hill biedt een adembenemend uitzicht over het stadscentrum, de Tafelbaai en de Atlantische oceaan. Onze I-pads, fototoestellen en filmcamera’s weten werkelijk niet waar eerst gekeken. Volgt nog een korte stop in Milnerton waar wij de ruwe branding gadeslaan vanop de huten brug. Nu zijn we dicht bij het huis dat Gaston en Yvette betrekken, en Yvette troont ons mee naar het domein  aan de Perlemoenstraat. Onze vrouwtjes hebben haar verklapt dat we geen koffie en geen filter hebben in ons Appartement, en daar wil lieve Yvette iets aan doen. Als dat dan ook weeral opgelost is moeten wij voor de reeds aangekondigde zonsondergang hoogdringend naar Melkbos, een dorp gelegen tegenover Robbeneiland. Je weet wel, dat eiland waar Nelson Mandela jarenlang gevangen zat. Van hieruit genieten we inderdaad van een glorieus ondergaande zon.

Prachtige zonsondergang op Melkbosstrand.
Nogmaals Gaston en zijn beschermengelen.
Onze groep met Gaston.
Nogmaals zonsondergang in Melkbosstrand.

En vijfhonderd meter verder bevindt zich een van de lievelingrestaurants van Gaston en Yvette, de Orca. Gelukkig hadden zij gereserveerd, want de keet zit stampvol. En hier leren we een nieuwe Afrikaanse vis kennen; de stompneus. Een kanjer van een vis die zijn naam niet gestolen heeft, en die men van kop tot staart dient te verslinden. Weinigen voelen zich geroepen om voor dit gerecht te kiezen, maar we mogen allemaal eens proeven van Gaston (zijn stompneus nvdr). H e e r l i j k !

Ons tafel in den ORCA.

Stompneus... heerlijk!

Onder het tafelen worden plannen gesmeed voor morgen; het wordt dus een dagtour rond de Kaap. Afspraak dus om 9u30 bij ons op het appartement.

Vrijdag 22 Februari. Van Elgin naar Kaapstad.

De Yellow Submarine is vannacht op koers gebleven, de boerewors is niet op de maag blijven liggen en in de metalmorphosis zijn bijna alle puzzlestukjes aan elkaar gelegd. Dus alleen maar vrolijke gezichten bij het ontbijt aan de boorden van de prachtige Elgin-vallei.

De prachtige Elgin-vallei met de appelbomen op de voorgrond.

We genieten achteraf nog een uurtje van de prachtige omgeving en stellen dan onze GPS in op “Vergelegen”, het laatste domein welke we willen aandoen op de Wijnroute. Het is echter niet zo vergelegen als zijn naam laat vermoeden en Ellen van de GPS leidt er ons probleemloos heen.

Erik en Guy zijn Ellen de les aan het spellen.

Dit exquise wijngoed heeft, zoals de naam suggereert, een tijdloze dromerigheid over zich en weerspiegelt de geschiedenis van de eerste Hollandse en Hugenootse emigranten.

Vergelegen…

De eerste eigenaar, Willem Adrienne van der Stel, kreeg het landgoed in 1685 in zijn bezit, toen hij zijn vader Simon van der Stel opvolgde als gouverneur van de Kaap-kolonie.

Grondplan “Vergelegen”

Onze bedoeling is om vanmiddag op stap te gaan met ons picknick mandje (zoals Klaartje), maar daar komen we niet klaar mee… er zijn reeds 30 inschrijvingen, en 30 is het absolute maximum. Nu maar op zijn Belgisch excuses zoeken om toch aan dat picknickmandje te geraken. Wij hebben gisteren willen reserveren, maar niemand nam de hoorn op. Wij hebben een gehandicapt persoon bij (dat klopt, want in de groep zit er iemand met kozijntjes). Wij hebben meer dan 100 km omweg gemaakt om hier te geraken. Niets mag baten, en we laten ons dan maar verleiden om voor de laatste maal op ons wijnrouteparcours een wijntasting te doen. Vijf glaasjes per persoon te kiezen uit de lijst van een twaalftal. Blijkbaar beginnen de mannen er iets van te kennen, want unaniem zetten ze de Vergelegen Shiraz Reserve op nummer één.

Dan maar klinken…
Keuren…
Gelukkig was elk glas maar 8 millimeter gevuld…
Vergelegen heeft ook een mooie boetiek… dus, de dames daarheen!

Omdat de picknick is afgeketst trekken we nu naar “The Stables”, het restaurant van Vergelegen.

Op naar “The Stables”.

En wat blijkt hier… hetzelfde liedje; restaurant volboekt. En wij terug onze zelfde excuses. Dat van de telefoon aanvaarden ze direct, doch niet zonder controle. Zij vragen om alle nummers die ik gisteren met mijn gsm opriep te overlopen. Er zit natuurlijk geen enkel nummer in dat zou kunnen toebehoren aan Vergelegen. Met dat van die invalied hebben we meer succes.  Aan zijn stap te zien zag de juffer direct dat het “echt” was, en binnen de kortste keren stond een tafel voor zes gedekt. Voilà, weeral het bewijs dat de stoutste wezels de zachtste eieren zuipen. We genieten van een lichte snack, en dan is het hoogtijd om richting Kaapstad in te slaan. We hebben per internet in deze immense stad een appartement gehuurd voor drie dagen. We weten dat het te kloffe in het centrum ligt, we hebben een straatnaam, maar we hebben geen nummer. Raar maar waar. En we zijn vrijdagnamiddag. De burelen sluiten om 4 uur, en vanaf dan wordt het verkeer in en rond Kaapstad een echte kakafonie. Hilde panikeert, maar Ellen van de GSM blijft stoïcijns kalm als altijd. En ze parkeert ons vlak tegenover onze appartementsblok. De voorbije dagen had Ellen al heel wat goede punten verprutst, maar ditmaal verdient ze een dikke 10 op 10. En wat een mooi appartement; een duplex op een hoek, livingvensters over de twee verdiepingen. Eén kant zicht op de Maleisische wijk Bo-Kaap en de andere kant een majestueus zicht op de Tafelberg.

Met zicht op Bo-kaap (rechts) en de Tafelberg (links).

Perfect ingerichte keuken en drie slaapkamers met evenveel badkamers. Meer moet da nie zijn!

Ons stolpje in Kaapstad.

De rij-ervaring met de minibus door Kaapstad was zodanig positief, en dus besluiten we om vanavond met ons eigen karretje naar ‘t Waterfront te trekken. Het is voor de vrienden een eerste kennismaking met Kaapstad. Daarom is het Waterfront wel een ideale invalshoek om te starten.

De vier Zuid-Afrikaanse prominenten op Waterfront; Sizulu, Tutu, De Clerck en Mandela.

We wandelen een uurtje de waterlijn, de pleintjes, de gallerijtjes en de straatjes af.

Ambiance op Waterfront.

Als we aan het wereldvermaarde Belgisch café-restaurant “Den Anker” komen en de mannen een publiciteit van Bolleke Koninck bemerken zijn ze niet meer te houden. Zij slaan onmiddellijk rechtsaf en geven de vrouwen vrijgeleide om nog een half uurtje verder te snuisteren. Aan de toog, naast het levensgrote beeld van Manneke Pis genieten wij van twee bollekes en één witteke.

Nippen maar aan da Bolleke…

De vrouwtjes zijn veel te vlug terug en we krijgen een plaatsje toegewezen in het restaurant waar we genieten van garnaalkroketjes, Gentse stoverij en konijn bereid in Leffe. Belgischer dan Belgisch.

“Den Anker” by night.

Donderdag 21 Februari. Van Paarl over Stellenbosch naar Elgin.

Onze gastvrouw Liesbeth heeft voor mij een afspraak met een tandarts gemaakt, en tien voor negen maak ik samen met Guy mijn opwachting in het kabinet van het provinciaal ziekenhuis van Paarl. Ik dacht er goed aan te doen om Guy mee te nemen omdat hij in zijn vorig leven ook tandarts was, en je weet maar nooit… we zijn tenslotte nog altijd in Afrika. Een vriendelijke assistente ontvangt ons in haar secretariaat, maar de tandarts zelf is nog niet te bespeuren. Gedurende het wachten hebben wij het meisje, een kleurlinge, ge-entertaind. Op een gegeven moment zijn we beginnen zingen van “Het is altijd lente in de ogen van een tandartsassistente…”. De juffrouw wilde onmiddellijk het vervolg van de tekst, maar dat moesten we haar schuldig blijven. Kort na negen is de tandarts dan zelf op de proppen gekomen. Een blanke Afrikaan, afkomstig uit Namibië. Guy mocht mee in het kabinet, en aan zijn goedkeurende blikken kon ik afleiden dat die man correct werk afleverde. In een twintigtal minuutje was het afgebroken stukje tand terug ingelaserd, en kon ik terug als schone jongen onder de mensen komen. Eerst natuurlijk 180 Rand (15 Euro) betaald, en een saluuke gemaakt naar de assistente.                                                Bij onze aankomst in Mooi Bly waren de vrienden al klaar met het ontbijt, en vol belangstelling waren ze weeral naar de verhalen van Liesbeth aan het luisteren.

De kuismadammekes van Mooi Bly.
Een laatste maal… Mooi Bly.

Op onze weg naar Stellenbosch langs de prachtige Helshoogtepass passeren wij het wijngoed Delaire. De renommée van Delaire, niet alleen om zijn wijnen, maar eveneens om de kunstkollectie en de architectuur is zo uitzonderlijk dat wij hiervoor toch een afslagje nemen. Wij bevinden ons trouwens op de wijnroute en willen deze hemelse bestemming toch alle eer aandoen. Alhoewel de klok reeds tien en twintig wijst is het nog te vroeg voor een… tasting. Maar we genieten toch een uurtje van al het moois dat Delaire te bieden heeft. Impressionnant!

Delaire en zijn omgeving… impressionnant!
Delaire… zou dit Eva kunnen zijn?

We gaan zo zeer op in al dat moois, waardoor we bijna alle zes individueel onze rondgang maken. Zoals de wijn aan het glas kan kleven zal veel moois van Delaire aan ons netvlies blijven kleven.

Zelfs de wijnopslag is bijna kunst.
Delaire… een naam om nooit te vergeten.
Hier moeten we toch zeker op de groepsfoto!
Afscheid tussen de brandende toortsen.

Nu zetten we koers op Stellenbosch, en daar moeten we sowieso “Oom Samie se winkel” bezoeken. Een winkel die sinds haar oprichting zo’n 200 jaar geleden nog geen spat is veranderd! Hier kun je neuzen naar spullen uit vroegere tijden, zoals antieke gebruiksvoorwerpen en kleding, maar ook wijnen en vers fruit.

Nonkel Sam zijne winkel…
Onvoorstelbaar wat voor spul hier allemaal kan gekocht (en verkocht) worden…
Een niet mis te verstane boodschap…
Aan de deur van Oom Sam kan we eens een arme stakker om een aalmoes of wat eten schooien.

Vroeger ging hier alles via ruilhandel, tegenwoordig kun je natuurlijk gewoon betalen met de Zuid-afrikaanse rand. In 1999 kocht ik hier voor kleinzoon Emile een gitaar vervaardigd uit een oliebus. Ik vertel dat aan de juffer achter het minuscuul toonbankje, en ze doet onmiddellijk het voorstel om die terug te kopen. Dus Emile; je bent verwittigd. Als je ooit je guitaar beu bent, en je komt naar Stellenbosch; “Oom Samie se winkel”.

Oom Samie in vroegere tijden…

In het centrum van Stellenbosch, bij Big Easy, eten we inderhaast nog een vluggertje. Voor de overnachting van vanavond, de “Old Mac Daddy” in Elgin hebben wij, zoals regelmatig in Zuid-Afrika, geen opgave van een straatnummer. Dus zoeken maar in een kilometerlange straat, met soms honderden meters afstand tussen de eigendommen. Je moet bijna een speurhond zijn om dit te ontdekken. Tot Hilde plots iets anders herkent; Het wijngoed “Spioenkop” van Roeselarenaren Koen en Lore Roose, waar we verleden jaar een prachtige namiddag beleefden.

Spioenkop.

Dit jaar echter hebben we hier geen afspraak willen maken. We weten dat de oogst nog niet binnen is (zal duren tot midden maart), en dan moet Koen bijna 20 uur per dag bij de pinken (in dit geval de druiven) zijn. Maar dit is een geval van heirkracht, en we rijden dus toch Spioenkop op, al was het maar om juist de weg te vragen naar “Old Mac Daddy”. Lore komt ons al tegengelopen als we de zeer steile toegangsweg oprijden.

De steile weg naar Spioenkop. Verleden jaar reed ik hier de ganse middenberm in flarden.

En vanuit zijn pers- en lager-hangaar wuift Koen ons toe. Een tiental minuutjes houden we koen toch van zijn werk af, maar intussen kennen we al de helft van ziin schitterend verhaal.

Koen in vuur en vlam…
Eén en al wijn…

Koen en Lore Roose kennen elkaar vanuit de college-banken in Kortrijk. Beiden groeien op in West-Vlaanderen. De eerste kennismaking met Zuid-Afrikaanse wijnen tijdens een wijnproeverij in 1998 verandert voorgoed hun leven. West-Vlaanderen wordt in 2005 ingeruild voor Zuid-Afrika. Ze vestigen zich in de appelstreek Elgin, op het nog onontgonnen wijndomein Spioenkop. “Ik voel me hier op en top boer en kan mijn verstand op nul zetten om te gaan werken op gevoel. Hier kan ik iets unieks maken, de zielen van de diverse terroirs bloot leggen. Bovendien is de vriendschap tussen wijnmakers hier fantatstisch. Niet aleen het wijn maken, maar ook om erover te mogen praten maakt me zeer gelukkig. Ik ga zonder twijfel alleen voor kwaliteit en uniekheid en zoek het ultieme wauw-gevoel.”

Lore met kleine Thor en Hilde.

Lore stelt voor om een wandelingetje te maken door het wijngoed. Waarschijnlijk om Koen de kans te geven verder te werken. We slenteren, vergezeld door de twee honden van Koen en Lore door de wijngaarden.

Slenteren langs de dam.

Lore vertelt honderduit over de wijnen, het domein, de nieuwe in aanbouw zijnde wijnkelder, de kinderen Ipke en Thor, en over doorzetter Koen, die hier in de streek “The Crazy Belgian” wordt genoemd.

De dagtaak van de pluksters zit er op.

 

We lopen door de jong aangeplante stokken, door de ravijnen, het fynbos en langs de zeegroene vijverdam.                                                                                                           Na het afscheid aan dit dynamisch Westvlaams koppel komt bij Erik de gedachte op dat deze “ Crazy Belgian” alles behalve gek is, maar integendeel een man met visie, een doendenker en vooral iemand die passioneel en gedreven bezig is met wijn. Van Koen en Lore Roose hebben we alleszins nog het laatste niet gehoord.                                           En nu op weg naar de bestemming voor deze nacht, de “Old Mac Daddy”. Met de uitleg van Koen is het nu maar een fluitje van een cent om dit caravanpark te vinden. Inderdaad, een domein met een vijftiental antieke alluminium airstream caravans. Wel een verrassing voor de vrienden, maar geen paniek…de caracan dient uitsluitend om te slapen, en eromheen is een prachtige accomodatie gebouwd met badkamer, zithoek en terras.

Alle comfort…
Niemand stoort iemand.
Een gepersonaliseerde brievenbus hoort er uiteraard ook bij.

Alle caravans staan opgesteld langs een heuvelflank, zodat niemand gestoord wordt door het zicht van een ander. En elke caravan heeft een uniek design. Erik en Anny bevolken de “Metalmorphosis”, terwijl Guy en Trees in de “Yellow submarine” ondergedoken zitten. Hilde en ikzelf daarintegen zitten in “Boerewors”. In de receptie zullen ze het geweten hebben…

De stuurkamer van de Yellow Submarine.
Het bed van de Yellow Submarine.
Erik in zijne Metalmorphosis…
en wij delen de “Boerewors”…

In het Restaurant genieten we van een lekkere pizza en voor het slapengaan moeten wij natuurlijk nog eens elkaars interieur gaan bekijken. Dit kan natuurlijk niet zonder zottebollen en meerdere hilarische standjes.

Old Mac Daddy.

Woensdag 20 Februari. Luilekkeren in Paarl.

Vandaag werd er geen te druk programma ingelast, want het is onze huwelijksverjaardag, en dat mag toch een beetje gevierd worden. De vrienden hebben het geweten, want  reeds bij het openen van onze slaapkamerdeur worden we getrakteerd op geschenkjes. Bovendien een mooie verjaardagskaart met handgeschreven Afrikaanse wensen van Trees en Guy en van Anny en Erik. Ontroerend !

Ons hemelbed is mooi versierd.
Afrikaanse wensen…

We stappen naar de gemeenschappelijke  ontbijtruimte van Mooi Bly, en dat doen we voor de gelegenheid nu wel in bruidsstoet. Bijna net als zoveel jaar geleden. Maar toch efkes anders… alleen het weer al! En de bruid is nu niet in het wit maar wel in het geel. Of is dat kleed misschien danig vergeeld na 48 jaar? Een groepsfoto van de bruidsstoet op het bordes hoort er vandaag ook bij.

De bruidsstoet op het bordes.

Liesbeth overspoelt ons terug met broodjes, fruit, eitjes, kaas en ham, maar vooral met haar woordenvloed. Niet in te tomen, maar wel plezant.

Mooi Bly.

In de voormiddag brengen we een bezoekje aan Paarl, het meest Afrikaanse stadje van Zuid-Afrika. Het Afrikaans als taal is hier voor het eerst op schrift gesteld en de eerste Afrikaanse krant is in dit dorp ter perse gegaan. Het is daarom niet verwonderlijk dat juist in Paarl het Taalmonument staat dat een eerbetoon vormt aan het Afrikaans. Het monument staat op een heuvel, en van ver reeds wijzen de puntige pijlers ten hemel. Het inkomgeld is belachelijk weinig, zodat van korting voor 60 plussers geen sprake kan zijn. Maar… we krijgen wel een gids. Verinque is haar naam. Het moest wel Véronique zijn geweest, maar Oma die 26 jaar geleden de aangifte deed op de burgerlijke stand had zich vergist. Maar Verinque of Véronique doet niets ter zake, het meisje kwijt zich schitterend van haar taak. En we steken heel wat op van haar uitleg.

Verinque en Hilde.
Eigenaardige naam…

Symbolisch gezien is het monument vooral interessant omdat het de samensmelting laat zien van Europese taalinvloeden (waarvan Nederlands heel belangrijk is geweest) met elementen uit zwarte talen, bruine talen (Khoi, San en Khoi Khoi) en maleisische invloeden. Al deze invloeden komen samen in een punt die naar boven reikt. De punt is aan de bovenkant open, waarmee wordt gesuggereerd dat de taal openstaat voor invloeden van buitenaf.

Prachtig monument. Een echt kunstwerk.
De plattegrond van het monument.

Op grondvlakniveau stroomt water die een doorgaande vernieuwing symboliseert en het Afrikaans als een levende taal voorstelt. De architect van het monument is de Nederlander Jan Van Wijk. Hij stierf in 2005 en ligt begraven aan de voet van zijn meesterwerk.

Jan Van Wijk, architect van het kunstwerk.

We nemen afscheid van Verinque, niet zonder haar een dik verdiende fooi overhandigd te hebben.

Afscheid aan Verinque en haar monument.

Wegens die huwelijksverjaardag mag het wel (nog) eens goed zijn, en dus trekken we naar de topper van Paarl – La Grande Roche. Dit Hotel-restaurant is schitterend gelegen tussen de wijnvelden van Paarl.

La Grande Roche – Prachtige locatie…
met schitterend uitzicht.

Weken vooraf heeft Hilde hier al een reservatie vastgelegd, want anders waren we er zeker niet ingekomen. Ditmaal alleen een paar fotootjes van de lichte lunch.

Voorgerecht.
Hoofdgerecht.

In ieder geval genoten we van spijs en drank,van de zon, het schitterend landschap, en van elkaar.

Erik en Hilde in La Grande Roche.
Zalig genieten.

Achteraf nemen we een vrije namiddag. Zwembadje in Mooi Bly, boekje lezen, tukje doen. En vanavond hebben we genoeg aan enkele hapjes uit de ijskast. En achteraf breien de vrienden er nog een paar uurtjes bridge aan.

Dinsdag 19 Februari. Van Robertson naar Paarl.

Het schitterend dinner van gisterenavond heeft niet het minste spoor nagelaten, en we worden bij het ontbijt door gastheer Luc al een coupke bubbels aangeboden, zelfs zonder dat er vandaag iemand jarig is.

Onze Hyundai-minibus.

Onder een dreigende bewolking nemen we afscheid van Luc en Hilde en fietsen met ons Hyundaike richting Franschoek-Paarl. Onderweg passeren we weer prachtig fijnbos dat er bij deze onweershemel nog mooier uitziet. Een desolate zoutpan levert eveneens prachtige beelden op.

Vooraan fijnbos en in de achtergrond een zoutpan.

We bereiken Franschoek, en daar maken we halte bij het Hugenotenmonument. Het monument is een ode aan de geest en de opoffering van een tweehonderdtal Franse Hugenoten rond 1680. Het centrale beeld van het monument is een vrouw met in de rechterhand een lelie en de bijbel. Een gebroken ketting in de linkerhand. Dit alles symboliseert de strijd van deze Hugenotenpioniers.

Het Hugenoten monument in Franschoek.

Van hieruit gaat het naar de hoofdstraat waar we een bezoekje brengen aan “Grande Provence”, een wijngoed met bijhorende kunstgalerij en ook een restaurant. We moeten ons niet lang laten pramen om een kleine “tasting” te doen.

Een kleine tasting…

Vier wijntjes welke we mochten kiezen uit een lijst van tien. Gelukkig kleine proevertjes en een grote spuugbak. Alhoewel hij niet de duurste was kwam de Shiraz 2008 unaniem als eerste uit de bus.

Grande Provence.

Met de goede aroma’s in mond- en keelholte maken we nog een wandeling in zowel het open- als gesloten museum.

Uit de kunstgalerij (1)
Uit de kunstgalerij (2)
Kubus “Grande Provence”.
Drie kunstwerken…
Een tuin vol beelden…

De mannen poseren weeral voor een “tableau vivant”, ditmaal “Drie gynaecologen met zwangere vrouw”. Dit kunstwerk lijkt al iets beter geslaagd dan datgene van gisteren bij “Woestyn”.

“Drie gynaecologen met zwangere vrouw”

Later in de namiddag lossen we de dames nog een uurtje in het centrum van Franschoek. Marktje, winkeltje, koffietje, en ze zijn ook gelukkig, alhoewel… ze waren al gelukkig. Intussen worden de mannen meegetroond naar het atelier van een excentrieke schilder.

Intussen bezoeken de mannen een excentrieke schilder in zijn atelier.

Ellen van de GPS zegt dat we nog een uurtje te gaan hebben naar Paarl, en het klopt nog ook. Tegen 17 u maken we onze opwachting bij Liesbeth van Mooi Bly. Een wijndomein uitgebaat door Belgen Liesbeth en Erik Wouters.

Mooi Bly druiven…
De familie Wouters.

Het domein beschikt over Vijf unieke huizen met rieten daken. Elk huis beschikt over 3 slaap- en badkamers en ze worden genoemd naar een wijnnaam. Wij krijgen de “Pinotage” toegewezen.

Onze “Pinotage” cottage.

Bij het inchecken worden wij door Liesbeth overspoeld met een vloed van raadgevingen, tips en weetjes, dit zowel over ons huisje, over haar familie, over het domein en over Paarl. Van een babbelgat gesproken… Zij raadt ons Diemersfontein aan voor het dinner, een restaurant op een paar kilometer. En dat blijkt inderdaad een goede keuze. We worden in de watten gelegd door Benito, en we krijgen er een heerlijke steack voorgeschoteld. Hierna vlug naar Mooi Bly, want er wacht nog een uurtje Bridge.

Zonsondergang op Mooi Bly.

Maandag 18 Februari. Van Calitzdorp naar Robertson bij Vlamingen Luc en Hilde Uyttenhove.

Onze gastheren Luis en Retief schotelen ons een uitgebreid ontbijtbuffet voor met alles er op en er aan. Wij treuzelen niet te lang want er wachten ons een kleine 300 kilometer tot onze volgende bestemming Robertson. Onze penningmeester Erik is in zijn nopjes, want deze “Soeterus” was tot hiertoe naar prijs/kwaliteitverhouding onze goedkoopste bestemming.                                                                                                                Onderweg rijden we door enkele prachtige fijnbos landschappen. Een plots en uit het niets opduikende steenbok over de weg bewijst dat we een alerte chauffeur hebben.

Prachtig fijnbos.
Steenbok over de weg. Gelukkig hebben we een alerte chauffeur!

We maken een ongepland ommetje van enkele kilometer om een bezoekje te brengen aan Matjiesfontein, een liefelijk klein stadje in de Westkaap.  Als het ware een stukje Schotland in Afrika. Een prachtig Victoriaans hotel (Lord Milner), een stationnetje, een klein museum, een pub, een antiek pompstation en we zijn bijna rond.

Lord Milner; stukje Schotland in Afrika.

Maar de sfeer is er uniek. We zetten een stap terug in de tijd. Het hotel ademt geschiedenis. Het personeel, van de kofferjongen tot het kamermeisje, lopen er nog in hun Victoriaans plunje.

De kofferjongen.

Wij komen juist op tijd voor het 10 minuten durend ritje met een oude London dubbeldekker. Hilarische Johnny en zijn trompetje zorgen voor het nodige  entertainment gedurende het ritje.

Johnny met onafscheidelijke trompet.
Londense dubbeldekker.

Zijn stopwoordje “showtime” zal ons blijven achtervolgen. Later nippen we nog een glaasje in de Time Capsule, de pub die bij het hotel hoort. Hier ook steelt Johnny de show. Op een stokoude piano brengt hij ons een soort Armstrong festivalletje.

Johnny and his piano…

Showtime over en nu maar vlug terug de baan op. Maar voor niet lang. Enkele kilometer verder immers ligt Karoo 1, een boerderij van om en bij de 2000 hectare en daterend uit de jaren 1750. Sinds 2009 heeft Knokkenaar en architect het domein verworven, en omgetoverd tot een volledig nieuw concept.

Karoo 1
Woestyn schapen…

Het is uitgegroeid tot een dorp met huwelijkskapel, twee restaurants, bars en 33 luxe-suites. Het belangrijkste echter is Willy’s enorme collectie hedendaagse kunst die her en der over het domein verspreid werd. Kunst uit België, Europa en Afrika.

Kunst in de natuur…

En juist deze mengeling maakt het zo boeiend. Het begint al bij het oprijden van Karoo 1; een troep grappige, van Afrikaanse parels vervaardigde schapen verwelkomt ons.

Verwelkoming door troep Afrikaanse schapen.

We hebben wel de beste dag niet uitgekozen, want we belanden nog een beetje in de naweeën van de trouwpartij die hier in het weekend plaats vond. We genieten van een verfrissing in de bar, en maken dan een grote wandeling in het domein. De mannen laten zich door hun vrouwtjes verleiden voor een fotoshoot waarbij zij een kunstwerk van een tamelijk corpulente man dienen te imiteren. Het moest een echte “tableau vivant” worden. Het resultaat echter… ziet er niet uit.

Wij moeten die man imiteren…
het resultaat is niet denderend.

Genoeg gegrold; nu ons laatste ritje van de dag naar de “Ballinderry” in Robertson.

De Ballinderry bij Luc en Hilde.

Dit is de B&B die sinds een tiental jaar gerund wordt door Luc en Hilde Uyttenhove. In zijn vorig leven was Luc de belangrijkste sportreporter van “Het Laatste Nieuws”. Mijn Hilde en ikzelf zijn hier al voor de vierde maal op bezoek, en weeral worden we hartelijk en op zijn Belgisch begroet. Dus niet met een drukkie, maar met drie kussen. Hilde (Luc’s Hilde nvdr) is een echte keukenprinses, en is de ganse dag in de weer om voor de gasten een avonddinner te bereiden waar zelfs Peter Goossens “U” zou tegen zeggen. En voor de eerste en de laatste keer laat ik mij verleiden om de 3 gangen te vermelden;                    Als Starter : Brie in een jasje van ham en vergezeld van een vijgensorbet.

Brie in een hamjasje met een vijgensorbet.

Als Main Course : Malse springbok met risotto en halfgare worteltjes.

Springbok met risotto en halfgare worteltjes.

Als dessert : Profiterollekes met Callebaut chocoladesaus.                                                Volleerd sommelier Luc prijst ons bij al dit lekkers enkele heerlijke wijntjes aan.

Hebben wij vanavond niet een beetje overdreven ???

Zondag 17 Februari. Naar de Kerkdienst, naar Wilderness en naar Calitzdorp.

We zijn het nu gewoon in “die Gieter” en de vriendelijke ober is speciaal voor ons een half uurtje vroeger begonnen (om 8 uur).

Ontbijt in “die Gieter”.
De Knysna lagune vanuit “die Gieter”.

Want wij willen zeker tijdig zijn voor de Kerkdienst van 9 u 30 in Hornlee. Hornlee is een voorstad van Knysna, en bestaat hoofdzakelijk uit township-huisjes, volledig bevolkt door zwarten en/of gekleurden. Verleden jaar hebben Hilde en ikzelf daar een dienst bijgewoond van de Christian Faith Church, één van de vele Christelijke religies in Zuid-Afrika. Wij waren toen danig onder de indruk, dat wij dit nu zeker nog eens willen meemaken, en wij willen dit ook meegeven aan onze vier vrienden. Van de 75.000 inwoners van Knysna wonen er zeker 40.000 in deze township. Er zijn meer dan 30 verschillende religie’s in Zuid-Afrika, en daarom is het dan ook normaal dat in een gemeenschap als Hornlee er liefst 14 verschillende kerkjes zijn, allemaal van een verschillende, meestal Christelijke kerkgemeenschap.                                                      Om kwart na negen zijn we al in de wijk, maar we vinden niet direct het kerkje van de Christian Faith.                                                                                                                     Ondertussen geven we onze ogen de kost aan de talrijke mensen die in alle richtingen op stap zijn. Sommigen naar het noorden voor het Anglicaans kerkje, een ander groepje naar het zuiden voor de Nederlands Gereformeerde Kerk. Enkelen naar het oosten voor de Katholieke dienst, en een enkeling naar het westen voor de Protestanse Kerk. Maar één ding hebben ze allemaal gemeen; ze zien er opgedirkt uit alsof ze naar een huwelijksfeest mogen. Het zijn bijna allemaal, zoniet allemaal arme mensen die in penibele huisvestingen wonen. Maar om naar de zondagsmis te gaan moeten ze er goed voorkomen. De mannen met tweedelig pak en stropdas. De knoop van die das is veel te groot, zodat de das zelf veel te kort is. De vrouwen veelal met een hoed van een halve meter doorsnede.

Hoeden in alle kleuren en formaten.

De jurken meestal in fleurige en kleurige bloemmotieven. Ze wonen in houten barakjes, maar vandaag komen ze “uit een doosje”. En in de hand dragen ze allemaal een dik missaal. (kerkboek)                                                                                                                              Al twee maal hebben we zonder succes naar de Christian Faith Church gevraagd, en nu maken we halt bij drie dames. Natuurlijk weten zij het zijn, want ze zijn immers van de Christian Faith. Eentje begint er uit te leggen waar we moeten zijn, maar intussen is er een andere die voorstelt om met ons mee te rijden, en ons te gidsen. In een oogwenk zit ze in onze minibus, haar vriendinnen sprakeloos achterlatend. Enkele barakkenblokken verder komen we aan bij een gebouw dat wij zouden bestempelen als een schooltje of een parochiezaal. Dit is dan de Christian Faith Church van Hornlee. Mannen, vrouwen en kinderen zijn al de trappen naar het gebouw aan het opgaan. Een paar groepjes staan op het pleintje wat te keuvelen. Samen met onze begeleidster stappen we de trapjes op, en bij de ingang worden wij begroet door iemand die wij als koster zouden benoemen. Hilde heeft nog de kans niet om te zeggen dat wij hier verleden jaar ook waren, of de man zegt dat hij ons herkent. De kerk zelf zit nog maar halfvol, maar op het podium (zij hebben geen altaar noch hoogaltaar) is het een vriemelen van jewelste met micro’s, klankkasten en kabels. Net alsof er een muziekband gaat optreden. Wij nestelen ons in de stoeltjes van de middengang, want misschien blijven we niet tot het einde omdat we uit ervaring weten dat de dienst meer dan twee uur duurt. En van hieruit is het makkelijker om discreet weg te ritsen. Aan de zijkant van de zaal zijn er een drietal deurtjes. Eentje leidt naar de toiletten. Een ander geeft toegang tot de kindercrêche, en van het derde kunnen we niet achterhalen naar waar het leidt. De ganse dienst echter zullen er gelovigen naar binnen en buiten lopen.Op de voorste rij zit niemand op uitzondering van de priester/dominee en zijn echtgenote. Hijzelf ziet er een nette veertiger uit. Hij draagt een smetteloos en strak witbeige kostuum. Nog voor de dienst op gang komt heeft hij reeds zijn vest uitgetrokken. Regelmatig komen kinderen en ook volwassenen een briefje in zijn hand stoppen. Dit blijken allerlei mededelingen te zijn; over wie deze week verjaardag had of ziek is geworden. De persoon die ons verwelkomde stopt hem ook een briefje toe, en later zou blijken dat hierop de melding van onze komst vermeld stond.                                           Stipt om 9u30 begint een dame op het podium enkele slagzinnen te roepen, onmiddellijk gevolgd door kreten van gelovigen. Binnen de kortste keren ontaardt dit in een kakafonie dat oren en ziel vergaat. De andere voorzangers op het podium beginnen nu ook te roepen, doch stilaan verandert het gekrijs in gezang, en ook de orkestleden schieten op gang.

De dienst schiet op gang…

Hier en daar staan al gelovigen recht, vooral de ouderen. Breedzwaaiend en met hun armen ten hemel roepen ze “the Lord” aan. Ze schreewen als het ware hun persoonlijke geloofsbelijdenis ten hemel.

Thanks to the Lord…

Gedurende ongeveer één uur worden we ondergedompeld een mengeling van klank en beeld. Een oudere man die naast ons zit is danig in zijn kontakt met The Lord opgegaan dat het zweet in beken van zijn aangezicht stroomt. Vooraan zijn er ook een drietal vrouwen die krijsen en roepen; ze huilen en krijsen en komen stilaan in volledige trance. Ikzelf waag het om ook eens met luide stem “Thanks to the Lord” te roepen, maar op uitzondering van de vrienden is er niemand die hier van opkijkt.

De man links van ons is volledig in trance.

Na een dik uur komt de dominee het podium opgestapt. Hij begint met iedereen te verwelkomen, en heel speciaal de mensen die van zo ver, jawel van België komen. Hierna begint hij met zijn predikaat, maar dit wordt weeral voortdurend onderbroken door gelovigen die van alles uitroepen naar de hemel. De preek is deels in het Afrikaans, voor ons al meer dan redlijk te begrijpen, en deels in het Engels. Vandaag gaat het over de drie persoonlijkheden in de mens. Het lichaam (hij noemt dit het vlees), de ziel en de geest. Om zijn rede kracht bij te zetten haalt hij drie jonge mannen uit de gemeenschap, en alle drie moeten ze een één van die persoonlijkheden voorstellen. Uiteindelijk komt het er op neer dat het goede de bovenhand moet halen op het kwade. Bij de vrienden weekt de ganse preek de opmerking los dat onze predianten maar eens een voorbeeld mogen nemen aan deze visuele voorstelling. Intussen is die man naast ons bijna ten einde krachten, maar toch blijft hij nog steeds de hemel aanroepen. Een groepje kinderen komt dan aan bod, en die mogen onder leiding van hun schooljuf enkele liedjes zingen en dansjes maken. Waarschijnlijk zijn dit kinderen die ze bij ons communikantjes zouden noemen. We zijn nu bijna twee uur verder, en nu volgen er nog enkele mededelingen voor de activiteiten van de komende week. Niet vooraleer echter de jarigen van de week op het podium opgewacht worden. Eén voor een krijgen ze een persoonlijk woordje van de dominee en uiteraard een applaus van de ganse gemeenschap.

Voor de laatste maal laten ze zich nog eens gaan.

Na bijna twee uur wordt de dienst afgesloten. Voor de laatse maal, en nog luider dan voorheen zingen we een lied, en het orkest blaast en tokkelt nogmaals uit volle kracht. Op het kerkpleintje is het een vriendelijke bedoening. De dame die ons gidste wringt zich uit de menigte om ons nog eens te groeten. Iedereen geeft “drukkies” aan iedereen. Drukkies zijn voor hen hetgeen voor ons kussen zijn. In plaats van te zoenen drukken ze zich efkes tegen elkaar.

Na de mis… nog even napraten en drukkies geven.

Wij hadden nooit het gevoel dat de dienst twee uur duurde, en zijn een grote ervaring rijker. De muziek, de klanken, de lieve gelovige mensen… het blijft allemaal nog lang nazinderen.                                                                                                                           Na de mis halen we alle bagage op in onze “Grootvoet” chalet, om richting Calitzdorp in te slaan. We hebben slechts 150 km te gaan, en ongeveer halfweg woont een koppel Belgische vrienden, Roger en Greta Vandewiele. Vooraf hadden we met Roger en Greta afgesproken, en stipt tot op de minuut rijden wij de helling naar hun villa op. Op het terras van de bovenverdieping staan Roger en Greta ons al toe te wuiven. Ze zwaaien met een wit bord waarop “WELKOM WAREGEM” geschilderd staat.

Ook Roger en Greta wensen WAREGEM WELKOM.

Het wordt een hartelijk weerzien en we worden ontvangen “op Belgische wijze”. De gekoelde bubbels met aangepaste hapjes worden in geen tijd aangevoerd, en spijts dat Roger en Greta onze vrienden niet kennen zit de ambiance er al direct in. We genieten er de ganse middag van het prachtig uitzicht op het natuurpark van Wilderness en van al het lekkers dat Roger en Greta ons voorschotelen.

Genieten van bubbels en croutons met zelfgemaakte kippeleverpastei.
Onze dames op hun mooist…

Als er op een bepaald moment enkele zwarte vogels (Drongo’s) rondfladderen haalt Greta een schaaltje met Goudakaas te voorschijn, en die vogels komen zomaar de kaasschilfers uit haar hand oppikken. Dat moeten onze dames uiteraard ook eens proberen, en jawel… het lukt wonderwel.

Anny en Trees met de drongo’s.

Roger vertelt ons aansluitend nog enkele pittige details van die drongo’s. Ze lusten de kaasschilfers wonderwel, doch alleen maar Gouda-kaas. En drongo’s imiteren de alarmkreet van andere dieren om zo het voedsel van deze dieren te kunnen jatten. Vooral het stokstaartje is vaak het slachtoffer: de drongo volgt het dier tot het een prooi heeft gevangen en imiteert dan een alarmkreet waardoor het stokstaartje vlucht. De prooi blijft achter en wordt door de drongo verorberd.

Groepsfoto bij Roger en Greta.

Ook hier vliegt de tijd weeral veel te snel, want intussen is het reeds 16 uur, en we moeten dringend richting Calitzdorp. Immers, ook daar wacht er nog iemand op ons. We krijgen nog een rondleiding door de prachtige “doeninge” van Roger en Greta. Een huis om van te snoepen. In een annex beschikken ze ook nog over twee gast-studio’s. –  Kan misschien nog van pas komen in de komende jaren.Weeral afscheid nemen, en hopelijk ontmoeten we Roger en Greta gedurende Juli-Augustus in België.                                                     Om 18 uur, weeral stipt volgens afspraak, staan wij aan de deur van kunstgalerij “Oude Huis”, de plaats waar Marinda Combrinckx woont en haar atelier heeft.

die “Oude Huis”.

Marinda is de dame die verleden jaar voor ons een schilderij maakte; een interpretatie op “het hanegevecht” van Emile Claus. Het schilderij is bij ons danig in de smaak gevallen, en we hebben een paar nieuwe prints bij. We willen Marinda laten kiezen welke afbeelding ze nu het liefst zou interpreteren. De keuze is vlug gemaakt, en het wordt ook een werk van Claus, namelijk “de tuinman”. Achteraf troont Marinda ons mee naar haar privé-living. Daar hangt een prachtig ingekaderde foto van de schilderij die ze voor ons maakte.

Fiere Marinda aan de foto van “het hanengevecht”.

Uiteraard had Marinda verleden jaar gevraagd om één foto op ware grootte te mogen maken voor haar privégebruik. En daar hangt hij nu, in volle glorie. Guy weet ons te vertellen dat een personnage op “het hanegevecht” zijnovergrootvader voorstelt. Amedé Loosveldt. We maken dus vlug nog een fotootje van Amedé, geflankeerd door Guy en Marinda.

Overgrootvader Amedé Loosveldt geflankeerd door Guy en Marinda.

En nu vlug naar onze B&B voor vanavond – Soeterus. (staat voor Zoete Rust). Het etablissement heeft zijn naam inderdaad niet gestolen.

B&B Soeterus. inderdaad; Zoete Rust.

We genieten buiten aan de braai van een heerlijk glaasje wit, en voor het avonddinner nodigen beide gastheren (?) ons uit in de mooie living.

Als dit geen overvolle dag was!