Het is zo ver. Vandaag maken onze Belgische vrienden Luc en Dominique hun opwachting. Hun Virgin machine, komende uit Londen zou om 11u10 moeten landen in Kaapstad. En dat doet zij ook. Wijzelf zijn natuurlijk veel te vroeg in de airport en we hebben nog ruimschoots de tijd om een plakkaat samen te foefelen om hen te verwelkomen. Maar wat dacht je… ze hebben ook een bordje bij. Zo kunnen we elkaar zeker niet mankeren.
Zo kunnen ze ons zeker niet mankeren…Ja… daar komen ze !… en wij kunnen hen ook niet mislopen !
We vangen de vrienden op met alle mogelijke egards, stoppen ze in onze Honda en rijden ze rechtstreeks naar de Villa Casa Rose, waar de twee andere vrienden (Rob en Neil) hen aan het zwembad opvangen met een koele Tonic water. We laten Luc en Dominique dan een paar uurtjes bekomen en tegen halfdrie trekken we naar dat mooie strandrestaurant “Bungalow” waar we eergisteren al waren. Een ideale plaats om uit te waaien, zeker voor mensen die 24 uur onderweg zijn. De ceaser salad en de prawn tempura smaken heerlijk met het glaasje sauvignon blanc. Ons voorstel om hen nu enkele uren te laten rusten slaan ze in de wind, en er is inderdaad veel wind. Dus liever een wandeling langs de zeedijk met zicht op het opspattende zeewater.
Hoog opspattend water…
Om hen niet te vlug te Afrikaniseren hebben we onze locatie van eergisteren, het strandrestaurant “Bungalow” gereserveerd tegen 15 uur om daar een lichte lunch te nemen. In tegenstelling tot eergisteren zit de keet nu afgeladen vol, maar toch blijft de bediening zich nog builen lopen.
“Bungalow” strandrestaurant.Bediening bij de vleet…Gezellige lichte lunch.
Na de lunch rijden we enkele kilometer verder naar Camps Bay. We maken er een mooie wandeling op de dijk.
Ontstuimige zee…Dominique neemt haar eerste Afrikaanse foto’s.
We drinken nog een verfrissing op het terras van de “Blues” en voor de rest van de namiddag houden we het rustig aan het zwembad of op de kamer van onze “Costa rose”
Camps Bay
In het nabijgelegen “Winchester” hotel gaan we vanavond nog een hapje eten, en dan zo vlug mogelijk dodo.
Bij ons ontbijt krijgen we van Rob het heugelijke nieuws dat ze de aircospecialist toch hebben kunnen overhalen om vandaag langs te komen en mogelijks het probleem op te lossen. Da’s al een goede start. Goedgemutst vertrekken we naar Woodstock (een wijk in Kaapstad) waar er op zaterdag een reuze open- en overdekte markt is in een oude koekjesfabriek. (Biscuit Mill) Op het bovenste verdiep van ’t fabriek hebben ze nu ook een restaurant ingericht “The Pot Luck Club” Er is een glazen buitenlift ernaartoe, dus willen we dat wel eens van nader gaan bekijken. Je weet maar nooit; misschien een goed adresje voor de vrienden die op komst zijn.
The Pot Luck Club; met de glazen buitenlift erheen…Met een open keuken.
In de Biscuit Mill zelf is het koppenlopen. We krijgen zo’n beetje de indruk dat ze hier aan het stikken zijn in hun eigen succes. We laten ons meedrijven door de massa; van winkeltje naar stalletje, van eethuisje naar marktje. Zowel in de overdekte hangars als buiten is het aanschuiven.
Drukte van jewelste.
Alles is hier te koop, zowel in food als non-food kan je niets bedenken wat ze hier niet aanbieden. Bloemen (prachtige Afrikaanse protea’s), speelgoed, antiek tot zelfs uurwerken in bamboehout. Dit laatste trekt mijn aandacht, en bij nader toezien kan ik er niet aan weerstaan.
Prachtige Afrikaanse protea’s…en uurwerken van bamboehout !Aan een uurwerk in bamboe kan ik niet weerstaan… ook de verkoopstertjes zijn niet mis!
Zo blijven we nog een paar uur rondsnuisteren en genieten van de vrolijke sfeer. Tegenover de “Biscuit Mill” gaan we een pizza smullen en daar verkneukelen we ons op het afspieden van een babyborrel op zijn Afrikaans. Alleen maar voor dames. Iedereen loopt met een roze ballon rond met het opschrift “It’s a girl”. Als we terug naar de auto gaan horen we in uit een huisje mooie life liederen klinken, en natuurlijk moeten we eens aan de deur piepen om te zien wat daar gaande is. De traliedeur waait open, en voor we het beseffen staan we mee te klappen met een bende van een twintigtal volwassenen en enkele kinderen die een soort godsdienstige liederen staan te chanten. Een paar van de oudere dames verkeren precies al in lichte vorm van trance. Ze huilen, schreeuwen, zingen en klappen alsof hun leven er vanaf hangt. Hiervan foto’s nemen durf ik niet, maar met mijn mini cameraatje heb ik wel stiekem een beetje gefilmd. Na een vijftal minuutjes wordt het ons toch wat bangelijk, en hebben we voorzichtig het huisje verlaten. Wanneer we bij onze Honda komen staat de parkwachter er natuurlijk ook al weer, en hij heeft een gans verhaal voor ons. Hij werd deze middag overvallen; ze hebben zijn uurwerk en zijn pet gestolen. Als we hem niet wat supplementaire centen kunnen geven? Dat kunnen we natuurlijk niet, want we kennen al die trucjes. Wat we hem wel kunnen bezorgen is een nieuwe pet. Hij wil al direct twee van die petten, want dan mag ik ook twee foto’s nemen. Eénmaal met zijn gebit en éénmaal zonder. Niet gewoon toch die Afrikanen.
Eénmaal met gebit…en éénmaal zonder.
In de late namiddag gaan we naar “Het Waterfront”. Deze stad in de stad is een trekpleister die altijd blijft bekoren. Het is er gezellig druk. Her en der is er wel een bandje muziek aan het maken. Op het Nobel Square staan de standbeelden van de Nobelprijswinaars voor de vrede Albert Luthuli, Desmond Tutu, F.W. de Klerk en Nelson Mandela. Ze staan broederlijk naast elkaar in de vorm van een halve maan. Voor elk beeld staat in hun eigen taal een persoonlijke tekst gegraveerd. Deze beelden trekken nu wel dubbel aandacht wegens het recent overlijden van Mandela.
Kaapstad gezien vanuit het Waterfront.Mandela and me…
Alhoewel we twee weken geleden niet zo gelukkig waren met de kwaliteit van het Belgisch restaurant “Den Anker” weegt dit niet op tegen de goesting naar een echte “americain met frietjes”. Ditmaal prima.
Belgisch restaurant “Den Anker”. Zoals naar gewoonte bomvol. Het reuzenrad op Waterfront met op de achtergrond de Tafelberg.
Zoals door Afrikaanse Sabine voorspeld, is het om 9 uur al behoorlijk warm. We besluiten dan maar om er een rustige dag van te maken. Een paar uurtjes niksen in de voormiddag, om tegen de klok van elf met onze airco gekoelde Honda op weg te gaan richting oost langs de kust. We maken onze eerste stop in Clifton.
De Atlantic in Clifton.
Het wordt inderdaad verschroeiend warm; de thermometer geeft nu al 32° aan, en het is nog maar 11 uur. Bij onze korte wandeling zijn we wel onder de indruk van de architectuur van de nieuwe gebouwen, en evenveel van de wijze waarop ze oude gebouwen een volledig nieuwe facelift kunnen geven.
Zwembad met doorzichtige wand op de bovenste verdieping?
Onze volgende stop, enkele kilometer verder is Bantry Bay. We dalen daar een honderdtal trappen af om naar een drankkraampje aan het strand te gaan. Dat kraampje schijnt echter een lokaaltje van de zeewachters te zijn. Dus maar terug naar boven, en dit in die blakende zon. Word ik daar wel overvallen zeker… door een appelflauwte. Ik zet me wat neer op een trede om wat lucht te happen. Na een poosje passeert een vriendelijke strandwachter, en die begeleidt ons naar een eethuis op het strand, een honderdtal meter van mijn appelflauwte verwijderd. Gezien mijn verzwakte toestand krijgen we een plaatsje in de schaduw en dicht bij een ventilator die ook vocht sprinkelt. Een glas spuitwater en een coca doen wonderen. Het restaurant zelf “Bungalow” genaamd, doet denken aan een strandrestaurant van de Côte d’Azur. Maar met véél meer personeel. Ze lopen elkaar hier builen.
Het bediening loopt elkaar builen.“Bungalow” doet denken aan een strandrestaurant aan de Côte d’Azur.
We verpozen hier een uurtje en genieten van een frisse garnalensalade. Als we terug bij onze Honda komen bemerken we dat hij van het dak tot de velgen gewassen is. Fier als een gieter komt de parkwachter stoefen met zijn carwashcapaciteiten. Dit verdient uiteraard een dikke fooi en een Radio Shack petje er bovenop.
De parkwachter die onze Honda onder handen nam.
Vijf kilometer verder bereiken we het mondaine Camps Bay. De boulevard staat overvol en daarom rijden we maar een overdekte parking binnen.
Onze mooi gewassen Honda naast een ander mooi karreke.
Spijts de verzengende hitte gaat Hilde hier toch een uurtje op stap, doch ikzelf vind het geraadzamer om in de lommer van een terrasje te blijven en intussen te genieten van een cappuccino en het drukke strandleven van Camps Bay.
Het drukke strandleven met de “Hop-on hop-off” bus op de voorgrond.
Wanneer we rond 16 uur in “Costa Rose” terugkomen en de airco willen aanleggen in onze snikhete kamer weigert deze op te starten. Wij gaan dit melden bij Rob en Neil, en krijgen daar te horen dat het volledig centrale aircosysteem in panne ligt, en dat de reparatiediensten ten vroegste maandag kunnen langskomen. De enige tegenprestatie dat ze intussen kunnen bieden is dat we gelijk welke drank uit onze minibar gratis mogen verbruiken om ons wat te verfrissen…. Daar zijn we vet mee ! Ik tracht de heren te overtuigen dat wijzelf en vanaf overmorgen ook onze vrienden dit zeker niet zullen aanvaarden, temeer met de huidige buitentemperatuur. Het enige tegenvoorstel dat ze willen of kunnen doen is dat wij mogen vertrekken naar een andere hotel, B&B of guesthouse en dat wij alleen maar de werkelijk verbleven nachten hoeven te betalen. Dit is natuurlijk geen oplossing voor de komende nacht, want het is intussen vrijdagavond 17 uur; ga nu maar iets zoeken… Als we enkele minuten terug op onze kamer zijn komt Neil aandraven met een reuze ventilator, en na enkele minuten volle kracht brengt deze inderdaad wat afkoeling. Voor vandaag is dit probleem dan ook (gedeeltelijk) van de baan.
We vertrekken niet graag omdat we ons hier zo goed voelden, maar de planning zegt dat we verder moeten. Richting Kaapstad waar we zondag onze eerste lichting vrienden mogen opwachten. We zullen vijf nachten verblijven in de wijk Sea Point, dicht bij het nieuwe voetbalstadium van Kaapstad. (Wereldbeker 2010)
Het stadium dat in 2010 de plattegrond van Kaapstad een nieuwe look gaf. (Postkaartfoto)
Omdat GPS Ellen weeral slecht gehumeurd is en elke dienst weigert gaan we dan maar op zoek aan de hand van een stratenplan van Kaapstad. Gemakkelijk is anders, maar we komen er. “Villa Costa Rose”. We worden (bijna overdreven) welkom geheten door onze gastheer Rob. Later haalt hij er zijn vriend Neil bij en nu begrijpen we al beter waarom de naam van het guesthouse met “rose” eindigt. Het is 12u30, maar onze kamer is nog niet vrij. We kunnen wel reeds onze bagage afzetten en van een drankje genieten in de leefruimte.
Opvallend intérieur… hoe kan het ook anders in Villa Costa Rose?
Rob stelt voor om ’s morgens binnen te ontbijten, want momenteel is het zeer warm in Kaapstad. Het binnenkoertje zit danig ingesloten dat het er bij warm weer bijna onhoudbaar is. En voor morgen voorspelt de Afrikaanse Sabine Haegedoorn maar liefst 37°.
Het ontbijthoekje.
Omdat onze kamer nog niet vrij is trekken we voor een paar uurtjes zeewaarts. Op het mooie terras van Winchester Mansion genieten we van een een tappabordje met uitzicht op de Atlandische oceaan. Weeral in orde.
Grote schepen op, en een ijsventer langs de Atlantische Oceaan.
Tegen vier uur trekken we terug naar “Villa Costa Rose” om onze kamer in te nemen. Omdat we hier vijf dagen verblijven wil Hilde voor de eerste keer de bagage eens grondig herschikken. Rob en Neil zijn propere jongens, dus beschikken over een laundry service. Na meer dan veertien dagen is dat reeds een serieus pak wasgoed. We blijven nu een paar uurtjes rustig op de binnenkoer, aan het zwembad en op de kamer- blog bijvullen.
Rustig aan het zwembadje.
Het wordt 19 uur voor we het beseffen, en we hadden zo graag de zonsondergang gezien. Propere kleertjes aan, en weg zijn we… Net nog niet te laat voor het einde van de zonsondergang. Hier in Afrika gaat dat zeer snel.
Bijna te laat… of toch nog net op tijd.
Onze gastheren hadden ons “La Bohème” als een puik restaurant voorgesteld voor deze avond, maar als we eraankomen zit de keet al propvol. Aandringen heeft geen zin, en we bespreken deze locatie dan maar direct al voor morgenavond. Dat gaat wel. Twee huizen verder is er een Grieks restaurant. “Mykonos” is de naam, hoe kon het ook anders. Alhoewel we beiden niet al te Grieks aangelegd zijn nemen we hier dan toch maar het laatste tafeltje in. Uiteindelijk schijnt deze tweede keuze wel de goede te zijn. We worden een heerlijke ossobucco voorgeschoteld door de lieve dienster Jessica. Haar vriendin Nathalie schenkt ons een glaasje Chenin Blanc met de flegme die weinig sommeliers haar zouden nadoen. Beide ladies zijn Zuidafrikaanse studentinnen die hier deeltijds werken om hun studies te betalen. Dit verdient een extra fooi, en ze poseren dan ook graag voor een kiekje.
Een van mijn goede vrienden, Dokter Dirk Vanryckeghem, is één der drijvende krachten van het volbloedcomité. Dirk dringt er bij iedereen op aan om zoveel mogelijk mensen te motiveren om op woensdag 19 en donderdag 20 februari in grote getale bloed te komen geven. Het zou mooi zijn en een grote voldoening geven moesten er door deze oproep vanuit Zuid-Afrika enkele bijkomende bloedgevers kunnen verwelkomd worden. Ik wil deze oproep besluiten met de woorden van Dirk zelf;
Wist je dat…… NIET MEER DAN 3% VAN DE BELGEN REGELMATIG BLOED GEEFT, EN DAT TERWIJL 70% VAN ALLE BELGEN VROEG OF LAAT NOOD HEEFT AAN BLOED.
“Bloedschoon” De Waregemse bloedgeversactie van 2014
Wat wij al vermoedden wordt deze morgen bevestigd; onze gastheren Margaux en Bram zijn hier hun laatste week ingegaan. Ze hebben hun “African Queen” van de hand gedaan en trekken met beide kindjes terug naar België. Ze zullen daar (in Oedelem) de bio-boerderij van Bram’s papa overnemen omdat deze laatste binnenkort met pensioen gaat. Maandagmorgen serveren ze hun laatste ontbijt. Wij zullen hier dus, op enkele uitzonderingen na, hun laatste gasten geweest zijn. Wanneer we afscheid aan het nemen zijn komt de nieuwe eigenaar (een Hollander) toevallig aankloppen, en dat is dus “het” moment voor een portret met de oude en de nieuwe eigenaar.
De nieuwe eigenaar (links) – Margaux en Bram (rechts)Afscheid aan Margaux, Bram en hun “African Queen”.
We rijden dan naar Simonstown, alwaar we een B&B gereserveerd hebben, maar daar moet een misverstand in de agenda roet in het eten gegooid hebben. Zij zijn volgeboekt en kunnen ons vandaag niet herbergen. Niet getreurd; in de Portofolio 2014 staan honderden adresjes, en de eerste die we opbellen is reeds de goeie. Voor dergelijke zaken is het wel goed ook een Afrikanse GSM te hebben. Chartfields Guesthouse in Kalk Bay, een boogscheut van Simonstown verwijderd. Tegen de middag worden we er aan de deur verwelkomd door een zeemeermin. De kamer is nog niet vrij, maar we mogen onze bagage in consignatie geven, en we krijgen reeds een rondleiding in het huis en de tuin.
We worden verwelkomd door de zeemeermin…Chartfield guesthouse.En aan het zwembad staat er ook nog eentje…
Vanaf ons nieuw tehuis tot de kustlaan is het slechts een tiental minuutjes wandelen. Het is er wel druk en er heerst een vrolijke sfeer. Eergisteren waren we ook al in Kalk Bay, maar toen gingen we niet verder dan die gekleurde kabientjes.
Nogmaals de gekleurde kabientjes van Kalk BayHet oude stationnetje van Kalk Bay.Het leuke haventje van Kalk Bay
Vanmiddag eten we een portie calamari ringetjes met (Belgische) friet. Heerlijk! En nu terug gaan slenteren in de haven en op de kustlaan. Weeral van die hippe boetiekjes. Spijts we hier nu al veertien dagen vertoeven blijven ze ons nog steeds verbazen.
ze blijven attractief…… en aanlokkelijk.
Zo wordt het bijna 5 uur in de namiddag voor we onze kamer innemen. Alle comfort en prachtig uitzicht op Kalk Bay. Jammer dat we hier maar één nacht kunnen verblijven.
Uitzicht van in ons kamer. Jammer dat de zon niet van de partij is.
Tegen 8 uur maken we ons op om naar “Polana” te gaan, een bar/resto die met zijn voeten in de zee ligt. Bij hoogtij spat het water tot tegen de ramen van het restaurant. Twee jaar geleden hebben we dat met vriend Herman meegemaakt, en het was effenaf indrukwekkend. Vanavond wordt het niet zo spectaculair, want het is laagtij. Maar toch nog een plezante plaats om te vertoeven. We houden het bij een glaasje Chardonnay met een portie gamba’s voor Hilde en varkensribbetjes voor mij. Meer moet dat weeral niet zijn. En achteraf een lange wandeling terug naar onze Chartfield.
Vissers in de avondschemering.
Een beeld vanuit Polanan. Jammer dat het laagtij is…Een archieffoto van 2012. Polana bij hoogtij.
Onwaarschijnlijk maar waar; alle twee hebben we 9 uur aan een stuk doorgeslapen. Zo wordt het ook 9u15 als we bij de “African Queen” aan het ontbijt aanschuiven. Vandaag is het voor de eerste keer wat bewolkt en onze gastheer vertelt dat er voor vanavond zelfs wat regen voorspeld is. ’t Is een iets anders… Na een uurtje bijna nietsen trekken we terug naar Noordhoek Village, het winkelcentrum van gisteren. Want we willen vanavond souperen bij “The Food Barn”, volgens Margaux één van de beste adresjes van Noordhoek. Gisteren hadden ze sluitingsdag, en vandaag willen we zeker zijn om in de keet binnen te geraken; dus nu al maar gaan bespreken. Omdat we dan toch in het winkelcentrum zijn dretsen we er ook nog eens de boetiekjes af. De mooie zaken wisselen af met de kitsch, maar al bij al is het doorsneeniveau meer dan acceptabel. Zodanig zelfs dat ik er een nieuwe zwembroek op de kop tik en ook een paar slippers.
Kitsch alom…Hilde betaalt mijn nieuwe slippers.
Deze namiddag willen we het nabijgelegen strand van Kommetjie verkennen, doch onderweg ernaartoe komen we aan “Cape Point Vineyard”, een gekend wijndomein dat sinds een viertal weken ook een restaurant opgestart heeft. Om dit aan het grote publiek kenbaar te maken hebben ze aan de ingang een sandwichman opgesteld. De publi-stunt werkt, want zelfs wij laten ons verleiden.
Aan deze sandwichman kunnen zelfs wij niet weerstaan.
Het is wel een prachtig domein, en we worden uitgenodigd om aan een wine tasting deel te nemen. We verzaken hieraan in de wetenschap dat we volgende week onze vrienden op bezoek hebben, en er dan genoeg kans zal zijn om wijnen te proeven. We eten er een licht voorspijsje, een ravioli met champignons.
The Cape Point Vineyard – ten prachtig domein…met een prachtig uitzicht op de omgeving.
Jammer dat de zon vandaag niet van de partij is, want we hebben aan ons tafeltje een prachtig uitzicht op de omgeving. We zetten onze weg verder en trachten nu zoveel mogelijk langs de kust te rijden. En we hebben weeral geluk… in een soort baai merken we plotseling een kudde grote vogels op, en bij het naderen blijken het flamingo’s te zijn. Oh ooooh… zo mooi! Weeral jammer dat er geen zon op zit, maar toch meer dan de moeite om zo vlug mogelijk onze brave Honda achter te laten en de vogels met de telelens te benaderen. Prachtig schouwspel… ze staan in het ondiepe water, en we zien ze met de lange hals onder water duiken om binnen de kortste keren met een prooi, een kleine vis, naar boven te komen. meer dan een half uur zitten we aan dit stukje natuur gekluisterd.
Ohoooh… zo mooi !Die moeten zeker op de foto…“KLIK” ze staan erop !
Voilà se… dat kunnen ze ons ook weeral niet meer afpakken. Enkele kilometer verder bereiken we Kommetjie. Het dorpje dankt waarschijnlijk zijn naam aan het feit dat het gelegen is in een rotsachtige inham. Er zijn zelfs aanduidingen dat deze “kom” ooit in de prehistorie gebruikt zou zijn als vissen val. Heden ten dage is het dorpje vooral geliefd bij de surfers die de hoge golven opzoeken. Ook hier genieten we een uurtje van een wandeling en van het surfspektakel.
Surfen in de branding.
Eenmaal terug bij onze Honda komt, als naar gewoonte, een parkwachter een fooi vragen omdat hij de wagen goed bewaakt heeft. We hebben een zotte babbel met de man met zijn weelderige haardos, als daar plots uit het niets een van zijn collega’s komt opduiken en die zich ook mengt in ons gesprek. Dit is het sein om twee Radio Shack petjes tevoorschijn te toveren, en nu kan het feest helemaal beginnen. Ze maken de zotste grimassen voor de camera, en ze betrekken zelfs Hilde bij hun kuren… Als dat maar geen luizen oplevert!
Als dat maar geen luizen oplevert…Peppie en Cockie…
Vanavond dan bestemming “The Food Barn”, waar we een heerlijke steak voorgeschoteld krijgen van Michelle. Een vriendelijke serveuse waarmee we statig Afrikaans kunnen praten. Als ik haar echter voor de tweede maal attent maak dat de draaistop nog op de wijnfles zit wanneer ze begint te schenken, wijst ze flegmatiek naar haar haardos en flapt er één woordje uit; “BLOND” !
Scheiden doet weeral lijden. Afscheid van Anja en Pieter, ook van onze Hollanders Jolanda en Theo. Het Wellingtonliedje is uit. En ons wevertje is nog altijd niet volledig klaar met zijn huisje, alhoewel er op een tak in de omtrek reeds een poppetje zit te wachten om met de controle te beginnen.
Het laatste ontbijt in “Ons Stee” vlnr ; Theo, Anja, Jolinda, Hilde en Pieter.Afscheid aan Anja en Pieter. Tot een volgende keer…
Iets over halfweg rijden we door Kalk Bay. Dit is het stadje aan het strand die gekend is voor zijn gekleurd kabinetjes. Natuurlijk maken we daar een stop en een wandeling.
Kalk Bay, het stadje met de gekleurde kabientjes.met sportieve jonge kerels…en mooie jonge juffers…
In de hoofdstraat van Kalk Bay lopen we door enkele gallerijtjes en boetiekjes, en in ééntje ervan kan Hilde niet weerstaan aan een rood bloesje. Want volgende week komen er vrienden, en ze wil “snel” zijn.
Het boetiekmeisje met het rode bloesje.
Voilà, weeral iemand die content is. In de volgende winkeltjes nog wat postkaartjes gekocht, en dan op weg naar ons nieuw tehuis “African Queen” van de Belgische uitbaters Margaux en Bram De Bruyne. Margaux is de dochter van Paul Courant, vroegere sterspeler van FC Brugge, en momenteel internationaal voetbalmakelaar. Omdat GPS Ellen terug dienst weigert hebben wij wel een probleem om die Afrikaanse Koningin te vinden. Een tuinman helpt ons uiteindelijk op het kronkelend pad, en Margaux staat als het ware in de deuropening om ons op te vangen. Ze bezorgt ons een rondleiding in de B&B, en we eindigen de toer in de mooie tuin met een glaasje wijn en een pak aan informatie over wat hier in de omgeving zoal te beleven valt.
Het zwembadhoekje in “African Queen”Dit is ons privé terrasje.
We genieten een paar uurtjes van de mooie infrastructuur en maken ons dan op om een plaatsje op te zoeken voor een snack. Margaux stuurt ons naar een nabijgelegen village-centre waar voor elk wat wils te vinden is, zowel op gebied van winkelen als op culinair vlak. De bouwstijl van de kleine shops doet ons niet direct aan een winkelcentrum denken, maar bij nader toezien is het een supersympathiek idee.
Dit doet niet direct aan een winkelcentrum denken.
De galerijtjes en de winkeltjes zijn reeds gesloten, en de helft van de eethuisjes zijn ook dicht wegens sluitingsdag op maandag. Maar niet geklaagd, we belanden op het terras van “The Toad”, een café-restaurant, waar we, omringd door een jong publiek, van een gezellige ambiance genieten. Met bovenop een Pizza Marguerita en een… biertje. Hilde houdt het wel bij een glaasje Chenin Blanc.
Weeral stipt om 8u30 ontbijten we, terug in het gezelschap van onze Hollandse vrienden Jolanda en Theo. Gisteren deed ik een beknopt levensverhaal, en vandaag is het de beurt aan Theo. Harstikke boeiend! We zitten meer dan een uur aan de ontbijttafel. In een palmboom aan het zwembad is sinds gisteren een Afrikaans wevertje begonnen aan de bouw van een nestje voor één van zijn 5 à 6 poppetjes.
Een Afrikaans wevertje was gisteren gestart aan de bouw van een nieuw nestje
Van onze gastheren vernemen we dat de bouw van het nestje ongeveer een dag tot anderhalve dag in beslag neemt. De manier waarop het diertje de takjes en stengeltjes tot een huisje verweeft grenst aan het ongelofelijke. Temeer dat hij dit moet doen met alleen maar zijn bekje…
Vandaag is onze wever al flink gevorderd.
Eenmaal dat de woning bijna afgewerkt is komt een poppetje het nest goedkeuren. Bij de minste onnauwkeurigheid wordt de woning afgekeurd, en kan manlief volledig herbeginnen.
Nog enkele uurtjes, en de grove bouw moet klaar zijn.
Elk mannetje bouwt zo meerdere nesten, en diverse poppen komen inspecteren als de grove bouw klaar is. Als een pop het nest goedkeurt zal zij zelf nog het interieur wat verder afwerken met fijnere grassen en veertjes. Wondere dierenwereld… Zo zie je maar dat het niet altijd alleen maar over wilde dieren moet gaan in Afrika. Het observeren, fotograferen en filmen van deze vogeltjeswereld heeft intussen bijna twee uur in beslag genomen, en is is al tegen elven als we ons zondagstochtje naar Riebeek Kasteel (ongeveer 40 km) aanvatten. We rijden weeral door weidse wijnlandschappen en we maken uiteraard een paar fotostops.
Prachtige winelands.
In Riebeek Kasteel bezoeken we eerst nog de kunstgalerij “Gallery”. We hebben daar begin deze week een betaalbaar kunstwerkje gezien dat ook zou kunnen dienen als trofee. En omdat ik in april zo’n soort trofee mag uitreiken vond zowel Hilde als ikzelf dat dit wel iets zeer geschikt was. Het moet niet altijd een beker of een plaket zijn… Een foto van het werkje zelf wil ik hier niet publiceren, want misschien zit de gelukkige winnaar van die trofee ook op deze blog.
Ook levensgrote beelden in “Gallery”
Vandaar gaat het naar “The Royal Hotel” een der oudste koloniale hotels van Zuid-Afrika. Het voelt aan alsof de geest van Livingstone hier nog ronddwaalt.
Het “Royal Hotel” in Riebeek KasteelIn dat zeteltje heeft Livingstone misschien nog gezeten, maar de schrijfmachine is van na zijn tijd…
We genieten hier van een belegd toastje, en maken een wandeling door het stadje. Mooi soms om zien hoe inventief die Afrikanen zijn, en hoe ze met enkele goedkope spulletjes toch iets aantrekkelijks kunnen voorstellen. Soms komt het wat kitscherig over, maar de aandacht trekken doet het altijd.
Alhoewel soms kitscherig, de aandacht trekken doet het altijd…
Op de terugweg slaan we nog enkele leuke straattafereeltjes gade, en we kunnen ook nog 2 kindjes amuseren met een petje.
Leuke straattafereeltjes.Die zijn ook al weer content.
Terug in “Ons Stee” vragen Jolanda en Theo of het niet zou storen dat ze naar hetzelfde restaurant gaan waar wij al gereserveerd hebben voor vanavond. Natuurlijk niet… met veel genoegen zelfs. Wij doen aan carpooling om ons tegen 20 u naar “Oud Wellington” te begeven. We genieten er op het buitenterras van een heerlijke steak, een goed glaasje wijn en vooral het aangename gezelschap van onze Hollandse vrienden. Theo diept zijn carrièregeschiedenis nog iets dieper uit, en het wordt steeds boeiender. De avond is veel te vlug voorbij…
Om 8u30 ontbijt, en we tafelen samen met een Hollands gastenkoppel, Jolanda en Theo. Zeer leuke vriendelijke mensen. We steken wederkerig enkele Afrikaanse wetenswaardigheden van elkander op en hebben samen een leuke babbel. Tegen tienen trekken we op verkenning in Wellington.
Alle poortjes en deurtjes van de hoofdkerk zijn potdicht… jammer.
De hoofdkerk is gesloten, maar recht tegenaan valt onze aandacht op een interieurzaak “Elle”. Een mooi klassiek herenhuis waar we elk plaatsje van keuken tot badkamer kunnen doorlopen. Ieder vertrek ligt boordevol interieurtextiel, van tapijten tot beddengoed. De meubel- en gordijnstoffen doen het heimwee naar de CD weverij van Kruishoutem een beetje opwellen. Ik ben er bijna zeker van dat er stoffen tussen liggen die door mijn opvolgers “Nelen en Delbeke” gefabriceerd werden.
Het prachtige herenhuis waarin “Elle” gevestigd isVan buitenaf trekt een lap interieurtextiel op een oude fiets de aandacht.In deze collecties zitten er zeker wel hier en daar enkele “Nelen en Delbeke” stofjes.
Wat ook opvalt is dat het ganse huis dienst doet als consumptiesalon. In één van de slaapkamers verbruiken we een heerlijke cappuccino. Intussen verder genietend van de prachtige stofjes.
In één van de slaapkamers consumeren we…een heerlijke cappuccino…intussen genietend van de mooie stofjes.
Bij het buitengaan hebben we nog een babbel met de eigenars van “Elle”, en de dame bezorgt ons enkele interessante tips voor ons bezoek aan Wellington. Terwijl haar dochtertje zeer tevreden is met het snoepje dat ze van ons kreeg.
Dochterlief is in haar nopjes met het gekregen snoepje.
Van hieruit gaar het naar de prachtig gelegen wijn estate “Val du Charron”, weeral op een unieke ligging. Naast de wijnproeverij die we wijselijk overslaan laat de gastheer Steve ons een tweetal kamers zien, want ze zijn ook guesthouse. En als hij verneemt dat we regelmatig in de streek zijn neemt hij vlug de koe bij de horens. En inderdaad, die twee kamers zijn stuk voor stuk pareltjes. We gebruiken in de prachtige tuin een voorschoteltje als lunch; een lekkere carpaccio.
Voorgeven van “Val du Charron”De hovingen achteraan.
Ik vertel Steven dat ik de laatste paar dagen een beetje pijn in ’t voetje heb en daarom geen wijn zal drinken. Komt de man daar toch aangedraafd met een Crazy Girl, een zoet wit wijntje dat slechts 4° alcohol bevat. Als wij ons dan toch laten overtuigen en een flesje bestellen komt er een dienstertje aandraven met een T-shirt van die Crazy Girl.
Zelfs een T-shirt van Grazy Girl…Crazy Girl 4° alcohol en supergekoeld…toch nog zo mis niet…
Op de terugweg en op een klein petieterig weggetje staan een tiental mensen, waaronder een vijftal kinderen te slungelen in de berm. Waarschijnlijk omzat het zaterdag is en ze niets om handen hebben lopen ze er wat vervelend bij. Plotseling denk ik aan mijn voorraad coureurspetjes van vriend Noël, en binnen de kortste keren staan er daar al een viertal getooid met dit kleinood. Tegenprestatie is dat ze een fotootje laten nemen. Fier als een gieter poseren ze voor onze lens. Alleen den Bompa kan er niet om lachen en hij weigert zelfs het petje. En een jonge bruine freule met krulspelden in het haar ziet het ook niet zitten om daar nog eens een petje bovenop te zetten.
Fier als ’n gieter poseren ze met hun nieuwe pet.
Voor den Bompa hoeft het niet…En deze bruine freule ziet het ook al niet zitten…
We verpozen nog een paar uurtjes in en rond het zwembad van “Ons Stee” en intussen informeren we bij Gastvrouw Anja of we eventueel een dag kunnen bijboeken in “Ons Stee”. Het kan, en we zijn er zeer gelukkig mee. Voor het souper trekken we zoals gezegd terug naar “Twist Some More”. Twee dagen na elkaar, en geloof het of niet… we maken alle twee dezelfde keuze als gisteren. Ook dienster Nicole is dezelfde, en ze vraagt tot twee maal toe of wij wel overtuigd zijn om terug hetzelfde te eten. En weeral is het delicieus…
TWIST SOME MORE… een adresje dat we niet vlug zullen vergeten.