Vanmorgen zit onze Noorse fantast aan de ontbijttafel naast de onze, maar ditmaal is hij in het gezelschap van een juffrouw. Gezien zijn toestand van gedeeltelijke ontbinding waarin hij gisteren verkeerde herinner er ik hem aan dat hij mij beloofde om dat stukje film van zijn jump zeker op te sturen, maar hij doet als zijn neus bloedt. Wanneer hij iets later met een broodje naar de toaster loopt vraagt de juffrouw wat meer uitleg over die “jump”. Zij weet dus blijkbaar van niets, en ik verzin direct een leugentje om bestwil, en vertel haar dat het om een jump gaat die ik hem zag maken met zijn kiteplank. Zo is de juffrouw ook gerustgesteld. Maar als wij ooit dat filmpje binnenkrijgen? Dat valt nog af te wachten…Valiezen gepakt en geladen, rekening betaald, afscheid genomen van het vriendelijke personeel, en weg zijn we. We maken nog een halte in ’t stad voor een Afrikaans telefoonkaartje en eentje voor de airtime. Vorige probaties zijn telkens op een sisser uitgelopen, maar hier is dit precies een fluitje van ne cent, en is alles in min dan tien minuten opgelost. Voor degenen die ons willen bellen vanuit Zuid-Afrika, dit is ons Afrikaans nummer: 060 308 08 79. We trekken de wijde wereld in, maar wat blijkt reeds na een dikke twintig kilometer; Ellen, ons GPS meisje heeft ons niet over de beste wegen gestuurd, maar wel over de kortste weg. En nu komen we weeral op een gravelweg terecht. Dit tot ongenoegen van Honda en ook van onszelf. Bij nader toezien beseffen we echter al vlug dat Ellen ons een zoetje gaf in plaats van een zuurtje, want langs hier rijden we door een Nationaal Park met prachtige landschappen.

De gravel zal 40 km duren aan een maximumsnelheid van 60 km/u, maar we rijden zelfs zo vlug niet, want om elke bocht ontspint er zich een nieuwe cinemascope.

Op het einde van de gravel loopt de weg vlak op een gasthuis, “Geelbek” genaamd. Het is reeds middag, dus smullen we hier een lichte maaltijd, zijnde een terrine van snoekbaars met getoaste croûtons. Meer moet da nie zijn.

Aan de tafel naast ons is er een baby, ik schat ongeveer een jaarling, aan het rondkruipen en zich aan alles en nog wat aan het vastklampen om zich recht te trekken. Binnen de kortste keren heeft Hilde het meisje te pakken, en warempel… tien minuten later zet Almeria haar eerste stapjes.

We nemen afscheid van Almeria, haar mama en haar oma en zetten onze weg verder. Een half uurtje later passeren we het piepkleine stadje Darlling. Dit stadje was bijna onbekend tot in de jaren ’70 een belangrijke cabaretier die zijn kritiek onder het Apartheidsregime verpakte in het personage Evita, een blanke Afrikaans sprekende vrouw getrouwd met een politicus van de Nationale Partij. Via haar mond bleek het mogelijk allerlei misstanden aan de kaak te stellen. In 1996 besloot Uys in Darling een theater te openen waar hij zijn alter ego voorstellingen kon laten verzorgen.

Evita se Perron is sindsdien uitgegroeid tot een artistiek centrum waar tannie Evita Bezuidenhout regelmatig optreedt en publiekelijk een oogje op het reilen en zeilen van de democratie houdt. Het piepkleine theatertje, aanpalend museum, restaurantje en het stationnetje lonen echt de moeite om hier een uurtje rond te kuieren. Een tiental van de grootste schilderijen ooit worden hier nagebootst, allemaal met Evita in de hoofdrol.



Door de vele en soms onverwachte stops is het al bijna 17 u als we onze opwachting maken in B&B “Ons Stee” in Wellington. Uitgebaat door de sympathieke Pajottenlanders Anja en Pieter Daelman. We kennen ze van verleden jaar en het weerzien is hartelijk.

We worden direct getrakteerd op een wit wijntje aan het zwembad, en we krijgen dezelfde kamer toebedeeld als verleden jaar. Gezellig ruim, douche en bad, airco, WiFi en BVN televisie (dit betekent Belgisch nieuws op TV). Weeral top. En voor vanavond reserveren ze ons een restaurantje “Twist some more” in het wijndal even buiten Wellington. Wij eten naar gewoonte enkel een hoofdschotel, maar wat we hier geserveerd krijgen mag bij het fijnste ooit (in Afrikaanse normen) gerekend worden. Voor Hilde een kudusteack en voor mij een salade van eendeborst.


De aangepaste soms spicy soms zoetzure vinaigrette in mijn salade verspreidt een hemelse smaak. Midden onze maaltijd verwisselen we van bord en worden we voor een tweede maal verrast door een subliem gerecht. De bediening (van Nicole) is ook uitermate vriendelijk en vooraleer het restaurant te verlaten maken we zelfs een reservatie voor de volgende dag. Wat met plezier genoteerd wordt, en ze voegen er zelfs aan toe dat dit regelmatig gebeurt. Alhoewel de weg nog donkerder is dan pikdonker leidt Ellen ons feilloos naar “Ons Stee”.