Inderdaad… onze laatste déjeuner in bloemenzee…
Onze wegen met Jan en Christiane scheiden ook. Zij trekken naar Stellenbosch, terwijl wij de richting Robertson kiezen.
Jan en Christiane zijn nogal tijdsgebonden wegens een afspraak in Stellenbosch. Zij verlaten ons onmiddellijk na het ontbijt. Daaaag… tot een volgende.
Lidwien vraagt nog om iets in het gastenboek te plaatsen. Maar het gastenboek is een balk in het overdekt terras.
… en ik voeg nog een Wiske toe aan onze namen.
Saluu Frans, saluu Lidwien. Hopelijk tot later.
Onze weg leidt over de imposante Sir Lowry’s pass. Deze pass werd gebouwd vanaf 1821 en was volledig voltooid in 1828. De arbeiders die de pas aanlegden waren stuk per stuk gedetineerden en/of terdoodveroordeelden. In 1958 werd de pass uitgeroepen tot Nationaal Monument. Rond 1984 werden bepaalde delen uitgebreid naar vier rijstroken.
Onderweg zijn er een paar uitkijkposten aangelegd, van waaruit we oneindige vergezichten aangeboden krijgen.
Volgend spektakel is Villiersdorp en de Theewaterkloof dam.
De zandvlaktes doen onwillekeurig danken aan de Namib woestijn in Namibië.
Wat een afwisseling in het decor. Tien minuutjes later rijden we door appelstreek Elgin.
Vermits we midden in het pluk seizoen zitten loont dit wel een stop.
Tientallen loonwerkers plukken, triëren en sorteren de appels.
Het grootste deel van de oogst is bestemd voor export naar Amerika. Maar België is ook een grote afnemer.
De baas van de plantage komt langs. Ik mag gerust verder filmen en fotograferen. De arbeiders verstoren in hun werk mag echter niet. Maar dat zou ik ook niet durven.
Enkele kilometer voor onze eindbestemming Robertson passeren wij het ” DIE PAMPOENSTALLETJIE”
Pompenen in alle mogelijke formaten, geuren en kleuren.
Allemaal prachtig gepresenteerd.
Hilde tracht enkele van die pompoenen te vangen in haar I-Phone.
In het pompoenwinkeltje spelen we een imitatiespelletje met een heel leuk kereltje.
We kopen een bakje verse vijgen. Straks trekken wij naar Robertson, waar onze gastvrouw een formidabele keukenprinses is. Misschien vangt ze één dezer dagen wel iets aan met die vijgen.
Net voor het binnenrijden van Robertson worden we nog eens 20 minuten opgehouden door baanwerken. Als we in het stadje aankomen gaan we enkele postkaartjes kopen, want er zijn intussen weeral heel wat vrienden/vriendinnen verjaard. En daarna een cappuccino in Café Connection.
Eén van de mooie witte kerken van Robertson. Misschien iets voor zondag.
We lopen ook nog even de Robertson Art Gallery binnen. We hebben vanuit België een grote canvasfoto bij, die we volgende week zondag willen afgeven op een verjaardagsfeest van een Belgische vriend in Durbanville. De foto is op een kartonnen buis gerold, en we weten dat ze in deze galerij ook een kader fabricatie hebben. En inderdaad… Als we foto nu achterlaten mogen we hem morgen na 15 uur komen ophalen.
In de galerij hangen wel enkele zeer mooie werken. Zoals altijd trouwens.
Er staat hier ook een zeer mooi werk van onze préféré metaalkunstenaar Owen Klaassen. Een compositie van negen coureurs.
Om 16 u staan we voor de deur van één van onze lievelingslocaties; Ballinderry van Luc en Hilde Uyttenhove. Het moet de zevende of achtste keer zijn dat we hier langs komen.
Hilde is reeds druk in de weer met het souper voor vanavond.
Luc schenkt ons een welkomstdrankje en weet ons heel wat nieuwsjes van de laatste maanden te vertellen. Daarna helpt hij ons te installeren in kamer 6, de kamer die we hier (bijna) altijd bezet hebben.
Vanavond heeft Hilde ons een driesterren voorschotel bereid. Prawns in een geflambeerd roomsausje van kokosmelk en citroengras. Peter Goosens kan hier een puntje aan zuigen.
Hierbij een glaasje Chardonnay “Bon Courage”. Uiteraard hebben we Goede Moed om dit te degusteren.
Hoofdschotel is een klassieke canard à l’orange.
En als dessert een tiramisu met witte Belgische chocolade en frambozen. Gelukkig dat we het deze middag sober hielden. We zullen goed slapen…