We vertrekken niet graag omdat we ons hier zo goed voelden, maar de planning zegt dat we verder moeten. Richting Kaapstad waar we zondag onze eerste lichting vrienden mogen opwachten. We zullen vijf nachten verblijven in de wijk Sea Point, dicht bij het nieuwe voetbalstadium van Kaapstad. (Wereldbeker 2010)
Het stadium dat in 2010 de plattegrond van Kaapstad een nieuwe look gaf. (Postkaartfoto)
Omdat GPS Ellen weeral slecht gehumeurd is en elke dienst weigert gaan we dan maar op zoek aan de hand van een stratenplan van Kaapstad. Gemakkelijk is anders, maar we komen er. “Villa Costa Rose”. We worden (bijna overdreven) welkom geheten door onze gastheer Rob. Later haalt hij er zijn vriend Neil bij en nu begrijpen we al beter waarom de naam van het guesthouse met “rose” eindigt. Het is 12u30, maar onze kamer is nog niet vrij. We kunnen wel reeds onze bagage afzetten en van een drankje genieten in de leefruimte.
Opvallend intérieur… hoe kan het ook anders in Villa Costa Rose?
Rob stelt voor om ’s morgens binnen te ontbijten, want momenteel is het zeer warm in Kaapstad. Het binnenkoertje zit danig ingesloten dat het er bij warm weer bijna onhoudbaar is. En voor morgen voorspelt de Afrikaanse Sabine Haegedoorn maar liefst 37°.
Het ontbijthoekje.
Omdat onze kamer nog niet vrij is trekken we voor een paar uurtjes zeewaarts. Op het mooie terras van Winchester Mansion genieten we van een een tappabordje met uitzicht op de Atlandische oceaan. Weeral in orde.
Grote schepen op, en een ijsventer langs de Atlantische Oceaan.
Tegen vier uur trekken we terug naar “Villa Costa Rose” om onze kamer in te nemen. Omdat we hier vijf dagen verblijven wil Hilde voor de eerste keer de bagage eens grondig herschikken. Rob en Neil zijn propere jongens, dus beschikken over een laundry service. Na meer dan veertien dagen is dat reeds een serieus pak wasgoed. We blijven nu een paar uurtjes rustig op de binnenkoer, aan het zwembad en op de kamer- blog bijvullen.
Rustig aan het zwembadje.
Het wordt 19 uur voor we het beseffen, en we hadden zo graag de zonsondergang gezien. Propere kleertjes aan, en weg zijn we… Net nog niet te laat voor het einde van de zonsondergang. Hier in Afrika gaat dat zeer snel.
Bijna te laat… of toch nog net op tijd.
Onze gastheren hadden ons “La Bohème” als een puik restaurant voorgesteld voor deze avond, maar als we eraankomen zit de keet al propvol. Aandringen heeft geen zin, en we bespreken deze locatie dan maar direct al voor morgenavond. Dat gaat wel. Twee huizen verder is er een Grieks restaurant. “Mykonos” is de naam, hoe kon het ook anders. Alhoewel we beiden niet al te Grieks aangelegd zijn nemen we hier dan toch maar het laatste tafeltje in. Uiteindelijk schijnt deze tweede keuze wel de goede te zijn. We worden een heerlijke ossobucco voorgeschoteld door de lieve dienster Jessica. Haar vriendin Nathalie schenkt ons een glaasje Chenin Blanc met de flegme die weinig sommeliers haar zouden nadoen. Beide ladies zijn Zuidafrikaanse studentinnen die hier deeltijds werken om hun studies te betalen. Dit verdient een extra fooi, en ze poseren dan ook graag voor een kiekje.
Een van mijn goede vrienden, Dokter Dirk Vanryckeghem, is één der drijvende krachten van het volbloedcomité. Dirk dringt er bij iedereen op aan om zoveel mogelijk mensen te motiveren om op woensdag 19 en donderdag 20 februari in grote getale bloed te komen geven. Het zou mooi zijn en een grote voldoening geven moesten er door deze oproep vanuit Zuid-Afrika enkele bijkomende bloedgevers kunnen verwelkomd worden. Ik wil deze oproep besluiten met de woorden van Dirk zelf;
Wist je dat…… NIET MEER DAN 3% VAN DE BELGEN REGELMATIG BLOED GEEFT, EN DAT TERWIJL 70% VAN ALLE BELGEN VROEG OF LAAT NOOD HEEFT AAN BLOED.
“Bloedschoon” De Waregemse bloedgeversactie van 2014
Wat wij al vermoedden wordt deze morgen bevestigd; onze gastheren Margaux en Bram zijn hier hun laatste week ingegaan. Ze hebben hun “African Queen” van de hand gedaan en trekken met beide kindjes terug naar België. Ze zullen daar (in Oedelem) de bio-boerderij van Bram’s papa overnemen omdat deze laatste binnenkort met pensioen gaat. Maandagmorgen serveren ze hun laatste ontbijt. Wij zullen hier dus, op enkele uitzonderingen na, hun laatste gasten geweest zijn. Wanneer we afscheid aan het nemen zijn komt de nieuwe eigenaar (een Hollander) toevallig aankloppen, en dat is dus “het” moment voor een portret met de oude en de nieuwe eigenaar.
De nieuwe eigenaar (links) – Margaux en Bram (rechts)Afscheid aan Margaux, Bram en hun “African Queen”.
We rijden dan naar Simonstown, alwaar we een B&B gereserveerd hebben, maar daar moet een misverstand in de agenda roet in het eten gegooid hebben. Zij zijn volgeboekt en kunnen ons vandaag niet herbergen. Niet getreurd; in de Portofolio 2014 staan honderden adresjes, en de eerste die we opbellen is reeds de goeie. Voor dergelijke zaken is het wel goed ook een Afrikanse GSM te hebben. Chartfields Guesthouse in Kalk Bay, een boogscheut van Simonstown verwijderd. Tegen de middag worden we er aan de deur verwelkomd door een zeemeermin. De kamer is nog niet vrij, maar we mogen onze bagage in consignatie geven, en we krijgen reeds een rondleiding in het huis en de tuin.
We worden verwelkomd door de zeemeermin…Chartfield guesthouse.En aan het zwembad staat er ook nog eentje…
Vanaf ons nieuw tehuis tot de kustlaan is het slechts een tiental minuutjes wandelen. Het is er wel druk en er heerst een vrolijke sfeer. Eergisteren waren we ook al in Kalk Bay, maar toen gingen we niet verder dan die gekleurde kabientjes.
Nogmaals de gekleurde kabientjes van Kalk BayHet oude stationnetje van Kalk Bay.Het leuke haventje van Kalk Bay
Vanmiddag eten we een portie calamari ringetjes met (Belgische) friet. Heerlijk! En nu terug gaan slenteren in de haven en op de kustlaan. Weeral van die hippe boetiekjes. Spijts we hier nu al veertien dagen vertoeven blijven ze ons nog steeds verbazen.
ze blijven attractief…… en aanlokkelijk.
Zo wordt het bijna 5 uur in de namiddag voor we onze kamer innemen. Alle comfort en prachtig uitzicht op Kalk Bay. Jammer dat we hier maar één nacht kunnen verblijven.
Uitzicht van in ons kamer. Jammer dat de zon niet van de partij is.
Tegen 8 uur maken we ons op om naar “Polana” te gaan, een bar/resto die met zijn voeten in de zee ligt. Bij hoogtij spat het water tot tegen de ramen van het restaurant. Twee jaar geleden hebben we dat met vriend Herman meegemaakt, en het was effenaf indrukwekkend. Vanavond wordt het niet zo spectaculair, want het is laagtij. Maar toch nog een plezante plaats om te vertoeven. We houden het bij een glaasje Chardonnay met een portie gamba’s voor Hilde en varkensribbetjes voor mij. Meer moet dat weeral niet zijn. En achteraf een lange wandeling terug naar onze Chartfield.
Vissers in de avondschemering.
Een beeld vanuit Polanan. Jammer dat het laagtij is…Een archieffoto van 2012. Polana bij hoogtij.
Onwaarschijnlijk maar waar; alle twee hebben we 9 uur aan een stuk doorgeslapen. Zo wordt het ook 9u15 als we bij de “African Queen” aan het ontbijt aanschuiven. Vandaag is het voor de eerste keer wat bewolkt en onze gastheer vertelt dat er voor vanavond zelfs wat regen voorspeld is. ’t Is een iets anders… Na een uurtje bijna nietsen trekken we terug naar Noordhoek Village, het winkelcentrum van gisteren. Want we willen vanavond souperen bij “The Food Barn”, volgens Margaux één van de beste adresjes van Noordhoek. Gisteren hadden ze sluitingsdag, en vandaag willen we zeker zijn om in de keet binnen te geraken; dus nu al maar gaan bespreken. Omdat we dan toch in het winkelcentrum zijn dretsen we er ook nog eens de boetiekjes af. De mooie zaken wisselen af met de kitsch, maar al bij al is het doorsneeniveau meer dan acceptabel. Zodanig zelfs dat ik er een nieuwe zwembroek op de kop tik en ook een paar slippers.
Kitsch alom…Hilde betaalt mijn nieuwe slippers.
Deze namiddag willen we het nabijgelegen strand van Kommetjie verkennen, doch onderweg ernaartoe komen we aan “Cape Point Vineyard”, een gekend wijndomein dat sinds een viertal weken ook een restaurant opgestart heeft. Om dit aan het grote publiek kenbaar te maken hebben ze aan de ingang een sandwichman opgesteld. De publi-stunt werkt, want zelfs wij laten ons verleiden.
Aan deze sandwichman kunnen zelfs wij niet weerstaan.
Het is wel een prachtig domein, en we worden uitgenodigd om aan een wine tasting deel te nemen. We verzaken hieraan in de wetenschap dat we volgende week onze vrienden op bezoek hebben, en er dan genoeg kans zal zijn om wijnen te proeven. We eten er een licht voorspijsje, een ravioli met champignons.
The Cape Point Vineyard – ten prachtig domein…met een prachtig uitzicht op de omgeving.
Jammer dat de zon vandaag niet van de partij is, want we hebben aan ons tafeltje een prachtig uitzicht op de omgeving. We zetten onze weg verder en trachten nu zoveel mogelijk langs de kust te rijden. En we hebben weeral geluk… in een soort baai merken we plotseling een kudde grote vogels op, en bij het naderen blijken het flamingo’s te zijn. Oh ooooh… zo mooi! Weeral jammer dat er geen zon op zit, maar toch meer dan de moeite om zo vlug mogelijk onze brave Honda achter te laten en de vogels met de telelens te benaderen. Prachtig schouwspel… ze staan in het ondiepe water, en we zien ze met de lange hals onder water duiken om binnen de kortste keren met een prooi, een kleine vis, naar boven te komen. meer dan een half uur zitten we aan dit stukje natuur gekluisterd.
Ohoooh… zo mooi !Die moeten zeker op de foto…“KLIK” ze staan erop !
Voilà se… dat kunnen ze ons ook weeral niet meer afpakken. Enkele kilometer verder bereiken we Kommetjie. Het dorpje dankt waarschijnlijk zijn naam aan het feit dat het gelegen is in een rotsachtige inham. Er zijn zelfs aanduidingen dat deze “kom” ooit in de prehistorie gebruikt zou zijn als vissen val. Heden ten dage is het dorpje vooral geliefd bij de surfers die de hoge golven opzoeken. Ook hier genieten we een uurtje van een wandeling en van het surfspektakel.
Surfen in de branding.
Eenmaal terug bij onze Honda komt, als naar gewoonte, een parkwachter een fooi vragen omdat hij de wagen goed bewaakt heeft. We hebben een zotte babbel met de man met zijn weelderige haardos, als daar plots uit het niets een van zijn collega’s komt opduiken en die zich ook mengt in ons gesprek. Dit is het sein om twee Radio Shack petjes tevoorschijn te toveren, en nu kan het feest helemaal beginnen. Ze maken de zotste grimassen voor de camera, en ze betrekken zelfs Hilde bij hun kuren… Als dat maar geen luizen oplevert!
Als dat maar geen luizen oplevert…Peppie en Cockie…
Vanavond dan bestemming “The Food Barn”, waar we een heerlijke steak voorgeschoteld krijgen van Michelle. Een vriendelijke serveuse waarmee we statig Afrikaans kunnen praten. Als ik haar echter voor de tweede maal attent maak dat de draaistop nog op de wijnfles zit wanneer ze begint te schenken, wijst ze flegmatiek naar haar haardos en flapt er één woordje uit; “BLOND” !
Scheiden doet weeral lijden. Afscheid van Anja en Pieter, ook van onze Hollanders Jolanda en Theo. Het Wellingtonliedje is uit. En ons wevertje is nog altijd niet volledig klaar met zijn huisje, alhoewel er op een tak in de omtrek reeds een poppetje zit te wachten om met de controle te beginnen.
Het laatste ontbijt in “Ons Stee” vlnr ; Theo, Anja, Jolinda, Hilde en Pieter.Afscheid aan Anja en Pieter. Tot een volgende keer…
Iets over halfweg rijden we door Kalk Bay. Dit is het stadje aan het strand die gekend is voor zijn gekleurd kabinetjes. Natuurlijk maken we daar een stop en een wandeling.
Kalk Bay, het stadje met de gekleurde kabientjes.met sportieve jonge kerels…en mooie jonge juffers…
In de hoofdstraat van Kalk Bay lopen we door enkele gallerijtjes en boetiekjes, en in ééntje ervan kan Hilde niet weerstaan aan een rood bloesje. Want volgende week komen er vrienden, en ze wil “snel” zijn.
Het boetiekmeisje met het rode bloesje.
Voilà, weeral iemand die content is. In de volgende winkeltjes nog wat postkaartjes gekocht, en dan op weg naar ons nieuw tehuis “African Queen” van de Belgische uitbaters Margaux en Bram De Bruyne. Margaux is de dochter van Paul Courant, vroegere sterspeler van FC Brugge, en momenteel internationaal voetbalmakelaar. Omdat GPS Ellen terug dienst weigert hebben wij wel een probleem om die Afrikaanse Koningin te vinden. Een tuinman helpt ons uiteindelijk op het kronkelend pad, en Margaux staat als het ware in de deuropening om ons op te vangen. Ze bezorgt ons een rondleiding in de B&B, en we eindigen de toer in de mooie tuin met een glaasje wijn en een pak aan informatie over wat hier in de omgeving zoal te beleven valt.
Het zwembadhoekje in “African Queen”Dit is ons privé terrasje.
We genieten een paar uurtjes van de mooie infrastructuur en maken ons dan op om een plaatsje op te zoeken voor een snack. Margaux stuurt ons naar een nabijgelegen village-centre waar voor elk wat wils te vinden is, zowel op gebied van winkelen als op culinair vlak. De bouwstijl van de kleine shops doet ons niet direct aan een winkelcentrum denken, maar bij nader toezien is het een supersympathiek idee.
Dit doet niet direct aan een winkelcentrum denken.
De galerijtjes en de winkeltjes zijn reeds gesloten, en de helft van de eethuisjes zijn ook dicht wegens sluitingsdag op maandag. Maar niet geklaagd, we belanden op het terras van “The Toad”, een café-restaurant, waar we, omringd door een jong publiek, van een gezellige ambiance genieten. Met bovenop een Pizza Marguerita en een… biertje. Hilde houdt het wel bij een glaasje Chenin Blanc.
Weeral stipt om 8u30 ontbijten we, terug in het gezelschap van onze Hollandse vrienden Jolanda en Theo. Gisteren deed ik een beknopt levensverhaal, en vandaag is het de beurt aan Theo. Harstikke boeiend! We zitten meer dan een uur aan de ontbijttafel. In een palmboom aan het zwembad is sinds gisteren een Afrikaans wevertje begonnen aan de bouw van een nestje voor één van zijn 5 à 6 poppetjes.
Een Afrikaans wevertje was gisteren gestart aan de bouw van een nieuw nestje
Van onze gastheren vernemen we dat de bouw van het nestje ongeveer een dag tot anderhalve dag in beslag neemt. De manier waarop het diertje de takjes en stengeltjes tot een huisje verweeft grenst aan het ongelofelijke. Temeer dat hij dit moet doen met alleen maar zijn bekje…
Vandaag is onze wever al flink gevorderd.
Eenmaal dat de woning bijna afgewerkt is komt een poppetje het nest goedkeuren. Bij de minste onnauwkeurigheid wordt de woning afgekeurd, en kan manlief volledig herbeginnen.
Nog enkele uurtjes, en de grove bouw moet klaar zijn.
Elk mannetje bouwt zo meerdere nesten, en diverse poppen komen inspecteren als de grove bouw klaar is. Als een pop het nest goedkeurt zal zij zelf nog het interieur wat verder afwerken met fijnere grassen en veertjes. Wondere dierenwereld… Zo zie je maar dat het niet altijd alleen maar over wilde dieren moet gaan in Afrika. Het observeren, fotograferen en filmen van deze vogeltjeswereld heeft intussen bijna twee uur in beslag genomen, en is is al tegen elven als we ons zondagstochtje naar Riebeek Kasteel (ongeveer 40 km) aanvatten. We rijden weeral door weidse wijnlandschappen en we maken uiteraard een paar fotostops.
Prachtige winelands.
In Riebeek Kasteel bezoeken we eerst nog de kunstgalerij “Gallery”. We hebben daar begin deze week een betaalbaar kunstwerkje gezien dat ook zou kunnen dienen als trofee. En omdat ik in april zo’n soort trofee mag uitreiken vond zowel Hilde als ikzelf dat dit wel iets zeer geschikt was. Het moet niet altijd een beker of een plaket zijn… Een foto van het werkje zelf wil ik hier niet publiceren, want misschien zit de gelukkige winnaar van die trofee ook op deze blog.
Ook levensgrote beelden in “Gallery”
Vandaar gaat het naar “The Royal Hotel” een der oudste koloniale hotels van Zuid-Afrika. Het voelt aan alsof de geest van Livingstone hier nog ronddwaalt.
Het “Royal Hotel” in Riebeek KasteelIn dat zeteltje heeft Livingstone misschien nog gezeten, maar de schrijfmachine is van na zijn tijd…
We genieten hier van een belegd toastje, en maken een wandeling door het stadje. Mooi soms om zien hoe inventief die Afrikanen zijn, en hoe ze met enkele goedkope spulletjes toch iets aantrekkelijks kunnen voorstellen. Soms komt het wat kitscherig over, maar de aandacht trekken doet het altijd.
Alhoewel soms kitscherig, de aandacht trekken doet het altijd…
Op de terugweg slaan we nog enkele leuke straattafereeltjes gade, en we kunnen ook nog 2 kindjes amuseren met een petje.
Leuke straattafereeltjes.Die zijn ook al weer content.
Terug in “Ons Stee” vragen Jolanda en Theo of het niet zou storen dat ze naar hetzelfde restaurant gaan waar wij al gereserveerd hebben voor vanavond. Natuurlijk niet… met veel genoegen zelfs. Wij doen aan carpooling om ons tegen 20 u naar “Oud Wellington” te begeven. We genieten er op het buitenterras van een heerlijke steak, een goed glaasje wijn en vooral het aangename gezelschap van onze Hollandse vrienden. Theo diept zijn carrièregeschiedenis nog iets dieper uit, en het wordt steeds boeiender. De avond is veel te vlug voorbij…
Om 8u30 ontbijt, en we tafelen samen met een Hollands gastenkoppel, Jolanda en Theo. Zeer leuke vriendelijke mensen. We steken wederkerig enkele Afrikaanse wetenswaardigheden van elkander op en hebben samen een leuke babbel. Tegen tienen trekken we op verkenning in Wellington.
Alle poortjes en deurtjes van de hoofdkerk zijn potdicht… jammer.
De hoofdkerk is gesloten, maar recht tegenaan valt onze aandacht op een interieurzaak “Elle”. Een mooi klassiek herenhuis waar we elk plaatsje van keuken tot badkamer kunnen doorlopen. Ieder vertrek ligt boordevol interieurtextiel, van tapijten tot beddengoed. De meubel- en gordijnstoffen doen het heimwee naar de CD weverij van Kruishoutem een beetje opwellen. Ik ben er bijna zeker van dat er stoffen tussen liggen die door mijn opvolgers “Nelen en Delbeke” gefabriceerd werden.
Het prachtige herenhuis waarin “Elle” gevestigd isVan buitenaf trekt een lap interieurtextiel op een oude fiets de aandacht.In deze collecties zitten er zeker wel hier en daar enkele “Nelen en Delbeke” stofjes.
Wat ook opvalt is dat het ganse huis dienst doet als consumptiesalon. In één van de slaapkamers verbruiken we een heerlijke cappuccino. Intussen verder genietend van de prachtige stofjes.
In één van de slaapkamers consumeren we…een heerlijke cappuccino…intussen genietend van de mooie stofjes.
Bij het buitengaan hebben we nog een babbel met de eigenars van “Elle”, en de dame bezorgt ons enkele interessante tips voor ons bezoek aan Wellington. Terwijl haar dochtertje zeer tevreden is met het snoepje dat ze van ons kreeg.
Dochterlief is in haar nopjes met het gekregen snoepje.
Van hieruit gaar het naar de prachtig gelegen wijn estate “Val du Charron”, weeral op een unieke ligging. Naast de wijnproeverij die we wijselijk overslaan laat de gastheer Steve ons een tweetal kamers zien, want ze zijn ook guesthouse. En als hij verneemt dat we regelmatig in de streek zijn neemt hij vlug de koe bij de horens. En inderdaad, die twee kamers zijn stuk voor stuk pareltjes. We gebruiken in de prachtige tuin een voorschoteltje als lunch; een lekkere carpaccio.
Voorgeven van “Val du Charron”De hovingen achteraan.
Ik vertel Steven dat ik de laatste paar dagen een beetje pijn in ’t voetje heb en daarom geen wijn zal drinken. Komt de man daar toch aangedraafd met een Crazy Girl, een zoet wit wijntje dat slechts 4° alcohol bevat. Als wij ons dan toch laten overtuigen en een flesje bestellen komt er een dienstertje aandraven met een T-shirt van die Crazy Girl.
Zelfs een T-shirt van Grazy Girl…Crazy Girl 4° alcohol en supergekoeld…toch nog zo mis niet…
Op de terugweg en op een klein petieterig weggetje staan een tiental mensen, waaronder een vijftal kinderen te slungelen in de berm. Waarschijnlijk omzat het zaterdag is en ze niets om handen hebben lopen ze er wat vervelend bij. Plotseling denk ik aan mijn voorraad coureurspetjes van vriend Noël, en binnen de kortste keren staan er daar al een viertal getooid met dit kleinood. Tegenprestatie is dat ze een fotootje laten nemen. Fier als een gieter poseren ze voor onze lens. Alleen den Bompa kan er niet om lachen en hij weigert zelfs het petje. En een jonge bruine freule met krulspelden in het haar ziet het ook niet zitten om daar nog eens een petje bovenop te zetten.
Fier als ’n gieter poseren ze met hun nieuwe pet.
Voor den Bompa hoeft het niet…En deze bruine freule ziet het ook al niet zitten…
We verpozen nog een paar uurtjes in en rond het zwembad van “Ons Stee” en intussen informeren we bij Gastvrouw Anja of we eventueel een dag kunnen bijboeken in “Ons Stee”. Het kan, en we zijn er zeer gelukkig mee. Voor het souper trekken we zoals gezegd terug naar “Twist Some More”. Twee dagen na elkaar, en geloof het of niet… we maken alle twee dezelfde keuze als gisteren. Ook dienster Nicole is dezelfde, en ze vraagt tot twee maal toe of wij wel overtuigd zijn om terug hetzelfde te eten. En weeral is het delicieus…
TWIST SOME MORE… een adresje dat we niet vlug zullen vergeten.
Vanmorgen zit onze Noorse fantast aan de ontbijttafel naast de onze, maar ditmaal is hij in het gezelschap van een juffrouw. Gezien zijn toestand van gedeeltelijke ontbinding waarin hij gisteren verkeerde herinner er ik hem aan dat hij mij beloofde om dat stukje film van zijn jump zeker op te sturen, maar hij doet als zijn neus bloedt. Wanneer hij iets later met een broodje naar de toaster loopt vraagt de juffrouw wat meer uitleg over die “jump”. Zij weet dus blijkbaar van niets, en ik verzin direct een leugentje om bestwil, en vertel haar dat het om een jump gaat die ik hem zag maken met zijn kiteplank. Zo is de juffrouw ook gerustgesteld. Maar als wij ooit dat filmpje binnenkrijgen? Dat valt nog af te wachten…Valiezen gepakt en geladen, rekening betaald, afscheid genomen van het vriendelijke personeel, en weg zijn we. We maken nog een halte in ’t stad voor een Afrikaans telefoonkaartje en eentje voor de airtime. Vorige probaties zijn telkens op een sisser uitgelopen, maar hier is dit precies een fluitje van ne cent, en is alles in min dan tien minuten opgelost. Voor degenen die ons willen bellen vanuit Zuid-Afrika, dit is ons Afrikaans nummer: 060 308 08 79. We trekken de wijde wereld in, maar wat blijkt reeds na een dikke twintig kilometer; Ellen, ons GPS meisje heeft ons niet over de beste wegen gestuurd, maar wel over de kortste weg. En nu komen we weeral op een gravelweg terecht. Dit tot ongenoegen van Honda en ook van onszelf. Bij nader toezien beseffen we echter al vlug dat Ellen ons een zoetje gaf in plaats van een zuurtje, want langs hier rijden we door een Nationaal Park met prachtige landschappen.
Schaapjes langs de gravelweg.
De gravel zal 40 km duren aan een maximumsnelheid van 60 km/u, maar we rijden zelfs zo vlug niet, want om elke bocht ontspint er zich een nieuwe cinemascope.
om de haverlap een nieuw landschap
Op het einde van de gravel loopt de weg vlak op een gasthuis, “Geelbek” genaamd. Het is reeds middag, dus smullen we hier een lichte maaltijd, zijnde een terrine van snoekbaars met getoaste croûtons. Meer moet da nie zijn.
Gasthuis GEELBEK.
Aan de tafel naast ons is er een baby, ik schat ongeveer een jaarling, aan het rondkruipen en zich aan alles en nog wat aan het vastklampen om zich recht te trekken. Binnen de kortste keren heeft Hilde het meisje te pakken, en warempel… tien minuten later zet Almeria haar eerste stapjes.
Hilde met Almeria
We nemen afscheid van Almeria, haar mama en haar oma en zetten onze weg verder. Een half uurtje later passeren we het piepkleine stadje Darlling. Dit stadje was bijna onbekend tot in de jaren ’70 een belangrijke cabaretier die zijn kritiek onder het Apartheidsregime verpakte in het personage Evita, een blanke Afrikaans sprekende vrouw getrouwd met een politicus van de Nationale Partij. Via haar mond bleek het mogelijk allerlei misstanden aan de kaak te stellen. In 1996 besloot Uys in Darling een theater te openen waar hij zijn alter ego voorstellingen kon laten verzorgen.
Een wandschilderij van het stadje Darling. Volledig links staat Evits op de rails aan het stationperron. Vandaar haar nieuwe familienaam (se Perron) met een knipoog naar de Argentijnse Evita Perron.
Evita se Perron is sindsdien uitgegroeid tot een artistiek centrum waar tannie Evita Bezuidenhout regelmatig optreedt en publiekelijk een oogje op het reilen en zeilen van de democratie houdt. Het piepkleine theatertje, aanpalend museum, restaurantje en het stationnetje lonen echt de moeite om hier een uurtje rond te kuieren. Een tiental van de grootste schilderijen ooit worden hier nagebootst, allemaal met Evita in de hoofdrol.
Evita als de Mona Lisa van Leonardo da Vinci.Evita door Gustav Klimt.En de vervalste Evita door Christian Devos. Hahaha…
Door de vele en soms onverwachte stops is het al bijna 17 u als we onze opwachting maken in B&B “Ons Stee” in Wellington. Uitgebaat door de sympathieke Pajottenlanders Anja en Pieter Daelman. We kennen ze van verleden jaar en het weerzien is hartelijk.
Het leuke terras van “Ons Stee”
We worden direct getrakteerd op een wit wijntje aan het zwembad, en we krijgen dezelfde kamer toebedeeld als verleden jaar. Gezellig ruim, douche en bad, airco, WiFi en BVN televisie (dit betekent Belgisch nieuws op TV). Weeral top. En voor vanavond reserveren ze ons een restaurantje “Twist some more” in het wijndal even buiten Wellington. Wij eten naar gewoonte enkel een hoofdschotel, maar wat we hier geserveerd krijgen mag bij het fijnste ooit (in Afrikaanse normen) gerekend worden. Voor Hilde een kudusteack en voor mij een salade van eendeborst.
Kudusteak…heerlijk!en de salade van eendeborst… als het ware nog verfijnder van smaak !
De aangepaste soms spicy soms zoetzure vinaigrette in mijn salade verspreidt een hemelse smaak. Midden onze maaltijd verwisselen we van bord en worden we voor een tweede maal verrast door een subliem gerecht. De bediening (van Nicole) is ook uitermate vriendelijk en vooraleer het restaurant te verlaten maken we zelfs een reservatie voor de volgende dag. Wat met plezier genoteerd wordt, en ze voegen er zelfs aan toe dat dit regelmatig gebeurt. Alhoewel de weg nog donkerder is dan pikdonker leidt Ellen ons feilloos naar “Ons Stee”.
Aan de ontbijttafel zitten we weeral niet veraf van onze nieuwe kennissen, en we worden weeral over één en ander gebriefd voor de komende dagen. Voor we Lamberts Bay uitrijden wil ik toch nog even naar die mand van het gemiste boottochtje van gisteren. Maar er hangt een briefje aan zijn raam dat hij met klanten uitgevaren is en rond elf uur terug zal aanleggen. Er is er eentje gelukkig natuurlijk. En als we een tiental kilometer ver zijn volgt een tweede tegenslag; de tarmac verandert voor 20 km in gravel. Niet goed voor ons, en nog minder voor ons Hondake. De keien spatten tegen de onderkant van ons beestje, Het lijkt alsof er tien djembe trommels lament aan ’t geven zijn. Maar het supertraag rijden heeft ook positieve kanten; plotseling ontdekken we op enkele honderden meter een soort lagune waar verschillende watervogels aan het stoeien zijn. Hondake zo goed mogelijk langs de kant van de gravel geparkeerd, telelens op de Canon gemonteerd, en recht erop af. Na minder dan honderd meter ontwaren we een overweldigend schouwspel. In het tegenlicht van de zon die in de waterpartijen schijnt lopen enkele sierlijke flamingo’s. Dit wordt wellicht één van mijn beste foto’s.
Drie statige steltlopers in hun prachtige habitat.De ganse omgeving is adembenemend mooi…
Enkele kilometer na deze National Geographic zitten we terug op een goede asfaltbaan en we worden weeral afgeleid door een bord “Rochepan Nature Reserve” waar ook weeral een en ander uit het Afrikaans vogelbestand zou te spotten zijn. We zijn nog danig onder de indruk van de vorige ervaring en laten ons dus terug bekoren. We moeten kiezen tussen een wandeling van 3 uur of een verplaatsing met de wagen naar 2 verschillende hotspots. We kiezen voor het laatste, en op elke plaats krijgen we terug een prachtig stukje natuur te zien. Maar ze kunnen niet tippen aan onze vorige ervaring.
Rocherpan Nature ReserveKuddes flamingo’s in een prachtig landschap
Door al deze onverwachtse stops wordt het 3 uur in de namiddag als we Langebaan bereiken. Vlug naar een strandrestaurantje om daar nog aan een snakske te geraken. We worden hier getrakteerd op een symphonie van kitevliegers.
de lucht is overspoeld door kiters… voorwaar een mooi schouwspel
Lang mogen we ons hier echter niet aan vergapen, want we hebben nog geen onderdak voor vannacht. Dan maar vlug naar hotel WINDTOWN, een hotel dat we getipt werden door Johan Visser, één van die kennissen van gisteren. Het hotel is zo goed als volzet, maar voor vrienden van Johan is er altijd plaats. Alhoewel het reeds 16 uur is moet de kamer nog vrijgemaakt worden.
Het WINDTOWN hotel
Tijd voor een koffietje en een eerste kennismaking met het hotel. Supermodern van architectuur, prachtige binnenkoer met leuk zwembad, en volledig afgestemd op een jong publiek, in dit geval de kiters. Er is zelfs een kitewinkel en er worden ook kite-opleidingen georganiseerd.
Prachtig terras met zakzetels en mooi zwembad.
Alles fantastisch dus, met wel de bedenking dat wij hier tussen al dat jonge sportgeweld misschien wel niet helemaal op ons plaats zitten. Maar van één iets zijn we zeker; moest er een prijs zijn te winnen voor het oudste koppel, dan komen we met de beker naar huis. Spijts alles is het hier heerlijk vertoeven. Die ligzakken nemen perfect Hilde’s vormen aan en ikzelf kan intussen wat bloggen. Zelfs voor een avondhapje verplaatsen we ons niet meer. Eenmaal het donker wordt ziet de omgeving van het zwembad er nog feeërieker uit.
Eenmaal donker wordt het terras nog feeërieker.
Donderdagmorgen is het 9u30 vooraleer we aanschuiven voor het ontbijt. We worden precies luier met de dag. Nadien maken we een wandeling in het stadje en aan het strand. Vandaag zijn en spijtig genoeg geen kiters, omdat er praktisch geen wind is. Onze aandacht wordt getrokken door een rij vakantiehuisjes aan het strand; hun kleurtjes en hun mooie vormen leggen als het ware een link met de kitevliegers.
Doet toch denken aan kitevliegers…of ben ik mis?Pearley’s aan het strand
Een snackje met een koffietje op het strandterras van Pearly’s geeft ons zicht op een postkaartje. En Hilde bemerkt plots dat ze deze voormiddag een postkaartje kocht met exact hetzelfde plaatje dat we nu live zien. Het kleine bootje incluis.
Op dit postkaartje kijken we vanop het “Pearly’s” terras.
Rond vier uur gaan we even uitblazen naar het hotel. Ikzelf op de laptop, en Hilde op een zitzak aan het zwembad. Vanuit onze gelijkvloerse kamer hebben we zicht op elkaar. Komt daar niet een jonge man ook zo een zitzak installeren bijna tegen deze van Hilde aan. Hij sleept er ook nog een tweede zak tegenaan. Fait divers als wij daar een paar minuten later niet opgeschrikt worden door een doffe slag. Wat is er gebeurd? De man in kwestie heeft die zakken op een voor hem precieze plaats geïnstalleerd. Daarna heeft hij een GoProotje (filmapparaatje) opgesteld met zicht op die zakken. En uiteindelijk is hij naar de verdieping getrokken, en is van daaruit op die zakken gesprongen. Zonder aanloop plofte hij op die zakken vanop een hoogte van bijna 3 meter, maar wat veel gevaarlijker was; de zakken lagen meer dan twee meter verwijderd ten opzichte van de ballustrade. Later blijkt dat de man steeplezat is. Hilde komt met de schrik op het lijf de kamer binnengestormd, en wat dacht je… enkele minuten later komt de man met een gin-orange in de hand en zonder aankloppen onze kamer binnengestrompeld. Hij brult van het lachen en hakkelt in half verstaanbaar engels dat hij een ongelofelijk filmpje heeft op zijn GoPro. Niet alleen zijn jump is zo hilarisch, maar de reactie van Hilde wordt een echte topper in “Verborgen camera”. Nadat de kerel, een Noor, beloofde het filmpje te zullen doorsturen en nadat hij ook al de helft van zijn gin op ons kamertapijt morstte kunnen wij hem voorzichtig buitenwerken. Om van de emoties te bekomen en ook omdat het onze laatste avond in Langebaan is besluiten we om nog een tochtje te maken en hier of daar de zonsondergang te spotten. We belanden in de Yachtclub van waaruit we een prachtig zicht hebben op de ondergaande zon.
Zicht vanuit de Yachtclub.
Verder is er niet veel zaaks in de Yachtclub, en onderweg houden we even halt bij “The Farm House” waar we een cappucinoke slurpen, en vanwaar we ook weer prachtige uitzichten hebben.
Een postkaartje van “The farmhouse”Zicht vanuit de tuin van “The farmhouse”
Tegen de klok van acht komen we terug in ons hotel, en we genieten daar nog van een sober spaghettike.
Met pijn in het hart moeten we nu al afscheid nemen van onze gastvrouw Esther en haar Rectory Guesthouse. We vergeten zelfs een foto te maken, alhoewel ze op ons netvlies gebrand zal blijven, en haar stem zullen we uit duizenden andere herkennen. We rijden nu eerst richting van de Strassberger schoenfabriek, want Hilde wilt persé datzelfde paar schoenen. Ik weet wel dat er een paar insiders zullen gedacht hebben dat het de Tsunga fabriek zou geweest zijn, maar Hilde beweert dat die Strassbergers nog beter zijn. En wat dacht je; ze hebben nog exact hetzelfde model. Ikzelf verdenk de fabriek ervan dat ze zelfs geen nieuwe modellen maken, maar dat zal Hilde worst wezen.
Hilde in de SKOENFABRIEK
Na een voorspoedige rit met een tweetal stops landen we tegen de middag in Lamberts Bay. Volgens onze gids is prijs/kwaliteitverhouding het Hotel Lanberts Bay de ideale verblijfplaats aldaar. We twijfelen dan ook niet, we worden er vriendelijk ontvangen, en we beschikken er over alle comfort. We lunchen aan de haven op het terras van “Isabella’s” en we genieten er van de wirwar van aankomende vissersbootjes die aanmeren en hun kreeftenvangst verhandelen en versjacheren…voorwaar een mooi spektakel.
Het lossen van de kreeftenvangst.Kreeften bij de vleet.
En nu is het tijd om ons naar de grote attractie van Lamberts Bay te begeven; Bird Island. Een eiland waar zich volgens de laatste telling om en bij de 80.000 Jan van Gents verblijven. Op een paar honderd meter vanwaar de kolonie huist heeft men in een oude bunker een uitkijkpost ingericht van waaruit men de vogels kan bespieden en/of fotograferen.
Prachtige uitkijkpost.Letterlijk ontelbaar…Hierop raak je nooit uitgekeken…
In deze uitkijkpost zou je uren kunnen vertoeven, en inderdaad… we bleven er anderhalf uur alsof het enkele minuten was. Leuk ook dat we naar het diepste puntje van Afrika komen om Jan van GENT te zien…. En dan nog tachtig duizend! Bij onze wandeling terug discuteren we met een man die met een klein bootje den Atlantiek opvaart om zeehonden te gaan spotten. Als Hilde echter hoort dat hij met dat petieterig bootje mijlenver in zee trekt is het hek helemaal van de dam. Ik had intussen al bestudeerd waar ik mijn GoProotje (onderwatercameraatje) op de boeg van het schipje kon vastmaken, maar… het feest was uit. We wagen ons nog aan een stapje in de haven en in het dorp. In de hall van het hotel raken we (toevallig) in gesprek met twee vriendelijke koppels van Langebaan. Wij willen morgen naar Paternoster of naar Saldahna, en beide stadjes zin maar enkele kilometer van Langebaan verwijderd. Je raadt het al; binnen de kortste keren zijn we overweldigd door hun enthousiaste verhalen over Langebaan, en dit wordt dus onze nieuwe bestemming. Zij introduceren ons zelfs in een schitterend hotel. Voor vanavond weten ze ons ook het beste restaurantje van Lamberts Bay te tippen. Het “Weskus Kombuis”. Dat blijkt in ieder geval al een goede keuze; we beleven er een gezellige avond met een lekker mosseltje bevloeid met een glaasje Sauvgnon Blanc, met zicht op zee, en met om de haverklap één van die vier nieuwe kennissen die nog een bijkomende tip of raadgeving komt geven voor de komende dagen. Na een dag als vandaag beseffen we nog maar eens de schoonheid van Zuid-Afrika en de lieftalligheid van zijn inwoners.