Vrijdag 1 februari. Afrika wenst Waregem welkom.

Na het ontbijt en tegen de klok van 10 uur rijden we richting Airport Nelspruit, waar onze vier Waregemse vrienden tegen 12 uur moeten landen. Eerst halen wij bij Europcar nog onze huurauto op, want vanaf vanmiddag zijn we met zijn achten. Een mooie witte minibus 8-persoons van het merk Hyundai zal ons vervoermiddel worden voor de komende 14 dagen. We hebben geen palmtakje of een Sint-Kristoffel bij, maar we maken toch een schietgebedje opdat het karretje ons in alle omstandigheden veilig naar de bestemming mag loodsen. En nu vlug naar de omheining van het vliegveld, want de vlucht Johannesburg-Nelspruit wordt juist gemeld als “arrived”.

Van zeer ver (misschien van in het vliegtuig) zullen ze ons al zien staan

Enkele mensen van de veiligheid kijken zeer wantrouwig als wij op die plaats ons  spandoek uitvouwen. Maar we storen ons aan niets, want de vrienden gaan boven alles. Juist op dat eigenste moment komen de eerste passagiers het tarmac opgestapt. M iddenin de meute herkennen we direct ons viertal; Guy en Trees Loosveldt met Erik en Anny Noreilde.

Ook in de aankomsthall kunnen ze ons niet mislopen

Groot is hun verbazing om op deze ludieke manier verwelkomd te worden. Tien minuutjes later, nadat hun bagage aangespoeld is op de rups, komen ze de aakomsthal binnengestuikt. Er volgt een verwelkoming, net alsof we mekaar in tien jaar niet gezien hebben. Komt daar nog iemand op mijn schouder kloppen die vraagt of ons spandoek misschien voor hem bedoeld is. De man ik kwestie is immers notaris in Zulte, en met de voetbalfusie van Zulte met Waregem weet je maar nooit. Wat is de wereld toch klein! Onze vrienden zien er zeer tevreden maar ook ietwat vermoeid uit. Hoe kan het immers anders; ze zijn ook niet meer van de jongste, en ze zijn meer dan 24 uur onderweg.

Moe, maar tevreden…

We beloven hen dan ook voor de rest van de dag en voor morgen een relax programma. We stoppen ze vlug in ons wit Hyundaike, en voeren zonder al te veel omwegen naar onze Xeni-lodge in Marloth-park. Het onweer van gisteren heeft danig huis gehouden in het park, zodat de aardewegen er zeer hobbelig bijliggen. De goede raad die we aan de ladies gaven om een sportbéha te dragen in Afrika lijkt hier al goede diensten te bewijzen. De kamerverdeling verloopt vlekkeloos. Een lichte apéro en dito lunch aan het zwembad doen wonderen. Binnen de kortste keren is ons viertal terug springlevend. De namiddag wordt verder ingevuld met rustig uitladen van de koffers, en het bewonderen van fauna en flora rond de lodge. Eén van de eerste beestjes die we ontdekken is een mini slangetje, en slangetjes zijn nu eenmaal niet de vriendjes van Anny.

Met dit beestje zal Anny wel nooit vriendin worden.

Maar met drie stoere mannen rond haar is de schrik vlug overwonnen. De klop van de hamer komt er echter toch, en er wordt beslist om toch nog een uurtje de bedstee op te zoeken.  Voor het avonddinner gaan we naar het nabijgelegen Pumula-restaurant, en daar kunnen Nadine en Hilde met zoveel animo de steak-Madagascar omschrijven, dat we ons alle acht aan die steak laten gaan. Het blijkt inderdaad een zeer goeie keuze. Zowel de witte (Van Looveren) als de rode wijn (Weltevreden) vallen bij Guy en Erik, die beiden nochtans grote Franse-wijn kenners zijn geweldig in de smaak. Danig zelfs dat er bij onze thuiskomst, en spijts de vermoeidheid van de nieuwkomers, nog een paar flesjes soldaat worden gemaakt. Volgt nog een uurtje gezellige ambiance, en het is bijna nacht als we ons beddeke aandoen, doch niet vooraleer af te spreken dat iedereen morgenvroeg rustig en zonder beperkingen mag uitslapen.

Van maandag 28 tot donderdag 31 Jan. Vier dagen zalig genieten in Marloth-park en omgeving.

Terug van weggeweest in Xeni-lodge. Vier dagen genieten, en intussen één en ander voorbereiden voor de komst van de Waregemse Happy Pépé’s, zijnde onze kaartersvrienden waarmee we bijna 50 jaar kleurenwhisten. Maandag gaan we op boodschappen naar het nabijgelegen Malelane. Onderweg genieten wij van enkele typisch Afrikaanse gewoonten. Een kapster (op straat) vlecht een reuze pruik in het haar van haar klant; het kunsthaar is beige, en zal achteraf geverfd worden. Sinds enkele jaren willen de zwarte vrouwen ook recht haar, en moeten alle krulletjes willensnillens verdwijnen.

De kapster plant een witte extensie in, die later zal geverfd worden.

Bij onze thuiskomst worden wij op de vensterbank van onze kamer begroet door een grote leguaan. Niet direkt om vriendschap mee te sluiten. Als ik ze toch efkes wil aaien begint ze vervaarlijk te sissen. Vlug het venster gesloten en gordijntje dicht…

Oesje… gevaarlijk serpent. Kamervenster maar vlug afsluiten.

Een half uurtje later komen een koppeltje zebra’s goeiedag zeggen aan onze Xeni-Lodge. Ze zijn blij dat we thuis zijn, en dat er dames aanwezig zijn. Gewillig laten ze zich aaien.

De zebra’s laten zich gewillig aaien.

Masterchef Paul trakteert ons vanavond op een barbecue. Gemarineerde kip met gembersausje en voor dessert een Amarulla-banaan.

Dinsdagmorgen gaan Paul en ikzelf naar het nabijgelegen perceel van Xeni-lodge om de nieuwbouw te inspecteren. Met het gespecialiseerde oog van Europese deskundigen. Wij hebben geluk, want ze zijn pas gisteren begonnen met de grasbedekking van het dak. Wat bij ons een strodak zou zijn, wordt hier vervangen door een grasdak. Bundel per bundel gras worden van beneden naar de verdieping gegooid. Daar zitten dan de grasleggers op een nauwelijks vastgesjorde balk om de bundels op te vangen en voorlopig op hun plaats te schikken.  Een boeiende bedoening.

Het stro van bij ons wordt hier vervangen door gras
En vangen maar, die bussels gras…

Omdat we dan toch in het vastgoed beland zijn, gaan wij in de namiddag enkele eigendommen bekijken die in het Marlothpark te koop staan. Paul heeft een goede relatie met juffrouw Charmène van een immo-kantoor, en regelmatig krijgt hij van de jonge freule een lijstje van de eigendommen in “verkoop”. Het stuk bouwgrond waar hij verleden week op vast reed valt niet meer onder zijn favorieten, dus nu maar naar iets anders op zoek. We bezoeken drie bebouwde percelen, maar geen enkel voldoet volledig aan Paul’s of Nadine’s eisen, alhoewel er van eentje toch nog vlug een grondplannetje geschetst wordt.

Van deze eigendom wordt wel een grondplannetje geschetst.

Omdat we nu in de omgeving van de Otterstraat zijn, gaan we terloops nog een kijkje nemen naar de plaats des onheils. Daar waar we vastreden met Paul’s 4×4, en waar er achteraf een echte ravage werd aangericht. Het leek op een waarachtig slagveld.

De ravage na het vastrijden in de Otterstraat. Dit perceel komt zeker niet meer in aanmerking.
De dames bekijken het slagveld wijselijk vanuit de wagen.

We genieten achteraf van de zonsondergang op het terras van Ngwenga domein, gelegen aan de oever van de crocodile-river, die hier grens vormt met het Krugerpark. Aan de overkant van de rivier zien wij huppelende impala’s, buffels, waterbokken en twee neushoorns met hun baby.

Enkele neushoorns in Kruger.

Op woensdag trekken we op stap naar Nelspruit, een grote provinciestad op ongeveer 120 km van Marlothpark. Onderweg  maken we een ommetje van 14 km om de Suduwala grotten te bezoeken. Onze gids, Antoinette begeleidt ons door de enorme kamers met hun bizarre druipsteenformaties.

Prachtig decor in de grotten van Suduala.

 Antoinette vertelt ons dat op heden nog niemand weet hoe het komt dat de temperatuur in de grotten het ganse jaar door constant 17° Celcius is. Zij dweept met de miljoenen jaren van deze stalagtiet en gene stalagmiet. Het bezoek wordt afgeslopen met een doorgang door een kruipgrot, en wie hierin slaagt bekomt een certifikaat van “GATKRUIPER”.

Gevaarlijk voor de voeten en gevaarlijk voor het hoofd…
Weeral een diploma.

Weeral een diploma bij aan ons al zo grote kollektie. Bij het verlaten van Antoinette en haar grotten hebben we  beloofd om voor haar uit te kijken in België naar een lieve boyfriend. Eventuele kandidaten kunnen naam en adres naar de redactie van deze blog laten geworden.

Antoinette en Hilde.

In Nelspruit doen we de nodige inkopen in het reuze winkelcentrum Elanga. We maken ook nog enkele stops onderweg. In de vooravond hebben we afspraak in “Het Watergat” (niets te zien met de gatkruiper van deze middag), een staminee op enkele minuten van onze Xeni-Lodge. Daar organiseert Paul een traktaat voor alle vrijwilligers die ons tien dagen geleden door en uit het slijk haalden. Allemaal toffe kerels en grieten, en met dit traktaat voelen ze zich meer dan vergoed voor de geleverde inspanningen en de geleden schade. Weeral typisch Afrikaans. En de verhalen die we te horen krijgen zijn nog straffer dan we ons ooit hadden voorgesteld. Op uitzondering van onze 4×4 is niemand die fameuze zondagavond nog bevrijd geweest. Er is zelfs nog een tweede landbouwtractor aan te pas gekomen, maar die is ook binnen de kortste keren vastgereden. Uiteindelijk werd er de maandagmorgen een grote bulldozer bijgehaald, en die heeft één voor één bevrijd. Het traktaatfeestje start nogal stroef, maar na een vijftal pintjes (de Afrikanen mengen hun pintjes maar al te graag met een kortdrankje) komt de boel los, en binnen de kortste keren is er een ambiance van jewelste. Er worden snode plannen gesmeed; de helft van het gezelschap is al van plan naar België op vakantie te komen. Er is er zelfs een koppeltje bij die aan de Belgische kust hun huwelijk willen voltrekken. We hebben in de toekomst dus wel één en ander te verwachten in België. Als dat maar allemaal goed komt.

Donderdag stappen we wonder boven wonder zonder hoofdpijn uit bed. Maar best ook, want vandaag staat grotendeels in het teken van de goede ontvangst waarmee we onze Belgische vrienden willen verrassen. Eerste werk; schilderen van een welkomst-spandoek.  Een oud onderlaken doet dienst als gronddoek, en de tekst “AFRIKA WENST WAREGEM WELKOM” komt wonderwel tot zijn recht. Paul vindt het zelfs nodig om met zijn sjabloontjes er nog een soort big six bij te schilderen.

Spandoek met mooie beestjes

Die karwei is nog maar pas uit de voeten, of krijgen we daar het bezoek van een bende blauwaapjes. Terwijl een tweetal zich te goed doet aan het zwembadwater, is er een ganse kudde die gaat splaschen in het klein waterputje in de tuin.

Drinken uit het zwembad… moet toch kunnen!

Meer dan een half uur vieren ze feest in die put. Een spektakel van jewelste.

Leuke troep…

Ze storen zich niet het minst aan ons, alhoewel we de boel vanop zeer korte afstand gadeslaan. Van zodra er eentje uit het water komt staan ze met drie anderen klaar om het natte beestje te otluizen.

Ontluizing-ceremonie.

Tegen valavond trekken wij naar de Spar om nog wat proviand op te halen voor het bezoek van de vrienden, en ook voor het souper van vanavond. We willen het eens rustig aan doen, en thuis van een licht avondmaal (pizza’s) genieten. We staan aan te schuiven aan de kassa als daar plots een oorverdovende donderslag een stroompanne veroorzaakt. Op uitzondering van enkele lampjes van de noodverlichting zitten we in het pikdonker. Mensen van de security sluiten onmiddellijk alle deuren af zodat niemand kan ontsnappen. Gelukkig komt de boel al na een vijftal minuten terug op gang, waarschijnlijk door een stroomgroep van de Spar zelf. De computers aan de kassa’s terug aan de praat krijgen is een ander paar mouwen. Maar wachten is de Afrikanen op het lijf geschreven, en wij… wij willen niet opvallen en verbijten gedwee  een half uurtje surplace. Eenmaal uit ons lijden verlost, rijden we in de plenzende regen terug naar Marloth-park. Door het onweer zit het ganse park zonder stroom, onze Xeni-lodge incluis. Dit  zal duren tot na middernacht. Intussen zitten we al lang in dromenland. Onze dîner aux chandelles bestond uit lekkere citronellakoekjes met fruitsap. Romantischer kon toch niet?

Zondag 27 jan. 2013. Terug naar onze gekende en geliefde Xeni-lodge in Marloth Park.

Vandaag van Mkuze terug naar Marlot Park. Dikke 300 km, maar zonder geplande bezoeken onderweg. Dus hebben we tijd zat.

Vandaag de paarse lijn. Ongeveer 300 km.

Na enkele kilometer al worden we opgehouden door een uitzonderlijk vervoer. En omdat Paul in zijn vroeger leven veel met zulke zaken te doen had moet hij dit natuurlijk ook van dicht inspecteren. Als n’en echten stapt hij de volledige lengte van de opligger af, en komt aan 103 stappen (=103 meter). Onder de opleggers zitten niet minder dan 240 wielen. De machine zelf die vervoerd wordt kunnen wij niet identificeren.Het ziet er zoiets uit als een droogoven.

Uitzonderlijk vervoer. 103 meter lang.

 

Wij hebben ook weer twee maal af te rekenen met in- en uitgangsformaliteiten aan de grensovergangen van Swaziland, maar dat verloopt telkenmale tamelijk vlot.

Ruraal tafereeltje, dicht bij de grens van Swazieland.

Het is Zondag, en daardoor bemerken we hier en daar speciale tafereeltjes. Mensen van verschillende Godsdiensten begeven zich op weg naar hun zondags ritueel.

Op stap naar de religieuze viering.

Religie en Zuid-Afrika zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In elk dorpje staat wel een kerk, en in de grote steden kan men tussen de vele kantoren en huizen meerdere kerken, moskeeën en synagoges vinden. De diversiteit aan verschillende geloofsrichtingen in Zuid-Afrika is talrijk.Het geloof speelt voor de meeste Zuid-Afrikanen een belangrijke rol in hun leven. Niet alleen het Christendom met zijn vele stromingen, maar ook de traditionele Afrikaanse godsdienst, het Hindoeïsme, Jodendom, de Islam en de Zionistische kerk komen hier veelvuldig voor.

Volgelingen van de Zionistische gemeenschap.

Tot twee maal toe kunnen we (vanop afstand) een soort eredienst van deze laatsten, de Zionisten, gadeslaan. De dames zijn gekleed in felblauw of felgroene uniformen, met wit hoofddeksel, terwijl de mannen een beige uniform dragen met zwarte kepi. Er wordt gedanst, gezongen, geroepen en gestampt. Bij de mannen danig hard, dat men het stof ziet opwaaien. Sommigen stampen zo hard dat ze er hun kepi bij verliezen.

Ze zingen, ze roepen, ze dansen en ze stampen.

Ikzelf kan me niet bewingen, en begeef mij naar een soort buitenwipper aan de ingang om toestemming te vragen voor het maken van een paar foto’s. Maar dit wordt vriendelijk doch kordaat geweigerd. Met alle begrip en respect van mijnentwege natuurlijk. Dan maar enkele kiekjes geschoten van op afstand en vanuit de wagen.

Een kiekje vanuit de wagen.

Aangekomen in Marloth park, op een paar honderd meter van onze Xeni-lodge worden we verwelkomd door maar liefst vier giraffes. In het nabijgelegen Pumula restaurantje eindigen wij de avond met een lekkere steack-frites.

We worden begroet door 4 giraffen.