Na een deugddoende nacht maken we onze opwachting in het overweldigend interieur van ons Signature restaurant. Een ontbijtje met alles erop en eraan.
Het exuberante oogverblindend interieur van ons restaurant.
De bierkranen zijn ingebouwd in heuse saxofonen.
Voor vanmiddag hebben we een lunchplaatsje kunnen bemachtigen in Clifton Bay, en onderweg daarnaartoe maken we een stop in de badplaats Camps Bay. Het is zaterdag; dit wil zeggen superdruk op de weg en ook op het strand.
Camps Bay valt in de smaak bij jong en oud.
Water en zand; plezier verzekerd.
We worden ook geconfronteerd met een zandskulpteur.
De man heeft een tafereel uitgebeeld met een oproep om de olifant te verlossen van de ivoorjagers.
Van Camps Bay gaat het nu naar ons restaurant “Bungalow” in Clifton Bay. We kunnen hier evengoed in Zuid-Frankrijk zijn…
We opteren voor de catch of the day, en vandaag zijn dit langoustines. H e e r l i j k ! De Sauvignon Blanc van Delaire maakt het feest kompleet.
Onze dienster met de onuitsprekelijke naam ” S O S O L I C I O U S ” komt om de haverklap informeren of wel alles naar wens verloopt.
Sosolicious is danig sympathiek dat ze zelfs met ons op de foto mag. We hebben deze namiddag nog één en ander op ons verlanglijstje, en daarom houden we het na onze hoofdschotel bij een koffietje. En daarna de weg op richting Hout Bay. Het is danig druk op de baan, en over enkele kilometers is het zelfs stapvoets aanschuiven. Maar we maken ons niet nerveus… we zijn immers in vakantie. Uiteindelijk bereiken we met het half uurtje vertraging dan toch het visserstadje Hout Bay.
De baai van Hout Bay
Het is hier super druk maar we hebben veel geluk en vinden direct een parking plaatsje.
Raar maar waar… de zeehonden komen hier aan wal.
En plaatselijke sukkels verdienen een centje bij door demonstraties te geven hoe zij die zeehonden voederen, zelfs per “bouche à bouche”.
Op de kades valt er hier ook wel wat te beleven. de plaatse orkestjes verdringen zich voor de mooiste plaatsjes.
We krijgen zelfs een privé optreden met het lied van “My Sarie Mareis”
Het wordt nu hoogtijd om ons cruiseschip op te stappen en koers te zetten naar Duiker eiland.
Binnen een tijdspanne van tien minuten bereiken we reeds het eerste eilandje dat bevolkt is door honderden zeerobben. De doordringende geur is bijna niet te aarden.
Maar eenmaal dichterbij maken de sierlijke kronkelingen en de statige opspattingen van die lieve zeehonden veel goed.
Het spektakel is veel te vlug voorbij, en na een half uurtje varen we weeral de haven binnen. In één van de vaargeulen ligt een half verzonken schip. De plaatselijke jeugd beleeft hier hoogtij door in het wrak te klauteren en allerlei spelletjes te spelen. De durvers onder hen riskeren zich zelfs in de top van de mast, om van daaruit in zee te springen.
Vanvond gaat het terug naar het “Waterfront”. In de heenreis is het nog niet donker, en die doen we dan ook by feet. In het Belgisch café-restaurant “Den Anker” is er voorlopig geen plaats, maar omdat we Belgen zijn, en dan nog Vlamingen, kan de chef ons een tafeltje versieren tegen 20u45. Intussen dan maar een dorstlavertje nemen in het nabijgelegen “Alfredo”
Op het afgesproken uur verschijnen we in “Den Anker” en ons tafeltje is op enkele minuten na voor ons gedekt. We houden het eenvoudig bij (ongeveer) Belgische crocquette-crevette. Omdat we het zo eenvoudig hielden stemmen onze dames er mee in dat we achteraf nog een Irish coffee proeven.
Dit was dan ons laatste wapenfeit voor vandaag. Als we de deur van Den Anker achter ons toetrekken is het reuzenrad zijn laatste rondjes aan het afhaspelen. Taxi binnen en rechtdoor naar ons “Signal” hotel. Tot morgen.