Bij het ontbijt worden we opgeschrikt door onverklaarbare bonk- en klopgeluiden. Maar Luc stelt ons gerust; er zijn arbeiders aan het werk om een paar lekken te herstellen in het strooien dak. Weeral staan we verstomd van de behendigheid van die dakwerkers. Impressionant.


We vertrekken op wandel (met ons Chevroletje uiteraard), en midden in ‘t stad bemerken we een bedrijvigheid van jewelste. We staan aan de “Roodezandt” coöperatieve waar veel wijnboeren uit de streek bij aangesloten zijn. En vermits we middenin de wijnpluk zitten is het hier een op- en afrijden van boerekarren, tractors en vrachtwagens, overvol met zowel witte als rode druiven. Dat moeten we natuurlijk eens van dichtbij zien.


Weeral typisch Afrikaans; de mensen zijn fier dat we hun werk eens willen van naderbij bekijken. Eentje stopt ons zelfs een druiventros toe en spijts het wijndruiven zijn smaken ze toch heerlijk.


Van hieruit gaat het naar een tip die we van Luc en Hilde kregen, de Robertson Art Gallery, een kunstgalerij van hoog niveau en lage prijzen in hartje Robertson. Dat hoog niveau gaat nog, maar die lage prijzen?… Een uit staal geslepen groepje rugbyspelertjes zou een prachtig geschenk zijn voor kleinzoon Emile, maar we zijn op het einde van onze reis, dus… de portemonnee kan niet meer mee!



We rijden Robertson buiten en volgen de Langeberge langs de Breede River; een indrukwekkende route van prachtige wijngaarden maar ook een laan vol bloemenpracht. Het lijkt wel of ieder wijnhuis probeert het andere te overtreffen met rijen palmbomen, rozen of andere meer exotische planten, werkelijk schitterend!

We maken een wandelingetje in de laan van “Arabella”, een domein dat altijd paarden in zijn schild voert. En inderdaad, het loopt hier bruin van de prachtige paarden die een mooi contrast vormen tegen het witte wijnhuis.


Volgende stop is “Van Loveren” wijnhuis. We rijden langs een impressionante palmboomdreef het landgoed binnen. De wijnkelders doen ons denken aan de Sherrykelders in het Spaanse Jerez-de-la-Frontera.


De hypermoderne receptie met degustatie- en winkelruimte nodigt uit naar meer. En er is veel meer; door een unieke tuin waar elke boom of plant een verhaal te vertellen heeft, lopen we naar Christina’s. Dit is een bistro die recentelijk aan het wijnhuis werd toegevoegd. We genieten er van een fijne pizza, de specialiteit van de bistro.



Op onze terugtocht naar Robertson maken we nog een stop in de township. De school is pas uit en we worden overrompeld door de kinderen die van de schooltjes komen. Spijtig dat onze petjes allemaal op zijn en bonbons hebben we ook al niet meer bij.




Terug in Robertson geniet Hilde aan het zwembad van een boekje en ikzelf kruip met de laptop in een hoekje. Intussen heeft het paaslammetje een schuilplaatsje gevonden aan onze kamerdeur. Het kan al vast voedsel innemen.

Vanavond kookt Luc’s Hilde voor één keer niet, en we zijn afgesproken om samen ergens in ‘t stad een restootje te doen. Luc wil niet verklappen waar en het wordt inderdaad een verrassing. Aan het Robertson Small Hotel is er een Rueben’s Restaurant, van dezelfde groep uit Franschoek. We ondergaan in een gezellige sfeer de geneugten van spijs, drank en gezelschap. Wat kan je meer willen?