Hilde heeft al een paar dagen problemen met haar coiffure. Zo kan ze toch overmorgen op Valentijn niet rondlopen. Dus onze eerste opdracht voor vandaag; op zoek naar een kapper. Anderhalf uur duurt dat wel. Intussen slenter ik wat rond in het winkelcentrum. Binnenwippen bij de schoenlapper waar ik Hilde’s herstelde sacoche ophaal. Prachtig en degelijk hersteld.
Nu vlug richting haven, want vandaag willen we wel degelijk mee met een boottocht. De plaatselijke jeugd is hier al leuke of minder leuke spelletjes aan het spelen.
De vissersboten meren regelmatig aan met hun vangst van de vorige nacht.
De vangst wordt opgehaald door de visfabriek.
Vandaag hebben we meer geluk. De charterboot zit niet overvol en we kunnen een mooi zitplaatsje op het achterdek bemachtigen.
Na een twintigtal minuten krijgen we Duiker Eiland reeds in ’t vizier.
En dan plots zitten we midden in een kolonie pelsrobben.
Deze Kaapse pelsrobben (of zeehonden) zijn torpedovormige gestroomlijnde zachtglanzende zoogdieren.
De levenscyclus van deze zeehonden bedraagt tussen de 30 en 40 jaar. De mannetjes zijn veel zwaarder gebouwd dan de meisjes (koeien). De populatie op Duiker Eiland varieert in aantal van seizoen tot seizoen, gaande van 600 tot 5.000. De drachtperiode duurt tussen de 8 en de 11 maanden en de dieren brengen gewoonlijk één jong per jaar ter wereld. Hun gevaarlijkste vijanden zijn de mens, de haaien en de orka’s.
De pelsrobben wonen hier samen met de Oever-Aalscholvers, grote van vinnen voorziene zeevogels. De aalscholver duikt onder water om zijn prooi te vangen. Deze vogels zitten veelal met uitgestrekte vleugels op de rotsen. De reden hiervoor is dat in tegenstelling tot de rest van hun lichaam hun vleugels niet waterdicht zijn. De wijfjes leggen twee tot vier eieren per broedsel en broeden de eieren uit tussen hun gevliesde poten.
Als we terug binnenvaren zitten er ook een pak van deze aalscholvers op de vlotters langs de havengeul.
Terug met onze voeten op de begane grond is er zopas terug een visserssloep binnengelopen. Uitzonderlijk voor deze periode hebben ze een tonijn mee in hun vangst. Deze reuze vis is meer dan één meter lang. Hij wordt onmiddellijk onder handen genomen door een plaatselijke uitsnijder die hem minutieus onder handen neemt. De volgende dagen zullen de lokale restaurants gegarandeerd tonijn op de kaart hebben.
We nemen afscheid van de haven, de vissers en de pelsrobben. De tocht naar Duiker eiland was een prachtige ervaring. En voor de prijs moesten we het zeker niet laten. Omgerekend 2,4 € per persoon.
Op de terugweg passeren we een galerij waar we nog niet zijn binnengelopen. SI-art. Toch maar even een halte maken. We worden vriendelijk te woord gestaan door curator Olaf. En inderdaad… er hangen verschillende leuke werken.
Momenteel is de galerij hoofdzakelijk bevolkt door een schilder uit Congo, namelijk Thonthon Kabeya. Hij schildert op canvas, maar doet dit in verschillende lagen. Het werk wordt in feite driedimensioneel. Van een figuur snijdt hij de ogen uit maar plaatst daarachter een nieuwe layer canvas met ditmaal de ogen. Zeer speciaal. In dit hierboven afgebeelde werk zit de kam tussen twee layers.
Nog een werk van Thonthon
Een foto van Thonton in zijn atelier. Dit was dan weeral eens een echte opsteker.
Voor vanavond hebben we een tafeltje kunnen bemachtigen in “Kitima”, een superlocatie in Hout Bay. Een topper onder de Aziatische restaurants.
“KITIMA”, sinds jaren the place to be in Hout Bay.
In de receptie staat er al een tafeltje om de goesting aan te scherpen.
Hilde wikt en “Kitima” beschikt.
We krijgen een Moo Khob voorgeschoteld, zijnde een crispy roasted pork belly served with spiced salt and barbeque sauce. Dit alles geserveerd op een heet vuurtje. Genoeg voor vanavond…