Om 8u30 uitgebreid ontbijt op terras van Karoo Lodge.
Bovenop zijn ontbijt krijgt Herman nog een massagesessie van petekind Gilles.
Om 10 u vertrekken we met onze Nissan in 4×4 richting Swartberg Pass. Binnen de kortste keren zitten we op een adembenemend mooie slingerende weg.
De lange ongeasfalteerde baan kronkelt door een eindeloos golvend, ruw landschap dat beelden oproept van oude westerns en wilde indianenverhalen.
Odile is al aan het fantaseren voor zo’n indianenverhaal…
Herman regeert over dit terrein…
Hilde staat klaar om van de grond te gaan…
En Odile gaat al helemaal de lucht in.
De spectaculaire weg werd in de jaren 1880 – 1890 aangelegd door de bekende wegenbouwer Thomas Bains, die aan de slag ging met zo’n tweehonderd gedetineerden en enkele karrenvrachten springstof.
Af en toe oppert men het idee om de stofweg te asfalteren, maar de plaatselijke bewoners zijn daar absoluut tegen, bang dat het unieke karakter van hun Pass verloren zou gaan.
Je kan blijven fotograferen, en nog, en nog, en nog…
Een foto op het topje van de 2.100 meter hoge Swartberg Pass.
Zo wijds als de bergen rondom ons.
Tegen de middag komen we terug in Prince Albert. Oorspronkelijk heette het stadje Albertsburg., maar toen het in 1845 de gemeentelijke status verwierf werd het omgedoopt tot Prince Albert, naar de echtgenoot van de Britse koningin Victoria.
Hier nog wat meer details over de benaming “Prince Albert”.
We gaan een lunchke nemen in de tuin van Restaurant “Lazy Lizard”.
Kelner Denzill voert vlot onze gerechtjes aan. Hamburger, broodje ham en kaas, penne en een slaatje.
Na de lunch een uurtje platte rust aan het zwembad van onze Karoo Lodge.
In een zwembroekje en een boekje in het zwembadhoekje. Vakantie ten top.
Na dat uurtje platte rust trekken we terug het stadje binnen.
Prince Albert is een uitzonderlijk mooi plattelandsstadje. Het grootste deel van de bewoners zijn inwijkelingen, vaak buitenlanders die gecharmeerd werden door de rust en de romantiek die er heerst.
De sfeer is er relaxed en toch levendig, vooral door de creativiteit van de vele kunstzinnige zielen die er een nieuw leven zijn begonnen.
Karoo Looms is hier een weverij die we al tien jaar kennen. Eigenares Sophia Booley is zelfs al bij ons op bezoek geweest in België. Hier stappen we uiteraard op af.
In de weverij is iedereen verrast ons terug te zien.
Bij de minste insinuatie naar een song steken ze in groep van wal met enkele prachtige misliederen. Hartverwarmend.
Intussen is Sophia ook binnengelopen en kunnen we wat herinneringen ophalen. Ze weet te vertellen dat ze tegen volgend jaar met de weverij naar een andere locatie zullen verhuisd zijn.
De angora- en de merinosschapen zijn de trots van deze streek. Zij leveren het beste lamsvlees. Tot op de openbare vuilnisketels krijg je ze in beeld.
En de merinoswol van Prince Albert is van ongelofelijk goede kwaliteit, en wereldvermaard. In de weverij van Sophia, Karoo Looms, wordt deze wol verweven tot prachtige stoffen en tapijten.
Het ganse proces komt hier aan bod. Van het handmatig spinnen…
… en het scheren van de pooldraden.
We trachten de verschillende stadia van zo dicht mogelijk te volgen.
Mooie tapijten in zachte en onverslijtbare merinoswol.
Naast de weverij heeft Sophia ook nog een winkeltje, waar ze aan de toeristen allerlei textielproducten aanbiedt. Voor de gelegenheid werd het winkeltje omgedoopt naar de naam van onze kleindochter. (LEONIE)
We nemen afscheid van Sophia, van haar personeel en van Karoo Looms. Nu nog wat ons hart ophalen in de hoofdstraat, waar van alles te beleven valt.
Barbecue midden op het trottoir. Dat kan hier ook.
Onze Unimog waarmee we vanavond op toer gaan staat ook al in de straat.
Hilde zou ook wel een duik willen nemen.
Op het trottoir worden wij onverwachts aangesproken door een dame in zwarte cape.
De dame beweert een afstammelinge van de geesten van Prins Albert te zijn. Ze nodigt ons uit om binnen een uurtje in de avondschemering een wandeling te maken door de straten van het dorp. En dit in gezelschap van die geesten van de prins. Ze zal ons laten kennismaken met de personages die hier in de loop der jaren hebben hebben gewoond, en van hun geesten die hier niet weg willen.
Spijtig genoeg moeten we passen voor deze ghost tour, want we liggen reeds vast voor de Unimog tour.
Industriële kunst schijnt ook kunst te zijn. We lopen nog in een galerij waar tal van deze toestanden te bewonderen zijn.
Het is bijna 18 uur, dus hoogtijd om naar de samenkomst voor onze Unimog tour te trekken. Plaats van afspraak; receptie van Swartberg Hotel. Maar wat krijgen we daar te horen?…………… De tour kan vanavond niet doorgaan wegens afwezigheid van de gids. Potverdorie nog aan toe! Waarom hebben jullie ons dan niet verwittigd? Gisteren moesten we ons telefoonnummer afgeven, dus kon je ons wel opgebeld hebben.
Niet getreurd. We gaan een uurtje vroeger dan voorzien naar het restaurant van het hotel, de “Green Prince”. Odile leest onze toekomst voor de volgende dagen in Hilde’s handpalm.
Ons tafeltje is nog niet beschikbaar in het restaurant, en de ober stelt voor ons op het terras van de Gin bar te installeren. Er staat een mooie frangipani plant aan het terras, en één van de frangipanibloemen nestelt zich in het haar van Odile.
Wat hoort er thuis in een gin bar; een gin natuurlijk. Met aangepaste tonic en frangipani.
Grootvader/peter en kleinzoon/petekind in een leuke discussie.
En de mooie hond des huizes; die keek ernaar en zag dat het goed was.
Intussen staat ons tafeltje in het restaurant reeds op ons te wachten. Kelner Miel komt reeds met onze Sauvignon aandraven.
We kiezen voor elk wat wils. De stroom valt weeral uit, maar Swartberg Hotel heeft zelf een generator. Zo blijven we elkander helder zien.
Alhoewel volle maan wordt het toch geen sinecure om ons bed te vinden. Maar uiteindelijk lukt het toch.