Vanmorgen zitten we met een bezoeker op de kamer. Pluto.
Pluto is de hond van Kristien, en sinds vanmorgen de vriend van Hilde.
Vandaag hebben we een bezoek aan Babylonstoren gepland.
Het is slechts een twintigtal minuutjes rijden. Maar onze benzine nadert het reservepeil, en voor alle zekerheid gaan we toch tanken. Dit is de eerste keer met onze Polo. Ruiten en brilglazen wassen hoort er uiteraard ook bij.
Bovenop de service geef ik de pompist ook een rennerspetje. En kontent dat hij is.
Hij heeft uiteraard ook enkele collega’s, en die willen ook wel een petje.
Tien minuutjes later staan we aan de ingang. We betalen 40 ZAR (ongeveer 2 €) om het terrein op te mogen.
… en ons ontspannen in de prachtige tuinen. Herman tracht hier al de vogelverschrikker na te bootsen.
Alle, meer dan 300 variëteiten, planten in de tuin zijn eetbaar of hebben een medicinale waarde. Alles van bloedsinaasappelen tot asperges, van paddenstoelen tot salades bevoorraden de twee restaurants van de boerderij.
De acht hectare grote tuinen zijn verdeeld in meer dan twintig verschillende secties en zijn een inspiratie voor zelfs de meest bedreven tuinier, en de afgelegen paden en majestueuze bomen zorgen voor heerlijke verkenningen.
De plantentuinen wisselen af met grote waterpartijen.
De jeugd komt hier ook aan zijn trekken.
Om elke hoek kan een verrassing schuilen.
Een ritje met een triporteur. Het bakkie is gevuld met dagverse savooien.
Iets verderop een immense serre. Ook bombastisch gevuld met fruit, groenten, bloemen en planten. Ja, zelfs met druiven.
Naast die serre ligt een leuk openlucht restaurant.
Een plaatsje bemachtigen zit er spijtig genoeg niet in. Corona reglementering heeft hier ook reeds haar intrede gedaan. Daardoor hebben ze tafels en stoelen veel verder uit elkaar moeten plaatsen, en zijn de zitplaatsen gehalveerd. Daarbij hebben de hotelgasten nog voorrang. Inderdaad, Babylonstoren heeft ook een hotelaccomodatie.
We zetten onze wandeling dan maar verder. Hier door een prachtige pompoenenboog.
Hilde zou wel eentje van die langwerpige pompoentjes willen plukken.
Ik heb het meer gemunt op deze dikke pompoen.
We naderen de Babylonstoren shop. Daar willen we ook wel eens binnenlopen.
We worden verwelkomd bij de oude steekpomp.
Deze prachtige schenkels, biefstukken en entrecôten wil Herman wel eens in beeld brengen.
Dit kunnen gerust reeds de vijgen zijn uit die triporteur van daarnet.
De kippetjes leggen hier elke dag een ei met een kleur volgens de dag van de week.
Gedroogde biltong, worsten en salami bij de vleet.
En met welke machine worden de schelletjes gesneden? Met een Berkel natuurlijk!
Aan de presentatie zouden ze zelfs bij ons in België een puntje kunnen zuigen.
Alles wat hier verkocht wordt komt uit de eigen boerderij.
Een leuke publiciteit voor een alcoholvrij frisdrankje dat hier ook geproduceerd wordt.
Nie Alkoholiese Aptytwekker… Leuk toch, dat Afrikaans.
In het restaurant worden de schotels op de faience muren geschreven.
We laten ons inspireren door een “Wijnmaker” plateau. Een grote schotel om te delen met drie personen. Charcuterie, kaas en toast met nog wat fruit en sausjes.
Bij derelijke schotel past uiteraard een kleine wijnproeving van de Babylontoren wijnen. Het logo op de flessen bestaat uit een pijp (symboliseert de boer), een bloem (vertegenwoordigt de tuin) en een vogel (de natuur). Zodoende is het ganse domein vertegenwoordigd op het etiket.
De kurken worden op een speciale manier opgeslagen.
We lopen ook nog even de shop binnen waar tapijtjes, gordijnen, kleedjes, zonnehoeden en beautyproducten verkocht worden.
De tijd is aangebroken om het liefelijke Babylonstoren domein te verlaten.
We worden uitgewuifd door kalkoen Koen…
… en door de ezels ” i ” en ” a “.
Nu nog efkes Paarl binnen om een paar hapjes in te kopen voor vanavond. Immers, we willen onze laatste avond bij Perle du Cap doorbrengen op ons terras.
We lopen door de winkelstraat op zoek naar wat food.
We worden hier wel geconfronteerd met een schrijnend tafereel.
We doen hier ook navraag in een drogisterij voor mondmaskers en handspray. Alhoewel de verkoper zelf een masker draagt heeft hij er geen enkele meer in aanbieding. Handspray ook al niet.
Toiletpapier is er precies wel nog voorradig. Ze weten hier ook al wat hamsteren is.
Hilde vindt hier wel een Spaanse windmaker mat haar lievelingsdiertje op. Ik wil het kopen, maar mag niet. Ik heb het dan maar stiekem gekocht voor haar verjaardag in oktober.(ssssuuuttt!)
Een dame in de pharmacy geeft Hilde de raad eens het etablissement hier tegenover te bezoeken. De heren kunnen intussen ergens een koffietje drinken.
Wat is me dat? Een ladies bar… ze is niet lang weggeweest.
Na deze wantoestand proberen we nog even een kerkje. Hilde wil persé ook hier nog even binnenlopen. Maar geen geluk; alles hermetisch afgesloten.
Eenmaal terug in Perle de Cap genieten we als naar gewoonte van een paar uurtjes iedereen zijn goesting doen.
Tegen 20 u installeren we ons allemaal samen op het grote terras. We toasten op de mooie voorbije dagen, en vooral op hoop dat we de volgende dagen/weken of maanden zoveel mogelijk mogen bespaard worden van die Corona toestanden.
Kristien nodigt ons zelfs uit om samen een ingetogen gebed te doen. Aangrijpend…
Kapoen Michael is er ook komen bijzitten. Hij vertelt een ganse story over zijn judo kwaliteiten.
Hij wil wel eens een demonstratie geven. Ik word direct verkozen tot sparring partner.
In het begin kan ik soms de bovenhand halen…
Maar uiteindelijk moet ik toch het onderspit delven. Shame!
Iets later verschijnt ook nog Spider-Man te tonele. Maar intussen is het bedtijd voor zowel Michel als voor ons.