Wekken om 7 uur. Ik word een 1 April toegewenst door een springhaan op het toetsenbord van mijn laptop. Dit is wel niet de leukste aprilvis…
Voor haar aprilgrap komt Hilde aandraven met een olifant. ’t Is eens iets anders…
Maar koffie zetten doet ze ook, en dat is geen aprilgrap. Bij het ontbijt ontdekt Paul dat het saldo van zijn elektriciteitsverbruik bijna opgebruikt is. In Zuid-Afrika werkt de toevoer van elektriciteit langs een teller met een kredietkaartje. Het kost heel wat voeten in de aarde om het kaartje te laten bijvullen; de shop is vandaag gesloten. Op het gemeentehuis kan dit ook, maar daar ligt de computer in panne. Maar Sutterke zou Sutterke niet zijn zonder een oplossing te vinden. En die komt er… Eenmaal dit opgelost kunnen de koffers geladen worden, en vertrekken we voor onze vierdaagse Mozambique.
Enkele kilometers voor de grens worden we getrakteerd op een grote, maar kortstondige regenvlaag. Nog wat verder begint de file naar de grens. Eenmaal aangekomen belanden we in een echte thriller. Foto’s hiervan zijn er niet; het is ten strengste verboden een fototoestel boven te halen, laat staan er foto’s mee te nemen. Vanop enkele tientallen meters van de douanegebouwen verloopt alles chaotisch. Het is opletten geblazen, want er lopen veel “non officials” rond die je willen helpen, en dit tegen woekerprijzen. Ze doen alsof ze douanier zijn, en brengen je mee tot aan de controle. Daar spelen ze onder één hoedje met de echte douanier. De plaatsen waar je bepaalde stempels of documenten moet halen staan slecht of helemaal niet aangegeven, zodat je bijna verplicht bent je te laten helpen door die frauduleuze kerels. We waren goed verwittigd van deze feiten, en dus op onze hoede. Er doet een man teken waar we kunnen parkeren, en we staan nog niet stil of daar springt meteen een drietal kerels naar onze auto. Zij zullen alles voor ons regelen, zelfs onze papieren invullen. Eerst gaan ze nog met ons mee naar een van de tientallen ronddolende dames die zakken Meticals (munt van Mozambique) bijhebben, en die maar al te graag omwisselen voor Randen, Euro’s of Dollars. We kunnen onze “non officials” nu betalen om voor ons een stempel bij een douanier te regelen (stempel dat de auto in orde is en dat je geen “verboden” goederen bij je hebt). Anders kost het je uren in de rij staan. Ze lijken de waarheid te spreken, want we zien inderdaad een lange rij toeristen staan. We stemmen in en de jongens lopen naar voren, krijgen meteen een stempel (zonder controle dus) en we kunnen na het betalen van zo’n 8 € per persoon door naar de paspoortcontrole. Zij willen alleen chauffeur Paul mee naar de controle, en de drie anderen mogen terug naar de auto. Na een tiental minuten komen ze ons terughalen, want ze hebben van iedereen een foto en een vingerafdruk vandoen. Als het circus na meer dan driekwart uur op zijn einde schijnt te lopen, vragen ze nu een bijdrage. Beweren dat wij reeds betaald hebben kan niet baten, want wij hebben alleen het officiële geld betaald. En zij hebben nog niets verdiend voor al hun werk. De echte douaniers hadden gezegd dat we die mannen zeker niets mochten geven, en daarom weigeren we aanvankelijk ook maar één Metical te betalen. Hierop beginnen ze een litanie af te steken; zij kunnen er voor zorgen dat onze auto nu volledig zal uitgekeerd worden. En ze beloven ons ook een bijna onoverkomelijke controle bij onze terugkeer naar Zuid-Afrika. Want we hebben computers en fotoapparaten bij, en zij kunnen er voor zorgen dat deze door de douane volledig uitgelezen en gekopieerd zullen worden. Met de miserie en het tijdsverlies van dien. Hierop geven we toch 2.000 Meticals (ongeveer 30 €), en met een vieze ontevreden blik laten ze ons gaan. Geen plezante ervaring. Gelukkig waren we hier min of meer op voorbereid.
Eenmaal de grens voorbij worden we verrast door de vele dorpjes die we doorrijden. Aan de voordeur van hun schamele huisjes verkopen de mensen van alles wat je maar denken kunt.
… ja, zelfs stoelen, zetels en zitbanken.
De dames dragen alle lasten op hun hoofd. Hou dat maar in evenwicht…
Niet alleen langs de straten wordt er verkocht. Elk dorpje heeft dan ook nog een marktpleintje.
Bij gebrek aan restaurantjes kopen we een beetje food en drank om in de auto op te eten en te drinken.
Ook winkeltjes met auto-, moto-, en velo onderdelen.
Zagen, boren, schaven en slijpen… alles gebeurt op straat.
Het is bijna 18 u als we Bilene bereiken Onze Beach Club San Marthinho ziet er wel leuk uit.
Een ander land… andere wetten. Een gans pak formulieren invullen in de receptie.
We krijgen een mooie ruime kamer…
Vanuit de kamer een prachtig zicht op de verlichtte palmbomen. Met daarachter de Indische Oceaan. Maar die kunnen we nu niet zien. En waarom kunnen we die nu niet zien?… Omdat het donker is.
Het heeft heel wat voeten in de aarde (in dit geval in het zand) om een restaurantje te vinden voor vanavond. Uiteindelijk belanden we bij “Aquarius”, een strandrestaurant. Maar omdat het in de vooravond wat regende is het terras niet in gebruik. Dan maar naar binnen.
We zitten aan zee… dus vis vanavond. Voor Hilde cod vis (kabeljauw), voor mij spaghetti met zeevruchten, voor Nadine garnalencocktail, en voor onze vermoeide chauffeur een kreeft.
Ik ken er eentje die vannacht goed zal slapen.
Op de terugtocht naar onze “Aquarius” worden we verwikkeld in een groot accident. Gelukkig hebben we de gele hesjes PDS (Paul De Sutter) bij, en kunnen onze dames mee instaan voor de eerste hulp.
Zij trachten hier één van de slachtoffers te verzorgen, maar de man spartelt wild in het rond. Geen gemakkelijke klus. Tegen 22 u hebben ze die kerel dan toch in z’n bed gekregen, en kan iedereen nu rustig naar bed.
Halo, eigenaardig dat de blog NIET VEILIG vermeld.!!!
Dit is inderdaad al een hele tijd zo Marleen. Ik tracht eens te onderzoeken hoe dat komt. Ik hou u op de hoogte. Groeten, Christian