Als we om 7u30 het gordijn opentrekken zien we er daar al eentje drijven in het zwembad.
Jawel… ’t is Herman. Hier geeft hij een speeltje terug aan een kleuter die het in het water wierp.
Met spijt in het hart moeten we na het ontbijt afscheid nemen van “Somer Place”. De vogeltjes op de tuinfontein trekken zich er niets van aan.
Zowel Hilde en Herman hebben nog iets op het oog dat ze gisteren zagen liggen in de grote mall van Somerset West.
Bij Herman was het een “paanen” broek…
… en bij Hilde waren het kleurrijke sokken.
We gaan nog een fruitsapje of een koffie drinken op een van de terrassen van de mall. Krijg ik daar een oproep op mijn Afrikaans telefoonnummer. Armin, de baas van Somer Place, laat weten dat er op Herman’s kamer een I-Pad werd achtergelaten…
Gelukkig zijn we nog maar een vijftal kilometer weg van Somer Place. Onze kar gedraaid, en terug naar af. Na enkele minuutjes komt Happy Herman met I-Pad onder de arm terug naar de auto gestapt.
Vandaag zit wijndomein “NEETHLINGSHOF” in onze planning. Bijna halfweg op onze route tussen Somerset en Paarl.
Het domein beschikt ook al weer over een prachtige tuin, in een geweldige omgeving.
De tractors zijn druk in de weer met aan- en afrijden. We zitten immers midden in het pluk seizoen van de druiven.
Een oude afgedankte pers versiert de mooie gevel van één van de opslagplaatsen.
Er is ook een mooie kunstgalerij.
Het interieur van de galerij verwijst zowel naar wijn als naar kunst.
Een paar heel speciale werkjes. Hier vier verschillende doekjes in één kader verwerkt.
Boekjes in porselein. Sommige zelfs met kippengaas overspannen.
Er hangt zelfs een doek van Marinda Combrinckx. Het was Marinda die een zevental jaar geleden het “Hanengevecht” van Emile Claus naschilderde.
Het is bijna 13 uur. We nestelen ons op het terras van “Lord Neethlingshof” en bestellen er een lekker slaatje van kip…
Uiteraard met een glaasje Sauvignon Blanc NEETHLINGSHOF.
Na de lunch verlaten we het domein langs dezelfde dreef die op het wijnetiket staat afgebeeld. Richting Paarl.
We hebben tijd zat, dus mogen we regelmatig een fotostop. We zitten niet alleen in de wijnstreek, maar ook in de fruit- en vooral de appel streek. Alle afgekeurde vruchten dienen hier als voedsel voor de koeien. Dit loont inderdaad een fotoschoot.
En dit meisje op een John Deere traktor tussen de wijnranken verdient ook een portretje.
Evenals dit Chineesje (?) op de parking van een benzinestation.
Een tiental kilometer voor Paarl passeren we een mini township. We staan nog niet stil, of daar staan reeds 3 lieve meisjes aan onze auto.
Binnen de kortste keren gevolgd door familie en buren. De rennerspetjes vliegen de deur uit.
Deze vriend heeft wel een eigenaardige spreuk getatoeëerd; “Ik zie iedereen graag, maar ik geloof niemand”.
Ik vraag om een beetje uitleg, maar het komt nogal warrig over.
Intussen is zijn vader ook op het appel verschenen.
Vader en zoon lokken mij mee in hun shack (keet). Effenaf zielig… Een vuurtje, een mini tafeltje en een matras. Die laatste neemt de helft van de oppervlakte in beslag.
Zo vlug mogelijk terug buiten uit die keet, en we kunnen nog een paar van de mannen gelukkig (?) maken met een petje.
We moeten afscheid nemen, maar eerst nog een laatste kiekje met de jeugd.
Nog tien minuutjes rijden, en we arriveren bij onze bestemming voor de volgende drie nachten; “Madeliefie”. De naam dekt helemaal de lading.
Eigenaars Minette en Willy zijn heerlijke mensen. En hun hondje Molly is een plezante kapoen.
Wat een mooie kamer… met alles erop en eraan.
Gastheer Willy vraagt of hij niet een restaurant voor ons moet reserveren. Maar wij waren hem voor en hebben reeds ons tafeltje besproken bij “Noop”, een plek die wij al jaren kennen. Waarop Willy reageert dat hij niet wil dat de chauffeur geen glaasje mag drinken. Dus zal hij ons voeren en terug komen afhalen. Zoiets hebben we hier nooit eerder meegemaakt.
In “Noop” krijgen we van de leuke kelner John Charles James tonijn of springbok voorgeschoteld. Met een glaasje Springfield kan vanavond niets meer stuk. Op het einde van ons souper een telefoontje naar Willy, en vijf minuutjes later staat hij voor de deur. Dat noemt men gediend zijn.